4. Inleiding
Bij het ontwerpen van nieuwe communicatietools is onderzoek
erg significant. Daarom is het voor een C-md’er belangrijk om
praktische ervaringen in design research op te doen. Daar
verleent de propositie en bijgevolg de masterproef zich perfect
toe.
Met mijn ervaring als animator en kleuterleidster is het voor
de hand liggend dat ik kinderen als doelgroep kies voor de
masterproef. Specifiek wil ik rond angst in het donker van een kind
werken, omdat dit net op dat moment moet aangepakt worden om
te voorkomen dat het zich in de toekomst manifesteert.
Deze propositie bevat het onderzoeksonderwerp, het
onderzoeksproces, wat uitleg over de relevantie van het
onderzoek, een planning en mijn voorstel voor begeleiders.
4
6. Context &
situering
De ontwikkeling van een kind gaat onvermijdelijk fictie en realiteit niet van elkaar kunnen onderscheiden,
gepaard met angst. Angst heeft dan ook een waardoor op zijn beurt angst ontstaat (“Angst voor het
belangrijke rol in het leven van een kind, want het donker, monsters en spoken”, z.d.).
wordt er alert door in bedreigende situaties (“Wat zijn
angsten?”, z.d.). Toch is er niet meteen reden tot paniek, die angsten
zijn meestal van tijdelijke aard. Zoals Selma Fraiberg
Voorts zijn er heel wat verschillende soorten angsten, schrijft in het boek “De Magische Wereld Van Het Kind”
maar de angst voor het donker behoort tot de angsten (2001) overwint het kind zijn angsten meestal op zijn
die gepaard gaan met de ontwikkeling van het kind. eigen manier. Er zijn daarvoor vier mogelijkheden: bij
Dat een kind bang is, hangt dan ook nauw samen met de ouders bescherming gaan zoeken of de angst met
de verstandelijke ontwikkeling. Hoe meer een kind verbeelding, intelligentie of het vermogen om te leren
de wereld beleeft, maar toch niet helemaal begrijpt, overwinnen. De ouders aanklampen wordt beschouwd
hoe meer het angst zal hebben (“De ontwikkeling van als de slechtste optie, bij de andere drie gebruikt het
angsten”, z.d.). kind zijn eigen mogelijkheden.
Angst van het donker leeft voornamelijk bij kinderen Desondanks is die periode van angst een oorzaak
van twee tot vier jaar. De oorzaak van deze angst van stress bij beiden. Bovendien is het voor de ouders
is hun rijke fantasie, waardoor alles in het donker moeilijk om juist met die angsten om te gaan en er
schrikwekkend wordt. Bovendien vertellen ze graag zijn weinig oplossingen die het kind op deze leeftijd
verhaaltjes en sprookjes. Het probleem is echter dat ze stimuleren om zijn angst voor het donker te overwinnen.
6
7. Onderzoeksvraag
& doelstellingen
Hoe kan de angst voor het donker van een kind van 2 tot 4 jaar
verzacht worden door middel van interactief speelgoed?
Om op deze onderzoeksvraag te kunnen antwoorden, moeten
er enkele doelstellingen behaald worden. Een eerste doelstelling
is inzicht krijgen in wat de angst van kinderen voor het donker
nu precies inhoudt en wat de mogelijkheden zijn om de angst te
verzachten.
Als deze doelstelling behaald is, kan het ontwikkelen van
verschillende prototypes van start gaan. De doelstelling van
de prototypes is om het kind te stimuleren om zelf zijn angst te
overwinnen met zijn eigen mogelijkheden.
Ten slotte moet het interactief speelgoed voorkomen dat de angst
zich voortzet op een latere leeftijd.
9. Onderzoeks-
methoden
Daar er al veel informatie voorhanden is over het Hierna wil ik bij de doelgroep de narrative inquiry-
onderwerp, wil ik me zoveel mogelijk concentreren techniek toepassen om inzicht te krijgen in hun
op het ontwikkelen van een prototype door research leefwereld en hun ervaring met angst in het donker
through design. Verder zal het een iteratief proces (Bell J., z.d.). Dit wil ik aan de hand van een boekje
zijn, daar ik prototypes zal ontwikkelen tot ik het ideale doen, namelijk “In het donker” van Karla Stoefs.
bekom (Zimmerman J., Forlizzi J., & Evenson S., z.d.). Kinderen van die leeftijd vertellen makkelijker over hun
eigen ervaringen als ze een aanknopingspunt hebben
Ik heb al heel wat bronnen geraadpleegd over het (Pippoplus, z.d.).
onderwerp. In de eerste plaats internetbronnen, zoals
de site van Kind & Gezin, maar ook het boek “De De resultaten van beide onderzoeken worden
magische wereld van het kind” van Selma Fraiberg was verwerkt in verschillende prototypes. Ik wil voor elke
belangrijk. mogelijkheid die het kind zelf heeft een prototype
ontwikkelen.
Op basis van de informatie uit de literatuurstudie wil
ik interviews afleggen met experts, meer bepaald met Op basis van feedback van experts en
pedagogen. Zo wil ik meer te weten komen over de ervaringsdeskundigen bekijk ik de positieve en
eigen mogelijkheden die kinderen hebben om hun negatieve punten van elk prototype. Met die gegevens
angst te verzachten. ontwikkel ik een nieuw prototype en dit proces wordt
herhaald tot het ideale prototype wordt bekomen.
10. Ontwerp
Het prototype wat ik wil ontwerpen moet in de eerste plaats
aangepast zijn aan de doelgroep. Dat betekent dat het zowel
veilig als aantrekkelijk moet zijn voor kinderen.
Ook moet het ontwerp het kind aanzetten tot het gebruiken van
de methodes waardoor het zelf zijn angst kan verzachten, dus de
verbeelding, de intelligentie of het vermogen tot leren stimuleren.
Daar het ontwerp zal ontstaan door middel van research through
design is de relatie tussen het onderzoek en het ontwerp voor de
hand liggend. Het ontwerp staat met andere woorden helemaal in
functie van het onderzoek en is het resultaat van het onderzoek.
Het is eveneens van belang om het onderzoek en het ontwerp te
evalueren. Mijn onderzoek wil ik evalueren door na te gaan of ik
alle vooropgestelde doelstellingen heb bereikt. Het ontwerp zelf
laat ik beoordelen door ervaringsdeskundigen en experts.
10
12. Het is geen verrassing dat jonge kinderen angst is dan ook veel ruimte om iets vernieuwend te creëren
hebben in het donker. Het is eveneens niet nieuw dat dat kinderen specifiek stimuleert om met de eigen
ze dan hun ouders wakker maken. Een situatie die mogelijkheden de angst te verzachten.
zowel voor de kinderen als de ouders stress oplevert,
want het kind zit met angst en de welverdiende Bovendien kan de informatie uit het onderzoek een
nachtrust van de ouders wordt verstoord. toegevoegde waarde betekenen voor onderzoekers
die hetzelfde onderwerp bestuderen, daar het de eigen
Het ontwerp wat ik wil ontwikkelen zal net die opties van kinderen tegen hun angst zal uitdiepen.
stress voor beide partijen weghalen door het Verder is het een pluspunt dat het heel wat bronnen
kind te stimuleren om de eigen methodes voor verzamelt omtrent angst van het donker bij kinderen.
angstverzachting te gebruiken, waardoor het dagelijks
leven aangenamer wordt. Vermits deze specifieke angst zich initieel op de leeftijd
van 2 tot 4 jaar manifesteert, richt ik me op deze
Tot nog toe zijn er niet veel designs gemaakt die het welbepaalde doelgroep. Maar ook de ouders van deze
kind van deze leeftijd moet helpen met deze angst. Er kinderen hebben baat bij het ontwerp.
12
14. Planning
OKTOBER Aanpassing prototype obv feedback
Voorbereiding diepte-interviews pedagogen
MAART
NOVEMBER Inlevering abstract
Narrative inquiry met doelgroep Test prototype bij experts & ervaringsdeskundigen
Start interviews pedagogen Aanpassing prototype obv feedback
Verwerking resultaten diepte-interviews & narrative
inquiry APRIL
Test prototype bij experts & ervaringsdeskundigen
DECEMBER Aanpassing prototype obv feedback
Start ontwikkeling prototypes
Test prototype bij experts & ervaringsdeskundigen MEI
Afwerken prototype
JANUARI Inlevering leesversie
Presentatie vooronderzoek
Aanpassen prototypes obv feedback tot één prototype JUNI
Inlevering definitieve leesversie
FEBRUARI Masterjury + tentoonstelling
Test prototype bij experts & ervaringsdeskundigen
14
15. Begeleiding
Uiteraard is bij de masterproef de keuze van het onderwerp het
belangrijkste aspect, maar aanvullend zijn de promotoren die het
hele proces begeleiden eveneens van belang.
De competenties van die promoteren moeten immers
overeenkomen met het onderwerp van de masterproef. Om die
reden kies ik voor Bart Geerts en Rosanne Van Klaveren.
Gedurende Researchlab en de thesisweken kon ik al op de
feedback van Bart rekenen. Daar hij zelf kinderen heeft en dus
ervaringsdeskundige is, is hij de geknipte persoon om me te
begeleiden.
Ook Rosanne heb ik al als coach gehad tijdens het design project.
Zij gaf telkens opbouwende kritiek waar meteen iets mee gedaan
kon worden.
Bovendien hebben beide docenten ervaring met narrativiteit in
mediagebruik, wat ook in mijn masterproef aan bod komt.
17. “Angst voor het donker, monsters en spoken”, (z.d.). Pippoplus, (z.d.). Taalontwikkeling en voorlezen.
Geraadpleegd op 26 februari 2011, http://www. Geraadpleegd op 16 oktober 2011, http://www.
kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Kinderangsten/ pippoplus.nl/taalontwikkeling-en-voorlezen
donker_monsters_spoken.jsp
“Wat zijn angsten?”, (z.d.). Geraadpleegd op 26
Bell J. (z.d.). Narrative Inquiry: More Than Just Telling februari 2011, http://www.kindengezin.be/Themas/
Stories. Geraadpleegd op 16 oktober 2011, http://ld- Opvoeding/Kinderangsten/angsten.jsp
sig.org/files/Bell_TQ36.2.pdf
Zimmerman J., Forlizzi J., & Evenson S. (z.d.).
Fraiberg, S. H. (2001). De magische wereld van het Research through design as a method for interaction
kind. Hilversum: Brand. design research in HCI. Geraadpleegd op 16 oktober
2011, http://goodgestreet.com/docs/JZ_JF_CHI07.pdf
“De ontwikkeling van angsten”, (z.d.). Geraadpleegd
op 26 februari 2011, http://www.kindengezin.be/
Themas/Opvoeding/Kinderangsten/ontwikkeling_
angsten.jsp .