2. Inhoud
• Korte terugblik vorige les
• Keek op de week
• Incompanytraining PZH
• Shared Space
• Gebruik van een ontwerp
Handboek verkeersveiligheid
• Oneigenlijk gebruik van een ontwerp
• Doorkijk naar het Tentamen
• Gelegenheid voor vragen
3. Manieren om naar een ontwerp te kijken
• Esthetisch
• Functioneel
• Soortschoonheid
• Modieus/eigentijds versus tijdloos
• Kostengedreven (goedkoop!)
Een nieuw ontwerp of bestaand ontwerp kopiëren?
Zicht op gebruiksfase of na realisatie over de schutting?
4. Ontwerper
(met visie op ontwerp)
Gebruiker
(schat gebruik van ontwerp in)
Ontwerp
(met impliciet moraal)
5. • Ontwerp is gedelegeerde handeling
• Hoeveelheid groentijd
• Elke fietser x 5 meter
• Paaltjes altijd op de stoep...
Impliciete moraal
7. Zeven basale ontwerpprincipes
• Ontwerp moet duidelijk zijn voor de gebruiker; een
helder ontwerp laat zich interpreteren
• Gebruikers moeten hun kennis die ze hebben, ook
kunnen gebruiken
• Ontwerp moet de structuur ten grondslag aan taken
vereenvoudigen en op tijd richten op essentiële zaken
• Ontwerp moet alles zichtbaar en voelbaar maken
• Aanwezige randvoorwaarden en beperkingen
(kunstmatig of natuurlijk) cultiveren
• Mensen maken fouten. Design for error
• Als dat alles niet werkt, dan standaardiseren en trainen
8. Design for error
Waarnemen van de toestand van de omgeving
Interpretatie van de waarneming
Evaluatie van de interpretatie
Beoogde doel van de handeling
Intentie om te handelen met oog op doel
Van intentie naar handeling
Uitvoeren van handeling
9. Voor de verkeersdeelnemer
• Goed conceptueel model
Ontwerper kent en minimaliseert oorzaken van fouten
• Toestand van het systeem en welk gedrag mogelijk is
Een goed ontwerp legt zichzelf uit
• Continue en volledige feedback op handelingen
Gebruikers moeten hun fouten kunnen waarnemen, merken wat er
fout gaat en dat ook kunnen corrigeren
• Goed zicht op handelingen en gevolgen ervan
Handelingen kunnen omgekeerd en ongedaan worden
• Houding ten aanzien van fouten: als een gebruiker een
fout maakt, is daar meestal een reden voor.
10. De moraal
Als iemand een fout maakt, dan is daar een goede reden
voor
Ontken fouten niet
Straf fouten niet af
Maak het maken van fouten mogelijk!
11. Niveau van bewustzijn
• Handelingen op routine (automatische piloot)
Fietsen
• Handelingen op regelniveau (routines)
Kruising benaderen
• Handeling op kennisniveau (bewust nadenken)
De weg zoeken in een onbekende stad
15. Het verschil tussen oplossingen en
lapmiddelen
Een mooi ontwerp lost een structuurprobleem
niet op
Een mooi bordje in de berm lost een
ontwerpfout op
Dus:
Gevaar weg
Persoon weg
Afschermen gevaar en persoon
Pas dan: trainen
16. Goed ontwerp
Maakt zichtbaar wat de toestand van het
systeem is en welke alternatieven voor handelen
er zijn
Heeft een goed achterliggend conceptueel
model, met consistente representatie van
handeling en de gevolgen van de handeling
Geeft zicht op werking: de handeling en het
gevolg ervan
Continue en volledige feedback op handelen