4. WAT BETEKENT KWALITEIT VOOR JOU ? Welke woorden associeer je onmiddellijk met de term kwaliteit? …………………………. Hoe zou jij de term ‘kwaliteit’ definiëren? …………………………………………..
5. WAT VERSTAAN WE ONDER KWALITEIT? kwaliteit is een vaag begrip Tegenwoordig wordt er veel gepraat over kwaliteit. Het woord wordt gebruikt in verschillende contexten en met verschillende betekenissen.
6. Onmogelijk eenduidige omschrijving te geven van het begrip ‘kwaliteit’ Redenen hiervoor zijn de volgende : mensen hebben verschillende kwaliteitsnormen. de kwaliteit die mensen verlangen van anderen hangt af van wie die anderen zijn. de kwaliteit die mensen van elkaar verlangen is niet altijd dezelfde als die die ze van zichzelf eisen.
7. kwaliteit is een vaag begrip omdat veel verschillende factoren het beoordelen van kwaliteit beïnvloeden Welke factoren?
8. Al is het erg moeilijk om kwaliteit te omschrijven, toch twijfelt men zelden wanneer men goede of slechte kwaliteit ervaart! zoek voorbeelden van mensen, dingen of situaties van goede kwaliteit. ………………………. zoek voorbeelden van mensen, dingen of situaties van slechte kwaliteit. ……………………………….
9. DEFINITIE Wanneer iets aan de verwachtingen voldoet of ze te boven gaat, spreekt men van goede kwaliteit. Wanneer integendeel het tegenovergestelde gebeurt, spreekt men van slechte kwaliteit. Zo zijn ieders eisen en verwachtingen van doorslaggevend belang voor de waardering van kwaliteit in een specifieke situatie.
10. TWEE SOORTEN KWALITEIT Technische kwaliteit van een product of van service, ook materiële of ‘harde’ kwaliteit genoemd : dit is de zichtbare inhoud van het product of de service. Noem voorbeelden
11. TWEE SOORTEN KWALITEIT Menselijke kwaliteit of persoonlijke kwaliteit, ook ‘zachte’ kwaliteit genoemd, dit is de emotionele inhoud van de service, d.w.z. vooral de houding of het gedrag van mensen die een product produceren of een dienst verlenen. Noem voorbeelden
12. KWALITEITSCIRKEL Als de totale kwaliteit van een organisatie wil verbeteren, moet men 5 soorten kwaliteit bevorderen : persoonlijke kwaliteit de kwaliteit van een afdeling of een dienst de kwaliteit van het product de kwaliteit van service (dienstverlening) de kwaliteit van de organisatie als geheel
13. CIRKEL VAN DEMING act: onderneem actie om te bereiken dat bij de volgende ronde de activiteiten beter worden uitgevoerd met betere resultaten tot gevolg plan: stel een plan op met de resultaten die je wilt bereiken do: voer de geplande activiteiten of processen uit check: meet de resultaten en vergelijk deze met de normen die je tijdens het plannen hebt gesteld < Vorige Volgende >
14. CIRKEL VAN DEMING Het gebruik van de Deming circle voorkomt dat de kwaliteit blijft 'hangen' in de plan- en do-fase. Meten en bijsturen zijn belangrijke fasen om tot kwaliteitsverbetering te komen. Om dit goed te kunnen doen moeten doelen, resultaten en activiteiten meetbaar zijn geformuleerd.
15. PERSOONLIJKE KWALITEIT : DE BASIS VAN ELKE ANDERE KWALITEIT Twee normen voor persoonlijke kwaliteit het werkelijke prestatieniveau (WP) : drukt uit wat een persoon werkelijk in de huidige situatie aan het doen is. het ideale prestatieniveau (IP) : toont de diepste verlangens, verwachtingen en eisen van een persoon in verband met haar/zijn eigen prestaties
16. OEFENING:JE WERKELIJKE PRESTATIENIVEAU Een persoon is pas werkelijk tevreden met haar inspanningen als het WP-niveau dicht bij het IP-niveau zit. Het verschil tussen WP en IP geeft aan in welke mate een persoon haar kwaliteit kan verbeteren.
17. DE KWALITEITSWET ZORGINSTELLINGEN (1-04-1996) Doel = zeker te stellen dat zorginstellingen goede zorg bieden aan hun zorgvragers. Deze wet stelt 4 eisen
19. DE KWALITEITSWET ZORGINSTELLINGEN 2. De zorginstelling moet de organisatie zodanig inrichten dat dit leidt of redelijkerwijs leidt tot verantwoorde zorg.
22. Drie belangrijke aspecten van kwaliteit in de zorgsector: Professionele kwaliteit Relationele kwaliteit Organisatorische kwaliteit
23. PROSESSIONELE KWALITEIT Bijvoorbeeld: Stellen we de juiste diagnose Dienen we de juiste medicatie toe? Hanteren we een correct opnamebeleid? Stellen we een verantwoord menu op voor onze zorgvragers?
24. RELATIONELE KWALITEIT Bijvoorbeeld: De tijd hebben om te luisteren naar de problemen van de zorgvrager De snelheid waarmee een zorgvrager antwoord krijgt De manier waarop de zorgvrager wordt geïnformeerd De vriendelijkheid van de medewerkers.
25. ORGANISATORISCHE KWALITEIT Noem eens wat voorbeelden? Je kunt hierbij denken aan; informatie op de juiste plek en beschikbaar. Taak in het proces Voorkomen van dingen dubbel doen In 1x goed geen onnodige kosten
26. OPDRACHT VOLGENDE WEEK MAAK DE OEFENING AF,FORMULEER ZELF TWEE VERBETERPUNTEN. KIJK IN JE ZORGINSTELLING/AFDELING NAAR HET KWALITEITSBELEID EN NEEM DIT VOLGENDE WEEK MEE