SlideShare a Scribd company logo
1 of 36
Download to read offline
Haalbaarheidsstudie	
	Zilte	Teelten	NWN
Verbetering van de marktpositie van Zilte
Teelten i.s.m duurzame visketen
(NW-)Nederland kent slechts een beperkt aantal telers van zilte groenten. Dit bescheiden
aantal correspondeert niet met de groei van de meest bekende zilte groente, zeekraal, die
de afgelopen decennia aanzienlijk was. Deze studie toont aan dat het vergroten van het
marktaandeel via de weg van de bewuste consument en samenwerking met de duurzame
visketen, horeca en retail perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de
zilte teelten in (NW-)Nederland.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
1
Deze studie is een opdracht van Blueport NW aan drs Jeannette Hoek
van Hoekse Waarde, projectontwikkeling en onderzoek
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
2
Inhoud
I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland............................................................... 4
II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties............................................................................... 6
2.1. Follow-up acties....................................................................................................................... 7
III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland............................................................................... 8
3.1. Marktvolume........................................................................................................................... 8
3.2. Groei door off season en de nieuwe consument.................................................................... 9
3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt.................................................................................... 9
3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt............................................................................................ 10
IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie ...................................................... 12
4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren?..................................................................... 12
4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument .................................................................... 12
4.3. Samenwerking....................................................................................................................... 13
V. Synergie met Marktpartijen .......................................................................................................... 14
5.1. Visserij ................................................................................................................................... 14
5.2. Vis en zilt in de supermarkt................................................................................................... 14
5.3. Horeca ................................................................................................................................... 15
5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail ............................................................................................ 16
VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL.............................................................................. 17
6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering: ......................................................................................... 17
6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten........................................ 18
6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties........................................... 18
6.4. Aanbevelingen/follow-up acties............................................................................................ 19
Bijlage 1. Verkennende gesprekken...................................................................................................... 20
Bijlage 2. Bronnen ................................................................................................................................. 21
Bijlage 3. Marktkansen Zeegroenten door Biocertificering in Nederlandse Natuurvoedingswinkels.. 22
Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten ................................................................. 29
Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een vergelijkbaar verhaal............. 32
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
3
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
4
I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland
Eind augustus 2013 werd het onderzoeksvoorstel voor een haalbaarheidstudie Zilte teelten door
Blueport NW goedgekeurd. Sindsdien is het in eerste instantie volgens plan uitgevoerd, maar
vervolgens naar bevind van zaken bijgesteld (afgestemd met de innovatiemanager Blueport NW). De
gedachte dat aansluiting bij de duurzame visketen nieuwe ingangen in de markt zou kunnen
opleveren bleek steekhoudend. Tegelijkertijd moest de schaal waarop een en ander werd bekeken al
snel opgerekt worden naar heel Nederland. Een solide marktontwikkeling voor zilte teelten in welke
regio van Nederland dan ook, kan niet los worden gezien van de grootstedelijke markten in de
Randstad en de nationale duurzame horeca markt die aan het ontstaan is. Zelfs de Goede Vissers uit
Den Oever en Holwerd staan in Amsterdam op de markt.
Wat betreft de zilte teelten kent NWN momenteel maar één producent en in de rest van Nederland
beperkt de productie zich tot enkele producenten in de provincie Zeeland. Dit bescheiden aantal
correspondeert niet met de omvang van de handel in de meest bekende zilte groente: zeekraal. De
groei van de zeekraalmarkt was de afgelopen 10 - 20 jaar aanzienlijk. Gezien het geringe
marktaandeel van de Nederlandse zilte telers kunnen we stellen dat het vergroten daarvan
perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de zilte teelten in (NW-)Nederland.
Hoewel het onderzoek in eerste instantie betrekking heeft op de marktontwikkeling van de zilte
teelten in NW-Nederland is het vrijwel onmogelijk om de situatie in dit gebied los te zien van die van
de rest van Nederland. Vandaar dat dit onderscheid dan ook meestal niet wordt gemaakt.
Het onderzoek heeft zich beperkt tot de vers-markt en is kwalitatief van aard. Volumes zijn
gebaseerd op expert –opinions.
Jeannette Hoek
Hoekse Waarde
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
5
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
6
II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties
• De Nederlandse zilte teelt ligt momenteel op achterstand in de concurrentie met buitenlandse
import.
• Factoren die daaraan debet zijn: kwaliteit, prijs, gebrek aan samenwerking en positionering in de
markt.
• Professionele inkopers hebben momenteel veel te weinig informatie over de herkomst van de
zilte producten die ze kopen. (zie www.zeekraalwijzer.nl).
• Er is belangstelling in de markt voor een kwalitatief goed oorspronkelijk NL zilt product, met
name in dat segment dat werkt volgens seizoenen en dat streeft naar ‘echt voedsel’ met een
korte lijn naar de producent (regio producten).
• Het idee om zilte telers in NL te bundelen door samen te werken in een vorm van een
coöperatie, die een aantal zilte kwaliteitsproducten in de markt zet, valt bij de marktpartijen die
gepolst zijn in goede aarde.
• Het doel van die coöperatie zou moeten zijn om met een scala van zilte producten toegang te
krijgen tot de nieuwe markten die zich met name in de (rand-)stedelijke gebieden van Nederland
afspelen. De coöperatie zoekt langdurige samenwerking met marktpartijen die volgens dezelfde
principes werken en die bereid zijn vaste volumes af te nemen tegen een billijke prijs. Die prijs
mag iets – maar niet teveel – liggen boven de prijs die voor de buitenlandse import wordt
betaald.
• Zowel door de telers als sommige geïnterviewde experts wordt de ontwikkeling van een eigen
handelsmerk als cruciaal gezien. Te denken valt aan Hollands Zilt, Zilt NL, Zeekust-Nl. Bij
voorkeur in samenwerking met de bestaande streekproducten-certificeringen zoals Waddengoud
en Echt Zeeuws. Het zilte merk staat dan ook meteen voor de criteria die door SPN (…..)
ontwikkeld zijn. Daarbij kan het criterium ‘streek’ ahw worden opgeschaald naar heel NL, want
op Europese schaal is Nederland ook een streek
• Daarnaast behoudt elk bedrijf afzonderlijk gewoon de lokale verkoop, waarbij we ervan uitgaan
dat die niet concurreert met de landelijke partners. De prijs voor het product zal bijvoorbeeld
hoger zijn in de privé verkoop.
• Uit alle gesprekken komt naar voren dat de (deel)markten waarop gefocust moet worden die van
de bewuste consument en horeca zijn. Dus die deelmarkten die werken met seizoen aanbod en
slow food achtige principes.
• Dit kan zowel via kanalen van de vismarkt als via de groenten markt. Een goed voorbeeld
daarvan is de groep die zich rond Vishandel Jan van As in de Stichting Vis & Seizoen heeft
verenigd. Daarnaast blijkt ook de HANOS (overigens grotendeels eigenaar van Jan van As) een
mogelijke partner. Zij bedienen een andere markt dan de visleveranciers en er is een goede
relatie die onderling overleg mogelijk maakt.
• De ‘bewuste retail ‘ biedt eveneens interessante aanknopingspunten en samenwerking met
groothandels in die branche is zeker mogelijk zodra de kwaliteit en met name de houdbaarheid
gegarandeerd kan worden.
• Uitbreiding van het palet aan zilte groenten wordt door gesprekpartners uit de seizoen gerichte
horeca (maar ook door de supermarktpartner) belangrijk geacht. Omdat de diverse gewassen
deels in andere seizoenen worden geteeld kunnen de zilte teelten als groep dan het gehele jaar
onder de aandacht – en op de kaart - blijven.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
7
2.1. Follow-up acties
Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de
innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn:
• Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een
betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van de wijze van bemesting en
de post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al
is opgebouwd in voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland1
. De kwaliteit issues kunnen
in samenwerking met een aantal geïnteresseerde afnemers zoals Vishandel Jan van As, bio-
groothandel Kroon, groothandel Menken van den Assem en mogelijk de dagverse vismarkten
worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk een beroep
gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en visserij,
opvolger van EVF).
• Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van
zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op
de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk.
Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de
organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier
financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden.
• Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest
effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden
(provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het
Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat.
Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het
Zeeuwse zijn geboekt.
1
Met name de EVF-projecten van de Zilte Kenniskring gedurende de jaren 2007-2013: Standaardisering Zilte
Teelten (vooral Zeekraal), waaruit de Zeekraalwijzer is voortgekomen, en Zeekraal, zout en slib, een mogelijke
win-win situatie, gericht op onkruid bestrijding. Daarnaast onder meer deelprojecten ihkv de Zeeuwse Tong die
door de WUR zijn uitgevoerd.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
8
III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland
3.1. Marktvolume
Deze studie is in principe gericht op alle zilte gewassen. Bekende zilte groenten als zeekraal en
zeeaster (lamsoor) delen de laatste jaren de zilte markt met nieuwe gewassen als zeekool, zeevenkel,
zilte aardappel en andere. Echter, waar de cijfers over de van oudsher bekende zilte gewassen al
moeilijk te achterhalen zijn, is over de nieuwere nog minder bekend. Daarom wordt de zeekraal
markt als indicator/voorbeeld voor de ontwikkeling van de zilte groentemarkt gebruikt, al dan niet
gekoppeld aan de verse vismarkten
De cijfers voor deze analyse zijn gebaseerd op diverse marktonderzoeken uit de afgelopen 20 jaar.
Het gaat in alle gevallen om schattingen. Werden in 1995 de verhandelde volumes zeekraal geschat
op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon-rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton
per jaar (Zeekraalwijzer). In 2014 schatten we het totale volume op zo’n 800 ton. In figuur 1. Wordt
weergegeven wat de herkomst is van de verhandelde volumes. Daaruit valt af te leiden dat daarvan
slechts zo’n 30 ton afkomstig is uit Nederland. En maximaal de helft daarvan als Nederlandse teelt.
1 Schattingen gebaseerd op informatie handelaren (Zeekraalwijzer, 2012)
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
9
Het aandeel van de Nederlandse teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter
volume werd in het wild geplukt – met name op de Zeeuwse kwelders. Maximaal 5% van de markt
wordt dus door zeekraal van Nederlandse herkomst bediend. De forse groei van de zeekraalmarkt
ging vrijwel geheel aan de Nederlandse teler voorbij.
Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. De handel geeft aan dat zilt
gewas nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter volume kent (geschat op 30% van de
zomermarkt voor zeekraal, max 100 ton). Nieuwe zilte gewassen zoals zeekool, ijskruid, zeevenkel,
zilte rucola en meer recent de zilte aardappel moeten nog een markt veroveren.
3.2. Groei door off season en de nieuwe consument
Als het niet de Nederlandse teler is die de groei van de markt heeft bewerkstelligt, hoe is die dan wel
tot stand gekomen?
Een analyse van de marktontwikkeling levert de volgende groeifactoren:
1. De groei van de markt is in de eerste plaats afkomstig door de ontwikkeling van de off-
season handel. 20 Jaar geleden was zeekraal een product dat typisch was voor de zomer. Het
had een kort seizoen van ongeveer 3 maanden (juni, juli en augustus). De zomerzeekraal
kwam vooral uit Frankrijk (half wilde pluk in de estuaria van Normandië en Bretagne) en er
was wat wildpluk in Zeeland en op de Wadden (met name Wieringen en N-Friesland). Vanaf
eind jaren negentig verbreedde het aanbod door de import van de Mexicaanse zeekraal, die
juist in de periode september tot en met mei op de markt kwam. Later nam de import van
Israëlische zeekraal de groei van de off-season markt grotendeels voor haar rekening en
penetreerde ook in de zomermarkt.
2. Meer bekendheid en een grotere spreiding door het land zijn andere groeifactoren van de
zilte groentemarkt. De toegenomen belangstelling van de consument voor zilte teelten wordt
deels bepaald door de verkrijgbaarheid door het jaar heen. Daarnaast passen zilte groenten
goed in het smaakpatroon van de bewuste consument. Met name in de Randstad en andere
grote steden zijn er veel meer mensen die van zeekraal (en zeeaster) weten en er mee aan
de slag gaan. In veel stedelijke centra is zeekraal nu ook in de supermarkt verkrijgbaar.
3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt
Hoe komt het nu dat die Nederlandse teelt niet gelijk op is gegaan met de groei van de Nederlandse
zeekraalmarkt?
Hieronder een aantal factoren die daartoe hebben bijgedragen:
• De wildpluk is in Nederland streng gereglementeerd omdat zij uitsluitend in kwetsbare
natuurgebieden plaatsvindt (eigenlijk alleen in Zeeland en nog iets in Wieringen). Voor
productiegroei is in Nederland dus alleen ruimte via de teelt van zeekraal.
• De zilte groenten markt wordt in Nederland beheerst door enkele Zeeuwse groothandelaren,
met name Elenbaas Zeegroenten en Adri Mossel (Bruijnooge in samenwerking met Jan Poleij)
met op de derde plaats waarschijnlijk Prins en Dingemans. Deze handelaren hebben direct of
indirect ook licenties voor de halfwildpluk in de Franse estuaria. Nederlandse telers komen
slechts mondjesmaat aan de bak bij de Nederlandse groothandelaren.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
10
• Er zijn in Nederland slechts enkele telers. Sinds Hoogland aan de Friese waddenkust ermee is
gestopt blijft in het Waddengebied alleen het Zilte Proefbedrijf op Texel over, de andere telers
bevinden zich in Zeeland. De teelt is nauwelijks geprofessionaliseerd en nog erg afhankelijk van
trial & error2
.
• Op een enkele test-activiteit en de zeekraal-cress van Koppert Cress na is zeekraalteelt in
Nederland vollegrond teelt. Dat betekent dat ze beperkt is tot het zomerseizoen en moet
concurreren met de spelers die dan al in de markt zijn (Frankrijk en Israel).
• De Nederlandse seizoenteelt past niet in de continuïteitseis van supermarktketens. Die
supermarkten hechten sterk aan continuïteit en logistieke zekerheid. Daarmee heeft de
Israëlische zeekraal een sterke troef in handen t.o.v. de meeste concurrenten.
• Het Nederlandse product staat in de handel niet goed aangeschreven waar het om houdbaarheid
gaat.
• Telers zijn vooral afhankelijk van beperkte lokale afzet en kunnen qua prijs en houdbaarheid niet
opboksen tegen de buitenlandse import. Het NL product is vooral te vinden op de lokale markt.
De telers hebben geen toegang tot de grootstedelijke groeimarkten.
• De markt wordt bovendien gekenmerkt door veel neringnijd en desinformatie naar de afnemer.
Zeekraal uit Israël wordt verkocht als wild en biologisch, Franse zeekraal wordt verkocht als
Zeeuws.
3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt
Zilte teelten en met name zeekraal hebben een imago van zee en kust, wild en biologisch,
verantwoord en vol mineralen en sporenelementen. Ze passen daarom goed bij de consument die
geïnteresseerd is in voedsel-innovatie, gezond, slow food, echt voedsel, streekproduct e.d. De handel
speelt daarop in en verkoopt alle zeekraal als bio, wild, een product van (onze) kust en zee.
Echter, de ene zeekraal is de andere niet. In de handel is daarover erg weinig feitelijke kennis
aanwezig en dat leidt tot veel misverstanden. Om daaraan iets te doen heeft de Zilte Kenniskring een
Zeekraalwijzer gemaakt (www.zeekraalwijzer.nl;EVF projecten 2009 tot 2013), waarop veel over
soorten, herkomst, teeltwijzen en smaak te vinden is. De informatie hieronder over kwaliteit is
grotendeels gebaseerd op de kennis die ten behoeve van de Zeekraalwijzer verzameld is. Onder meer
door smaakproeven uit te laten voeren in het Smaakcentrum van de WUR in Bleiswijk.
Wat weten we van de herkomst, teelt en kwaliteit van de zeekraal in de Nederlandse markt?
• In het zomerseizoen (half mei tot eind augustus) is het vooral import uit Frankrijk die op de markt
te vinden is, grotendeels gereglementeerde wildpluk. De off season-markt wordt vooral bediend
door import uit Israël. De Mexicaanse import is t.o.v. de Israelische concurrentie teruggelopen. In
opkomst is de off-season import van in kassen geteelde zeekraal uit Frankrijk (Normandie,
Bretagne, Vendée) en Portugal. Sporadisch is er ook nog wat import uit andere landen.
• De Franse zeekraal is over het algemeen mooi van kwaliteit en smaakt goed. De meeste Franse
zeekraal is half wild en groeit in estuaria op brak water en zeewater (Bretagne, Normandië,
Vendée). Wel staat het snijden in Frankrijk onder druk als gevolg van de steeds strengere
regelgeving. Snijden is alleen toegestaan met een licentie. Veel Franse zeekraal wordt in
Nederland verkocht als ‘origineel Zeeuws product’.
2
Zilte Kenniskring draagt bij aan verdere professionalisering: zie Zeekraalwijzer
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
11
• Israëlische zeekraal of liever zeekraalvarianten zijn wisselend van kwaliteit en oorsprong, ze zien
er meestal beter uit dan ze smaken (gras smaak wordt nogal eens opgemerkt), hebben vaak wel
een langere shelf life – mogelijk omdat niet met een echte Salicornia soort wordt gewerkt, maar
met het meer robuuste Sarcocornia. Ze voldoen zeker niet aan het imago dat de handel eraan
geeft: wilde en daardoor feitelijk biologische teelt op verzilte grond. Israëlische zeekraal komt uit
de kassen van kruidentelers in de Negev-woestijn. De teelt heeft bovendien beslist een water-
issue (de telers gebruiken zoet of licht brak water en voegen zout toe; zie ook recente Vitens
problematiek). Israelische zeekralen zijn het hele jaar door verkrijgbaar.
• De Mexicaanse zeekraal is de subtropische soort Salicornia bigelovii. Ze groeit in een estuarium
op verzilte landbouwgrond en is in alle opzichten ‘zilte vollegronds teelt op zeewater’. Deze teelt
is biologisch gecertificeerd en wordt om de smaak gewaardeerd. Is duurder dan de Israëlische
zeekraal en heeft een wat kortere shelf life. In principe het hele jaar door verkrijgbaar, maar in
Nederland van half september tot half mei.
• Zeekraalcress uit de kas in Nederland vooral door Koppert Cress: een vrij kostbaar product vooral
gericht op de horeca en met een beperkt volume. De smaak wordt positief gewaardeerd.
• De Nederlandse geteelde zeekraal (Salicornia europea en Salicornia procumbens) wordt
gewaardeerd om de smaak, maar het seizoen is relatief kort en de houdbaarheid laat volgens
een aantal bronnen te wensen over. Veel zeekraal die als Zeeuwse wilde zeekraal wordt verkocht
en waarvan de smaak wordt geroemd is in feite Franse zeekraal.
Figuur 2. Zeekraal van verschillende herkomst, met de klok mee vanaf linksboven: Zeeland, Frankrijk, Mexico en Israël (foto Hans Elenbaas)
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
12
IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie
Uit het bovenstaande blijkt dat de Nederlandse Zilte Teelt (en met name de zeekraalteelt) te kampen
heeft met een aantal issues:
• Kwaliteit. Met name de houdbaarheid3
is minder dan die van de buitenlandse. Ook al wordt in
smaakproeven de NL zeekraal net zo hoog gewaardeerd als de Franse en is de smaak van de
Israëlische zeekraal vaak ronduit abominabel (en de oorsprong discutabel), de handel prefereert
de zeekraal uit Israël vanwege de langere shelf life (naast de lagere prijs).
• Prijs: de hier geteelde zeekraal kan niet opboksen tegen de prijs van de Franse en Israëlische
zeekraal
• Kort seizoen: het zeekraalzomerseizoen is kort, aangezien zeekraal erg gevoelig is voor licht is het
zeekraalseizoen in NL korter dan in de meer zuidelijke streken. Kort seizoen werkt nadelig:
afnemers kopen dan vaak al zeekraal uit andere streken. Overigens gaat di t niet op voor
zeeaster (aster tripolium). Daarvan is het seizoen langer. Andere zilte gewassen kennen een
ander seizoen (zeekool van november – april), zilte aardappel van augustus tot mei.
• Leveringszekerheid: telers zijn klein en daarmee kwetsbaar.
• Desinformatie: buitenlandse zeekraal wordt ten onrechte als NL verkocht. Het foute verhaal:
zeekraal wordt in de markt gezet als wild en bio, maar komt uit kassen en wordt geïrrigeerd met
zoet water waaraan zout wordt toegevoegd.
Al met al een lastige positie. Is het wel de moeite waard om zilte teelten in NL te bevorderen?
4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren?
We kunnen er niet omheen dat de lage delen van N en W-Nederland steeds zouter worden. Als
gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute
kwel in alle kustgebieden toe. Er zijn mogelijkheden om meer zoet water vast te houden door de
aanleg van bassins of het vergroten van de ondergrondse zoetwaterlenzen4
. Er zijn echter limieten
aan wat mogelijk is. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor duurder.
Boeren verwachten tot op heden van de waterschappen dat ze zorgen voor de beschikbaarheid van
zoet grondwater, maar dat lijkt dat op den duur lang niet overal vol te houden. Een aanzienlijk deel
van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate verzilten. De voorspellingen gaan
in de richting van 125.000 ha licht tot ernstig verzilte landbouwgrond in de komende 10 tot 20 jaar5
.
Ontwikkeling van zilte teelten is alleen daarom al relevant.
De vraag is dus: is er in de markt belangstelling voor een eerlijk echt NL Zilt product en hoe kan dat
een behoorlijk marktaandeel verwerven.
4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument
Als we eerlijk echt NL zilt definiëren via trefwoorden als: vollegronds, seizoen, zeewater of zoute
kwel, streekproduct (waarbij we NL als streek beschouwen) en - eventueel - biologisch geteeld, sluit
3
Dit is een punt dat ook in 1995 al speelde, zie Avacon rapportage. En dat nu ook weer met nadruk wordt genoemd door
diverse handelaren o.m. bio handel Kroon. Een kwaliteit issue dus dat mogelijk vooral te maken heeft met post harvest
behandeling (wassen, koelen).
4
Project Spaarwater ism Waddenfonds: rendabel en duurzaam watergebruik in een verziltende omgeving.
5
Bron: Het zout en de pap’, InnovatieNetwerk, rapportnummer 07.2.154, juni 2007
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
13
de in Nederland geteelde vollegronds zeekraal samen met andere zilte gewassen goed aan bij het
imago van zilte groenten in de markt6
. Dat maakt het tot een ‘eerlijk’ product. Een kwalificatie die
voor de huidige bewuste consument steeds belangrijker is geworden. Net als duurzaam,
transparantie in de keten, dichtbij geproduceerd (de boer in beeld), biologisch, volgens het seizoen
en innovatief. Daarbij gaat het altijd om producten met een verhaal en dat verhaal verkoopt het
product (naast prijs en kwaliteit).
4.3. Samenwerking
Maar zelfs als de NL teler erin slaagt dat goede verhaal over te brengen, staat hij alleen nog steeds
zwak. Zaken als kwaliteit, leveringszekerheid, een zo lang mogelijk seizoen, continuïteit door met
verschillende producten voor verschillende seizoenen te werken, zijn ook in een gunstig gestemde
markt van doorslaggevend belang voor succes. De oplossing hiervoor kan alleen gevonden worden in
samenwerking tussen telers en in korte ketens samenwerking tussen telers en specifieke
marktpartijen7
.
Vanuit deze conclusie is onderzocht of er marktpartijen zijn te vinden die raakvlakken hebben met dit
‘eerlijke verhaal’ en op basis daarvan bereid zouden zijn tot samenwerking met een coöperatieve
groep zilte telers. Onder samenwerking wordt dan verstaan het onder bepaalde voorwaarden
afnemen van een vast volume zilte groenten van NL oorsprong tegen een redelijke prijs.
6
Op het aspect ‘in het wild geoogst na’, maar gezien de steeds strengere regelgeving in met name Frankrijk is
dat van afnemend belang.
7
Ook de Wageningse onderzoeker Van de Voort (2005) kwam tot een dergelijke conclusie. Van de Voort had de vlucht van
de Israëlisch zeekraal weliswaar niet voorzien en heeft ook de ontwikkeling van de off season markt niet begrepen. Maar hij
constateert wel dat kansen geboden worden door ‘samenwerking tussen telers onderling en verkorting van de keten’.
‘Door gezamenlijk op te trekken kunnen grotere partijen van zeegroenten worden voorzien.’ Van de Voort wijst op de
ongelijke concurrentie positie van de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt door het knellende milieu beleid. Ook noemt hij
als nadeel voor de vollegrondsgroentetelers dat zij onvoldoende marktgericht zijn en de mogelijkheden voormechanisatie
onvoldoende benutten. Twee opmerkingen die volgens hem ook in hoge mate op de zeekraaltelers van toepassing zijn.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
14
V. Synergie met Marktpartijen
Marktpartijen waarmee samenwerking is onderzocht vanwege een voor de hand liggende synergie
zijn groothandels en toeleveranciers in de visserij-keten, idem voor de horeca en de biologische
retail. Daarnaast is gepraat met een toeleverancier zilte producten aan de reguliere supermarkt.
5.1. Visserij
Vanwege het traditionele consumptiepatroon van zeekraal in combinatie met vis was het
onderzoeken van een mogelijke samenwerking met partijen in de visserij branche voor de hand
liggend en bovendien een deel van de studie-opdracht. In de visketen zijn ontwikkelingen richting
duurzaamheid gaande die goed aansluiten bij de bovengenoemde criteria voor zilte groenten. Trends
die tot uitdrukking komen in Vis & Seizoen, de Goede Vissers, Dagverse vismarkten, Vergeten
vissoorten en (eventueel) MSC-certificering. In de visketen is bovendien een trend naar diversifiëring
van het productaanbod waarneembaar, die bijdraagt aan een open houding t.o.v. nieuwe producten.
Voor al deze ontwikkelingen geldt dat het verhaal achter de vis van doorslaggevend belang is voor de
verkoopwaarde ervan. Er is een zekere traditionele afname van zeekraal binnen de visketen.
Groothandels in vis leveren die door aan de horeca en vishandels overal in Nederland.
Het vermoeden dat aansluiting bij deze nieuwe ontwikkelingen in de visketen mogelijk is, werd
bevestigd in gesprekken met Jakob Doorn (Vishandel Jan van As en Stichting Vis&Seizoen) en Joop
Paauwen en Ida Sinke van Le Petit Pêcheur, schelpdierenbedrijf en toeleverancier van niet-vis
producten aan Jan van As en Delhaize, HANOS. Van As verhandelt nu zo’n 100 kg zeekraal in de week,
dus zo’n vijf ton per jaar. De grote overeenkomst in ‘het verhaal achter het product’ resulteerde in
een onmiddellijke bereidheid van deze bedrijven om met een coöperatie van NL zilte telers aan de
slag te gaan. Beide bedrijven zijn vooral gericht op de horeca. Een bijeenkomst van een drietal telers
uit N-Holland en Zeeland bij Le Petit Pêcheur in Yerseke, leverde een blauwdruk van zo’n mogelijke
samenwerking, maar maakte ook meteen duidelijk dat er nog wel een paar hobbels te nemen zijn
voordat zoiets daadwerkelijk van start kan gaan (zie bijlage 4).
5.2. Vis en zilt in de supermarkt
Een verkennend gesprek over de kansen van NL zilt in samenwerking met de visketen in de
supermarkt werd gevoerd met duurzame seafood ondernemer Bart van Olphen (Fish Tales8
,
voorheen Fishes). Albert Heijn is een supermarktketen met duurzaamheidspretenties en Van Olphen
adviseert Albert Heyn over inkoop van vis- en aanverwanten. Toeleverancier van Wakame en
zeekraal voor Albert Heijn loopt via Menken van den Assem.
AH doet 24 ton zeekraal per jaar, waarvan 10 ton in de zomer. Van Olphen bevestigt in eerste
instantie vooral dat voor de supermarkt continuïteit belangrijker is dan seizoen: ‘als je de
zomermarkt wil hebben, moet je ook de off season markt in handen houden’.
Interessant voor de toekomst is de vraag of een supermarkt als AH belangstelling zou hebben voor
een NL-zilt product en bereid zou zijn er iets meer voor te betalen?
• In principe wel maar alleen als ook de off-season markt is gegarandeerd.
8
Fish Tales produceert zowel boeken als producten voor de duurzame vismarkt, Fish Tales Foundation
ondersteunt ontwikkelingsprojecten in de visserij)
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
15
• Het bouwen van een Merk is cruciaal. Het bouwen aan een merk is het belangrijkste wapen voor
een coöperatie van NL zilte groenten telers om positie te veroveren. Van daaruit zijn er ook
export mogelijkheden.
• Continuïteit en diversiteit. Naast continuïteit is een groter palet belangrijk zodat er een schap
met zilte groenten kan ontstaan. Diversiteit is ook van belang voor risico spreiding. Van Olphen
noemt als voorbeeld de zilte rucola (die hij op Texel proefde) en waarvoor volgens hem de klant
graag bereid zou zijn iets meer te betalen.
• MSC Certificering zou een kans kunnen zijn: zij gaan de scope al verbreden naar zeewier. Gezien
het feit dat er veel verwarring is over de herkomst van zeekraal, waarbij in de zomer aantasting
van natuurgebieden en off-season het verzilten van zoetwater in de Negev-kassen een rol speelt,
zou je hieraan kunnen denken om onderscheid tussen duurzaam en niet-duurzaam te kunnen
maken.
In een later gesprek met Menken en Van den Assem, onder meer toeleverancier van Albert Heijn,
wordt het beeld van de reguliere supermarkt verder genuanceerd. Menken verhandelt gemiddeld
700 à 800 kg zeekraal per week, zo’n 40 ton per jaar. De mindsetting van de supermarkten is aan het
veranderen. Ook zij willen het liefst groenten van Nederlandse bodem. Supermarkt ketens en de
speciale retail groeien langzamerhand naar elkaar toe. Binnen dat beeld is het zeer wel denkbaar dat
een supermarkt een apart vak voor groenten van het seizoen gaat creëren. Daarin zouden de NL zilte
groenten heel goed een plaats kunnen krijgen. Menken signaleert wel dat de houdbaarheid van de
NL zilte groenten te wensen over laat. Die bleek naar hun ervaring niet langer dan zes dagen. De
post-harvest9
behandeling is naar hun idee een belangrijke oorzaak hiervoor. Als dat kan worden
opgelost is ook een stap voor stap opbouw van een NL zilt product onder een eigen label in
samenwerking met supermarkt ketens een reële mogelijkheid.
5.3. Horeca
Ook in de horeca zijn er ontwikkelingen richting echt eten en duurzaamheid. Zo is er De Stichting Ik
kOOK Bewust, een onafhankelijk platform voor het bevorderen van het gebruik van eerlijke,
seizoensgebonden, gezonde en natuurlijke voeding in de horeca. Het is een initiatief van
restaurateur en smaakprofessor Peter Klosse waar een groeiend aantal chefs zich bij aansluit. Peter
Klosse ziet mogelijkheden om via de Bewuste Horeca het NL zilte product te promoten.
Horeca groothandel HANOS heeft het duurzaamheidsconcept opgepakt en levert een deel van het
assortiment helemaal onder het label Ik kOOK Bewust. HANOS geeft aan zeker geïnteresseerd te zijn
in de ontwikkeling van een NL zilt product en daaraan ook – onder voorwaarden - te willen bijdragen.
De argumenten daarvoor liggen vooral in innovatie en duurzaamheid:
• STREEK – betekent voor HANOS: meer duurzaamheid en wordt vertaald in een straal van een -tig
aantal kilometers (niet een vast aantal). BIO leeft nu meer dan ooit, maar is in de horeca nog niet
zo actueel als in de retail.
• HANOS koopt bewust volgens verschillende lijnen in:
o Deels gangbaar, waarbij kwaliteit en prijs bepalend zijn
o Deels klant specifieke wensen
o Maar: HANOS creëert ook vraag
9
Met name het wassen van de zeekraal zonder voldoende nadrogen is een waarschijnlijke oorzaak.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
16
• HANOS is in voor nieuwe dingen en kan werken met een coöperatief verband van telers. Zolang
die maar herkenbaar zijn aan bijvoorbeeld een eigen codenummer (ivm tracebility).
• HANOS zou igv assortiment zilt concept met een x-aantal artikelen willen gaan. Daarbij is het
belangrijk om precies te weten wanneer gedurende het jaar de verschillende producten op de
markt komen.
• HANOS’logistiek is zeer fijnmazig.
• De creatie van een merk wordt als van secundair belang gezien (dit is logisch, een merk versterkt
de producent, niet de groothandel).
• HANOS wil dan wel een zekere exclusiviteit10
, meedenken en kleinschalig opstarten.
Samenwerken als partners en samen groeien.
• Hoeveelheden nu: zeekraal 50 – 100kg in de week, minder dan 5 ton per jaar. Lamsoren minder.
Zeekool enkele pakjes.
5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail
Bewuste Retail speelt in op bio en streek. Dat zijn zowel de winkels die uitsluitend biologisch
gecertificeerd verkopen als die waar het begrip duurzaam iets breder wordt vertaald: transparantie
van de keten, streekproductie e.d. Onder de Bewuste Retail vallen bijvoorbeeld alle natuurwinkels en
ook de nieuwe supermarkten Marqt en Landmarkt. Sommige betrekken de zilte groenten via hun
visleverancier. Andere via de biogroothandels, die deels weer beleverd worden door de biologische
verse groentehandel Kroon (nu onderdeel van Vroegop Windig dat onlangs de biologische
groothandel Natudis heeft overgenomen).
Christian Janssen, categoriemanager agf AGF Kroon (biologische tak van Vroegop-Windig) doet zo’n
125 – 250 kg per week, dus ruim 10 ton per jaar. Lamsoren/zeeaster kleine omzet, de aanvoer
daarvan is niet continue.
• Kroon koopt vooral in via Adri Bruynooge. In de winter kiest men voor de zeekraal uit Israël
vanwege de continuïteit en de houdbaarheid, in de zomer is de keuze qua herkomst groter.
• Kroon koopt geen NL zeekraal vanwege de kwaliteit. Laatste keer ingekocht via AB. Die was (ook
weer) slap en met smet.
• Als de kwaliteit beter is willen alle afnemers van Kroon het Nederlands product. De Vroegop-
Kroon consument is lichtgroen tot donkergroen. Het is typisch een zelf kokende consument.
• Janssen adviseert klein te beginnen en dan stap voor stap opbouwen. Een eigen NL Zilt Brand is
wel verstandig maar eerst moet de kwaliteit op orde zijn.
• Uitbreiding van het palet is interessant en dan gelijk met een goed verhaal en recepten voor de
consument: zilte rucola, zeevenkel. Hij is nog niet overtuigd van de zilte aardappel, sommige
nieuwe aardappelrassen hebben naar zijn idee meer smaak (o.m. de Carolus).
10
Exclusiviteit moet goed gedefinieerd worden: het gaat vooral over prijs. De telers zouden het product niet elders
goedkoper mogen aanbieden.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
17
VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL
Er blijken dus wel degelijk marktpartijen die geïnteresseerd zijn in een gegarandeerde samenwerking
met NL Zilte telers en bereid een eerlijk NL Zilt product voor een (iets hogere) prijs af te nemen. De
voornaamste punten die naar voren komen zijn:
• Kwaliteit: in alle opmerkingen hierover gaat het niet om smaak of stok (verhouting) maar om
houdbaarheid
• Het goede verhaal: dit moet controleerbaar zijn.
• Een eigen zilt NL brand wordt als een sterk wapen in de markt gezien. Daaraan moet stap voor
stap worden gebouwd. We gaan nog na welke argumenten daarbij van doorslaggevend belang
zullen zijn: bio of streek of beide. Zie hiervoor de bijlagen over bio-certificering en certificering
streekproduct.
• Een groter palet: dit kan tegemoet komen aan de behoefte van de handel om het hele jaar zilte
groenten in het zilte schap te hebben. Voor een deel van de retail is het heel acceptabel om niet
altijd zeekraal in het schap te hebben, maar wel telkens een andere zilte groente
• Samenwerking tussen telers wordt door de partijen die geïnterviewd zijn als zeer positief
beschouwd. Het geeft meer leveringszekerheid. Wel moet vanwege de transparantie via een
codering op de verpakking de feitelijke teler van een product altijd te achterhalen zijn.
• NL telers staan alleen zwak, maar samenwerking in een coöperatief verband kan hun positie
enorm versterken. Noodzaak tot begeleiding en ondernemerschap.
Vanwege de noodzaak om het verhaal achter het product zo controleerbaar mogelijk te maken
onderzoeken we wat het zou kunnen betekenen als het potentiële samenwerkingsverband zou
werken met een biologisch certificaat en hetzelfde voor een certificering als streekproduct. Beide
uitvoerig beschreven in twee bijlagen (Bijlage 3: Bio-certificering door Kees Boender van Your Well en
Bijlage 4: Streekproductendoor Rene de Bruin van Streekwijzer Nederland i.s.m. Marc van
Rijsselberghe van Zilt Proefbedrijf en Waddengoud).
6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering:
De conclusie van dit deel onderzoek luidt dat NL-Zeegroenten en natuurvoedingswinkels prima op
elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche een uitstekende partner lijkt om NL-Zeegroenten
op de kaart te zetten.
Natuurvoedingswinkels
• gaan voor lokaal en duurzaam
• zijn landelijk verspreid
• en efficiënt georganiseerd
• passen qua volume ook goed bij het aanbod
• bieden mogelijkheden in België
• Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken
Voorwaarden daarbij zijn:
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
18
• gegarandeerde kwaliteit
• bio-certificering
• exclusiviteit
• acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en
groothandel
• budget voor promotie
• continu en voldoende aanbod
Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het
onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio-
keurmerk) noodzakelijk.
De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten
die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de
consument in de natuurvoedingswinkel.
6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten
In zijn overwegingen t.a.v. het creëren van een speciaal merk voor zilte streekproducten komt René
de Bruin tot de conclusie dat de beste weg zou zijn het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk
voor zilte streekproducten, aansluitend bij de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde
criteria.
Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het
Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de
regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct.
Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte
groenten:
• Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria
• Merkvoering en afzetorganisatie
• Kwaliteitsborging / controle
Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen:
• Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken
• Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of
aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten
• Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van
Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke
afzetkanalen worden gecommuniceerd.
6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties
Naar aanleiding van een overleg in Yerseke tussen vissector en NH en Zeeuwse telers werd een
aantal voorwaarden geformuleerd voor het bewerkstelligen van een onderlinge samenwerking
tussen de telers:
• Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
19
• Idem met de afnemer(s)
• Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een
groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling)
• Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en
promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s)
• De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv
Hollands Zilt of Zilt NL
6.4. Aanbevelingen/follow-up acties
Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de
innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn:
• Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een
betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van wijze van bemesting en de
post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al is
opgebouwd door voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland. De kwaliteit issues kunnen
in samenwerking met Vishandel Jan van As, bio-groothandel Kroon en mogelijk de dagverse
vismarkten worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk
een beroep gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en
visserij (opvolger van EVF.
• Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van
zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op
de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk.
Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de
organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier
financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden.
• Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest
effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden
(provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het
Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat.
Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het
Zeeuwse zijn geboekt.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
20
Bijlage 1. Verkennende gesprekken zijn gevoerd met:
Esmeralda Loos-Dekker en Gert-Jan Sneekes, zeeverse Vismarkt Den Oever
Jakob Doorn, visexpert Jan van As, een van de drijvende krachten achter Vis&Seizoen
Le Petit Pecheur, gesproken met Ida Sinke en Joop Paauwe
Bart van Olphen, voorheen Fishes, nu Fish Tales, tevens leverancier van zeekraal en zeewier en
adviseur van Albert Heyn bij ontwikkeling van duurzame visconcepten
Pim Visser, directeur Visafslag Den Helder en Blueport NW
Bart Dekker, zeekraalsnijder van het eerste uur in Wieringen
HANOS met Marcel Coulier (hoofd inkoop dagvers) en Henk Verwoert (inkoper AGF)
Peter Klosse, Eigenaar Hotel Gastronomique De Echoput, Oprichter Academie voor Gastronomie,
Lector Gastronomie bij Stenden University en Hogeschool Zuyd Maastricht en De Stichting
ikkOOKbewust is een initiatief van Peter Klosse bedoeld om het gebruik van seizoensgebonden,
gezonde en natuurlijke producten in de horeca en de zorg te bevorderen.
Kas-telers: Timo ter Voort, Jan Marien Zuidema, Marco Minnes 24 maart 2014
Chris Jansen, biologische groente handel KROON (onderdeel van Vroegop-Windig)
Ton Menken en Sonja den Ouden-Dekker van Menken van den Assem
Mogelijke samenwerkingspartners:
Jean Pierre van Wesemaele
Michiel Quaak
Hubrecht Janse
Marc van Rijsselberghe
Bijdragen van:
Kees Boenders (bijlage biologische certificering) en
Marc van Rijsselberghe en René de Bruin (bijlage streekproducten en branding)
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
21
Bijlage 2. Bronnen
Naast de interviews en overige bijdragen zijn de volgende bronnen voor deze studie gebruikt :
Avacon. (1995). Marktonderzoek zeegroenten zee-aster en zeekraal, Avacon, Groningen, 1995.
Groningen: Avacon.
Hans Steenbergen (hoofdredacteur), M. d. (sd). 10 Vistrends. Food Inspiration Magazine.
Ir. J. G. de Kempenaer, T. B. (2007). Het zout en de pap, Een verkenning bij marktexperts naar
langetermijn mogelijkheden voor zilte landbouw. Utrecht: InnovatieNetwerk.
Jeannette Hoek, J. v. (2003). Salicornia as a fresh vegetable. Amsterdam: OceanDesertEnterprises,
ODE Amsterdam.
M.P.J. Van der Voort. (2005). Marktperspectieven van Zilte Groente, herkomst en afzet van Zeekraal
en Zeeaster . Alterra WUR, Alterra, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Lelystad.
Wageningen: WUR.
The Food Agency, W. (2013, september 9). Opgehaald van
www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal:
http//www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal
Verhoeven, L., & Accountants, G. G. (september 2008). Commerciële analyse van het concept 'Zilte
ProefTuin'. Thema Duurzaam Ondernemen. Utrecht: InnovatieNetwerk.
Zilte Kenniskring. De Zeekraalwijzer. www.zeekraalwijzer.nl
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
22
Bijlage 3. Marktkansen voor Zeegroenten door Biocertificering in de
Nederlandse Natuurvoedingswinkels
Deelstudie in het kader van de opdracht van Blueport NW aan Hoekse Waarde voor een
Haalbaarheidstudie Zilte Teelten in NW-Nederland
1. Onderzoeksopdracht
Onderzoek, uitgaande van een versnipperd en beperkt aanbod, waarin een intentie bestaat om te
komen tot een samenwerking tussen de aanbiedende partijen, wat de marktmogelijkheden zijn voor
zeegroenten uit Noord-Holland (NL-zeegroenten) in de natuurvoedingswinkels in Nederland en de rol
die keurmerken daar bij kunnen spelen.
Onderzoeker Kees Boender van Your Well heeft jarenlange ervaring in de natuurvoedingsbranche,
o.a. als inkoper bij Natudis, en diverse producenten in de natuurvoedingsbranche. Hij is momenteel
actief in de handel en het vermarkten van zeewier en aanverwante producten op de Nederlandse en
Belgische markt.
2 Definiëring
2.1 Natuurvoedingswinkels
Volgens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) zijn er ruim 400 winkels in natuurvoeding en
reform. Daarnaast zijn zo'n 40 ambulante handelaren ingeschreven in deze branche.Bijna de helft
van de ondernemingen met winkel werkt zonder personeel in loondienst. Dit zijn bedrijven waarin
uitsluitend de eigenaar en eventueel gezinsleden werkzaam zijn. In 46% van de ondernemingen zijn 2
tot 10 personen werkzaam.
Aantal winkels
Bron: Locatus
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
aantal winkels 475 485 480 460 460 460 420 410
Bron: Hoofbedrijfschap Detailhandel
Van deze groep zijn de reformwinkels van oudsher niet echt gericht op versproducten, maar meer op
onbewerkte voedingsproducten, voedingssupplementen en verzorgingsproducten. Volgens mijn
gegevens zijn er ca 230 echte natuurvoedingswinkels (waar vers een belangrijk omzetaandeel heeft).
Overigens merken we wel dat steeds meer reformwinkels vers gaan verkopen. Ook boerderijwinkels
profileren zich steeds meer met biologisch vers. Biologische markten zijn eveneens interessante
verkoopplaatsen voor zeegroenten. Gezien de bijzondere aard van deze categorieën winkels laten we
ze in dit onderzoek buiten beschouwing.
Groothandels voor de (biologische) horeca vormen eveneens een interessante doelgroep. Naast de -
nog kleine- markt voor biologische horeca, speelt de reguliere horeca ook steeds meer in op lokaal
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
23
en biologisch. De horeca is vooral belangrijk voor de Ambassadeursfunctie die zij kan hebben m.b.t.
zeegroenten. Gespecialiseerde biogroothandels zoals Ecoville, BD-Totaal en Udea leveren aan
biologische restaurants, maar ook de reguliere horeca groothandels als Sligro, Hanos en de Kweker
zullen geïnteresseerd zijn in lokale en biologisch gecertificeerde zeekraal. Gezien het specifieke
karakter van de horeca en haar mogelijkheden zou een apart onderzoek hier voor nuttig zijn.
2.2 Nederland
Ook in België zijn er veel natuurvoedingswinkels. Aantallen liggen hoger dan in Nederland, echter de
winkels in België zijn vaak kleiner. Groothandels Natudis en Udea leveren daar ook en het valt te
verwachten dat ook deze groep in België, misschien nog wel meer dan in Nederland, interesse heeft
in zeegroenten. Dit zal in de mogelijkheden zeker mee moeten worden genomen.
2.3 Zeegroenten
Zeekraal is in natuurvoedingsland geen onbekende, de andere zeegroenten wel, maar gezien het feit
dat in de natuurvoedingswinkels ook vaak mensen komen voor bijzondere en culinaire producten is
het zeker interessant om dit ook mee te nemen in het onderzoek. Binnen dit kader zou je ook nog
zeewier mee kunnen nemen: veel mensen denken dat zeekraal een soort zeewier is. Zeewier mag
zich verheugen in een toenemende belangstelling, iets waar ook zeegroenten van profiteren
2.4 Keurmerken
Binnen de natuurvoedingsbranche is bio certificering cruciaal. Natuurvoedingsgroothandels willen
eigenlijk alleen nog maar bio gecertificeerde producten opnemen. Niet-bio producten worden als
dusdanig in de winkel ook aangegeven. Steeds meer gaat echter lokale productie belangrijk worden,
lokaal wordt daarmee belangrijker dan bio. Inspelen op de niet-traditionele klant (bijvb. coeliakie
patiënten met glutenvrije producten) neemt eveneens toe. Hier prevaleert glutenvrij boven bio.
Naast het bio-keurmerk zijn o.a. veganistische, bio-dynamische en glutenvrije keurmerken van belang
voor de natuurwinkels.
Toch komt er steeds meer kritiek op “biologisch”, recent onder andere van Henry Miller en Richard
Cornett op Project Syndicate, een prestigieus project waarin door knappe koppen wordt nagedacht
over de toekomst in een volhoudbare wereld.
Miller en Cornett noemen 'duurzaam' en 'biologisch' vage begrippen die vooral bedoeld zijn om het
publiek een mooie belofte voor te houden. Ze schrijven: "Net als menig vaag, feel good concept
duurzaam, is "duurzaam' nauwelijks meer dan mooie woorden. Zo wordt bijvoorbeeld duurzaamheid
in landbouw meestal verbonden met biologische landbouw. De voorstanders zetten het neer als een
'duurzame' manier om de snel groeiende wereldbevolking te voeden. Maar wat betekent
'duurzaamheid' echt en wat is de relatie met biologische productiewijzen?"
Miller en Cornett maken korte metten met biologische landbouw en zeggen dat gangbare landbouw
veel ecologischer is geworden en de mensheid kan voeden, maar dan wel echt en niet met louter
hoop zoals de voorstanders van biologisch landbouw eigenlijk doen. We kunnen niet zonder science-
based research en ouderwetse science en slimmigheid, stellen ze.
(Bron: Foodlog 16-6-2014).
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
24
3 Marktsituatie
3.1. Omzet
De Nederlandse biologische sector heeft een jaaromzet van 2 miljard euro (de export meegerekend).
Ruim 1500 gecertificeerde biologische boeren en tuinders en ruim 1700 verwerkende bedrijven zijn
momenteel in de sector actief. De sector verschaft werk aan ca. 100.000 mensen.
De totale consumentenbestedingen aan biologische voeding zijn in 2012 voor het eerst boven de 1
miljard euro uitgekomen. Dit blijkt uit een inventarisatie van ketenorganisatie Bionext in opdracht
van het ministerie van Economische Zaken.
De meeste biologische voedingsmiddelen worden gekocht in de reguliere supermarkten, de
biologische speciaalzaken en de 'out of home' sector. Volgens de Monitor Duurzaam Voedsel 2012,
die in juni is verschenen, waren deze verkoopkanalen samen goed voor 934 miljoen euro. Uit de
inventarisatie van Bionext blijkt dat in de 'overige verkoopkanalen', waaronder boerenmarkten,
boerderijwinkels en reguliere speciaalzaken, voor nog eens 70,1 miljoen euro aan biologische
voedingsmiddelen is gekocht. Hiermee komen de totale consumentenbestedingen boven de 1
miljard euro uit. Ongeveer de helft daarvan is voor rekening van de supermarkten.
In 2012 zijn de consumentenbestedingen aan biologische voeding in de belangrijkste verkoopkanalen
met 14,3% gestegen. Dit blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel van het ministerie van Economische
Zaken, waar de Bio-Monitor deel van uitmaakt (BRON: Bionext).
3.2. Winkels en groothandels
De markt voor natuurvoedingswinkels is Nederland is relatief overzichtelijk:
Totaal per 1 juni 2014 ca. 230 natuurvoedingswinkels, waarvan onder een formule naam:
Marqt 9
Estafette 17
Natuurwinkel 25
Ekoplaza 57
Marqt is een jonge, moderne formule, met een breed assortiment en groot vloeroppervlak, vooral
gevestigd in de grote steden; Estafette is onderdeel van Estafette- Odin B.V. een coöperatieve
groothandel in o.a. groente en fruit; Natuurwinkel is de franchise formule van groothandel Natudis
(sinds kort onderdeel van de AGF groothandel Vroegop-Windig) en wordt vooral beleverd door vers
groothandel Kroon. Ekoplaza wordt geleverd door de van oorsprong vers groothandel, maar
tegenwoordig totaal leverancier Udea.
De Zaaister is een onafhankelijke vers groothandel die in het noordoosten van het land veel
(natuurvoeding)winkels bevoorraad en ook een eigen voedingslabel hanteert: Puur Noord Nederland
(www.puurnoordnederland.NH). de Nieuwe Band is een kleinere coöperatieve groothandel in het
Noorden van het land zonder vers aanbod.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
25
Navraag bij een aantal natuurvoedingwinkels leert dat er van de zeegroenten vooral zeekraal wordt
verkocht, gemiddeld zo’n 1 a 2 kg per week, meestal afkomstig uit Israël.
3.3 De consument
De veronderstelling dat een natuurvoedingswinkel vooral bezocht wordt door “geiten-wollen
sokken” en andere alternatievelingen is niet meer van deze tijd. De natuurvoedingsbranche is de
laatste jaren sterk geprofessionaliseerd en heeft daardoor ook een breder publiek gekregen.
Consumenten die zich richten op kwaliteit, bijzondere producten, natuurlijke gezondheid en
verzorging (fytotherapie, homeopathie), speciale diëten (gluten-, lactose vrij, afvallen e.d.) en
uiteraard duurzaamheid: je komt ze allemaal in de natuurvoedingswinkel tegen.
4. Analyse
4.1 NL-Zeegroenten
Sterkte-Zwakte analyse
Sterk:
Lokaal verbouwd
Lokaal keurmerk
Duurzaam verbouwd (op zilte grond)
Zeekraal wordt steeds bekender
Gezonde smaakmaker
Lekker
Betere kwaliteit dan buitenlandse
Organisatie Zilte kenniskring
Zwak:
Prijsstelling
Gering aanbod
Onbekendheid overige zeegroenten
Kleine aanbieders
Seizoen product
Houdbaarheid
Weinig promotie
Kansen:
Belangstelling voor lokale producten
Kansen in zowel horeca, natuurvoeding-, vis-, AGF als supermarktbranche
Overzichtelijke structuur Nederlandse markt
Belangstelling voor nieuwe groenten
Belangstelling voor koken
Kansen in België (en Duitsland?)
Toenemende verzilting
Bedreigingen:
Economische ontwikkelingen
Concurrentie speciaal kanaal en supermarkten
Concentratie in de handel
Macht supermarkten
Concurrentie (prijs) buitenland (Mexico, Israël, Frankrijk, Portugal) en “Imitatie”.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
26
Conclusie:
NL-zeegroenten hebben veel marktmogelijkheden en kunnen in veel distributiekanalen interessant
zijn. Zeekraal kan daarbij in alle kanalen afgezet worden, de overige zeegroenten vooral in het
speciaal kanaal en horeca. Voorwaarde daarbij is dat de USP’s van NL-zeegroenten goed worden
gecommuniceerd: Gezond, natuurlijk, duurzaam en ….lekker! NL-zeekraal zal door de relatief hoge
prijs wel gevoelig zijn voor goedkope buitenlandse concurrentie en imitatie.
4.2 De consument
De consument (M/V) laat zich natuurlijk niet echt indelen, maar voor wat betreft NL-zeegroenten
moeten we op zoek naar de consument die gaat voor:
# lekker en bijzonder eten,
# gezondheid,
# natuurlijk en duurzaam eten en/of,
# “culinair” eten bereiden
Deze consument zal NL-zeegroenten vooral bij de specialist zoeken, t.w. natuurvoeding-, vis- en AGF-
winkel. Voor zeekraal kan hij ook bij de supermarkt terecht. Voor zeekraal zal eerder “gericht”
gezocht worden dan voor de overige zeegroenten. Deze zullen veeleer “impulsief” in de winkel
gekocht worden
Op de langere termijn zal ook de “reguliere” consument zeekraal vanwege de vele bijzondere
eigenschappen op gaan nemen in het eetpatroon, en zal zeekraal niet meer weg te denken zijn uit de
gemiddelde keuken.
4.3 Natuurvoedingswinkels
Sterkte-Zwakte analyse:
Sterk:
Klanten op zoek naar duurzaam, gezond, bijzonder en/of lokaal
Willen zich onderscheiden
Zoeken kwaliteit
Adviesfunctie (?)
Geen prijs-kopers
Groeiende branche
Steeds meer, beter en efficiënter georganiseerd
Garantie voor biologisch
Zwak:
Relatief kleine winkels en kleinschalig
Kansen:
Toenemende belangstelling voor bio- en lokale producten.
Bedreigingen:
Supermarkten steeds meer in bio en lokaal
Concurrentie van andersoortige aanbieders: landwinkels, streekboxen, webwinkels e.d.
Economische ontwikkeling
Toenemende kritiek op bio-certificering en –werkwijze.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
27
Conclusie:
Natuurvoedingsconsument wil: lekkere, gezonde, biologische en liefst lokale producten en is bereid
om daar voor te betalen. De winkels willen zich met dit soort producten, mits gecertificeerd,
onderscheiden en de groothandels bieden de mogelijkheden voor efficiënte distributie en promotie.
Gemiddelde verkoop zeekraal nu is 1 a 2 kg per week
4.4 Overige kanalen
A/ Horeca
De betere horeca is zeker geïnteresseerd in NL-zeegroenten. Volumes daar verkocht zijn echter sterk
wisselend, afhankelijk van seizoen, kaart e.d.. Het prijsaspect is hier niet zo belangrijk. Horeca kan
een goede “ambassadeur” zijn voor NL-zeegroenten, maar is gezien de veelheid aan (zelfbedienings)
groothandels op dit vlak wat minder efficiënt te bedienen.
B/ Viswinkels
Zeker geïnteresseerd in de verkoop van zeekraal, al is de consument die daar koopt wat minder
bewust van de herkomst der producten, en zal deze veel meer op de prijs letten. Overige
zeegroenten zijn vooral voor de betere viswinkels interessant. Viswinkels zijn meer en meer aan het
“diversificeren” met een steeds groter wordend randassortiment.
C/ AGF-winkels
Ook groenteboeren zullen zich graag onderscheiden met NL-zeegroenten. Deze groep winkels wordt
echter wel steeds kleiner en de vraag is of zij ook voor voldoende volume in de toekomst kunnen
blijven zorgen.
D/ Supermarkten
Supermarkten zijn zeker geïnteresseerd in lokale en duurzame producten, echter de volumes
zeekraal die in eerste instantie aangeboden worden zullen absoluut niet toereikend zijn voor de
vraag. De vraag is tevens of de supermarkt consument bereid is om een meerprijs te betalen voor NL-
zeegroenten
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
28
5. Eindconclusie
Kijkend naar de uitgangspunten en analyses kunnen we stellen dat NL-Zeegroenten en
natuurvoedingswinkels prima op elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche bij uitstek de
partner lijkt om NL-Zeegroenten op de kaart te zetten.
Natuurvoedingswinkels
# gaan voor lokaal en duurzaam
# zijn landelijk verspreid
# en efficiënt georganiseerd
# passen qua volume ook goed bij het aanbod
# bieden mogelijkheden in België
Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken.
Voorwaarden daarbij:
# gegarandeerde kwaliteit
# bio-certificering
# exclusiviteit
# acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en
groothandel
# budget voor promotie
# continu en voldoende aanbod
Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het
onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio-
keurmerk) noodzakelijk.
De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten
die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de
consument in de natuurvoedingswinkel.
Tinte, juni 2014
Your Well
The Seaweed company
Drs. Kees Boender
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
29
Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten
De markt voor Zilte groenten in Nederland is groeiende. Traditioneel worden zilte groenten (vnl.
zeeaster en zeekraal) vooral in het wil gesneden op schorren in Zeeland en kwelders langs de
Waddenkust. De laatste jaren is er een aantal bedrijven ontstaan waar de teelt van zilte groenten
professioneel ter hand wordt genomen. Naast de traditionele lokale afzet in de wildsnij-gebieden
neemt de vraag in horeca en supermarktketens toe. In deze kanalen wil men het product jaarrond
kunnen aanbieden, wat betekent dat er relatief veel wordt geïmporteerd uit landen met een ander
groeiseizoen, zoals Frankrijk, Israël en Mexico. De vraag is nu welke mogelijkheden er zijn om de
marktpositie van in Nederland geteelde zilte groenten te versterken.
Alles wijst erop dat de paar Nederlandse telers die er zijn hun kracht moeten zoeken in: seizoen,
streek, volle grond - slowfood-achtige kenmerken. Bovendien lijkt het een goed idee als ze onder één
noemer gaan samenwerken en een duidelijk brand gaan opbouwen. Hierbij wordt gedacht aan een
brand als Zeekust.nl
In deze notitie worden de mogelijkheden verkend op welke manier een dergelijke samenwerking of
krachtenbundeling plaats kan vinden. Hierbij wordt gekeken naar reeds bestaande (streek)merken en
certificeringen voor seizoen- en streekproducten.
Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte
groenten:
• Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria
• Merkvoering en afzetorganisatie
• Kwaliteitsborging / controle
A. SPN en het Erkend Streekproduct
De landelijke stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) is in 1999 opgericht door 6 regionale
streekproductenorganisaties. SPN zet zich in voor de ontwikkeling en versterking van duurzame
streekgebonden voedselproductie in Nederland. SPN ondersteunt aangesloten regionale organisaties
en producenten(groepen), beheert het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ en voert projecten
uit die bijdragen aan het vergroten van de bekendheid en marktkansen voor streekproducten.
Het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ staat voor 1. regionale herkomst van grondstoffen, 2.
be- en verwerking in de streek en 3. maatschappelijk verantwoord (duurzaam) produceren (MVO).
SPN werkt nauw samen met een aantal regionale organisaties, die een eigen regionale keurmerk /
promotiemerk beheren en toekennen aan producten uit de streek. Deze organisaties hanteren
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
30
dezelfde criteria als SPN voor het ‘erkend streekproduct’. SPN ondersteunt en adviseert deze
organisaties bij de ontwikkeling en implementatie van het regionale keurmerk. Door middel van
audits ziet SPN er op toe dat de gemaakte afspraken worden nageleefd.
Voorbeelden van regionale keurmerken zijn:
Deze streekmerken hun waarde op het gebied van promotie, netwerk en ketenvorming en
(begeleiding van) productontwikkeling bewezen, zij het in uiteenlopende mate. De streekmerken
bieden enerzijds een waarborg aan consumenten en afnemers over herkomst en verantwoorde
productiewijze en anderzijds een uitstekend platform om gezamenlijke promotie van producten en
diensten vanuit een regio benadering te organiseren (regiomarketing). De streekmerken hebben het
karakter van een keurmerk, hetgeen wil zeggen dat de producenten (individueel of in collectief
verband) primair zelf verantwoordelijk zijn voor productie en afzet van hun producten. Het
streekmerk is hieraan ondersteunend. Het streekmerk is dus geen afzetorganisatie.
Bij 2 van deze regionale keurmerken (Waddengoud en Zeker Zeeuws) zijn reeds producenten van
zilte groenten aangesloten. Voor deze producten zijn productiereglementen opgesteld waarin de
basisvoorwaarden voor deelname aan het keurmerk zijn beschreven (op basis van de algemeen
geldende SPN criteria).
Tussentijdse conclusies:
• Het feit dat er reeds producenten van zilte groenten aangesloten zijn bij regionale – aan SPN
verbonden – keurmerken biedt aanknopingspunten voor de ontwikkeling van landelijke
kwaliteitscriteria voor zilte groenten en een gezamenlijke positionering als premium product.
• De regionale merken hebben vooral zeggingskracht en uitstraling in de eigen streek, resp.
voor de promotie van een breed assortimenten van streekproducten en diensten uit die
streek.
• De regionale keurmerken zijn minder geschikt als een landelijk kwaliteitsmerk (brand) voor
zilte groenten.
B. Naar een premium brand voor zilte streekproducten
Gezien het bovenstaande zijn er 2 reële opties om te komen tot een premium brand voor zilte
streekproducten:
1. Het ontwikkelen van een nieuw streek-keurmerk, zoals bijvoorbeeld ‘Zeekust’, voortbouwend
op de criteria van SPN.
Door aansluiting te zoeken bij SPN kan gebruik worden gemaakt van de expertise bij de ontwikkeling
van streekmerken, het opstellen van kwaliteitscriteria en de borging ervan.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
31
Deze optie heeft een aantal duidelijke nadelen:
• er ontstaat overlap met reeds bestaande streekmerken (Waddengoud, Zeker Zeeuws),
hetgeen het voor producenten en consumenten niet duidelijker maakt
• een nieuws streekmerk voegt primair niet veel toe aan de bestaande streekmerken,
productie en afzet blijven primair de verantwoordelijkheid van de producenten en hun
keten-partners
2. Het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk voor zilte streekproducten, aansluitend bij
de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde criteria.
Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het
Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de
regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct.
Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen:
• Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken
• Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of
aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten
• Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van
Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke
afzetkanalen worden gecommuniceerd.
C. Hoe verder?
SPN kan als landelijke organisatie een rol spelen in de ontwikkeling van de premium brand voor zilte
streekproducten, waarbij een deel van de uitvoering zou kunnen liggen bij de regionale
keurmerkorganisaties. Het gaat hierbij onder meer om het nader onderzoeken van het draagvlak,
opstellen van gezamenlijke kwaliteitscriteria, ontwikkeling merk-organisatie (eigendom en beheer),
afspraken maken met handelsorganisaties etc. Op termijn zal de organisatie zich moeten
verzelfstandigen waarbij SPN i.s.m. de regionale keurmerkorganisaties een toezichthoudende rol
krijgt.
René de Bruin
Streekeigen Producten Nederland
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
32
Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een
vergelijkbaar verhaal
Naar aanleiding van de marktverkenning Zilte Teelten in NW Nederland door Jeannette Hoek
(verleend door Blueport NW) werd een bijeenkomst georganiseerd op 16 april in Yerseke bij Le Petit
Pêcheur om een mogelijke samenwerking tussen NL Zilte Telers met de vissector te onderzoeken.
Deelnemers Ida Sinke en Joop Paauwe (Le Petit Pêcheur), Maarten Janse (vader en vervanger van
Hubrecht, Marc van Rijsselberghe en Robin Konijn (Zilt Proefbedrijf Texel), Michiel Quaak, Jeannette
Hoek (JCH, OceanDesertFood/Hoekse Waarde).
Deze bijeenkomst resulteerde in een verzoek aan JCH om een concept voor een mogelijke
samenwerking te formuleren. Bij deze een stuk dat A. als basis kan dienen voor samenwerking en B.
een achterliggend verhaal vertelt.
A. Samenwerking
Uitgangspunten :
• De Nederlandse zilte teelt kan alleen van de grond komen als er een markt voor de producten
ontstaat. Telers kunnen in hun eentje onvoldoende opboksen tegen de bestaande marktpartijen.
• USP’s van de Nederlandse telers zijn ‘van dichtbij’ en ‘van het seizoen’. Daarnaast zouden ook
‘kwaliteit’ en ‘volle grond’ en ‘zout of brak water’ als basis-criteria kunnen gelden.
• Door de krachten van de NL telers te bundelen in een vorm van coöperatie en als zodanig
afspraken te maken met daarvoor geschikte marktpartijen kan mogelijk een doorbraak voor het
NL Zilte product worden gecreëerd.
• Het gaat dan met name om marktpartijen die volgens vergelijkbare principes werken en bereid
zijn afspraken te maken over volumes en prijs.
• Een telers ‘coöperatie’ betekent grotere leveringszekerheid, een langer seizoen en een grotere
variatie aan producten.
Korte termijn: n.a.v. de bijeenkomst 16/04 een concept samenwerkingsovereenkomst het
oprichten van de hier beoogde samenwerking
Lange termijn doelstelling:
Doel van de telers-samenwerking: het creëren van een gegarandeerde markt voor echt Nederlands
Zilt product, om zodoende de ontwikkeling van zilte teelten in NL te bevorderen. Het streven is in
eerste instantie het veroveren van een niche om van daaruit verder te bouwen, met als uiteindelijk
doel een zo breed mogelijk pakket en een zo groot mogelijke markt.
Marktpartijen:
In eerste instantie lijkt een synergie mogelijk met de visketeni
, en wel bij bedrijven die werken
volgens de principes van Vis en Seizoen: Jan van As, Fa Tel, en de groothandels Hanos en Delhaize.
Partner uit de vissector:
Le Petit Pêcheur levert aan deze bedrijven schelpdieren en aanverwante non-fish producten en heeft
een uitstekende infrastructuur ter beschikking – inclusief transport door heel Nederland, koeling en
een verpakkingslijn. Het uitbouwen van aanverwante non-fish producten sluit aan bij een trend die
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
33
met name naar de horeca toe steeds sterker wordt, maar ook in de grotere en betere vishandels
zichtbaar is.
Praktisch gesproken is Le Petit Pêcheur bereid klein te beginnen en van daaruit uit te bouwen. Er is
een vaste prijs voor zeekraal genoemd van 6 Euro. Volumes zijn nog niet vastgesteld.
Zilte teeltpartijen:
In deze beginfase een groep van drie telers
• Zilt Proefbedrijf/Zilte Teelten BV Texel?,
• De Heerlijkheid Wolphaartsdijk
• Michiel Quaak
Producten zijn: zeekraal, zeeaster/lamsoor, zeekool, ijskruid, zilte aardappel, ...
Noodzakelijke voorwaarden:
• Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers
• Idem met de afnemer(s)
• Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een
groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling)
• Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en
promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s)
• De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv
Hollands Zilt of Zilt NL
Vervolgstappen:
1. Overeenstemming over uitgangspunten tussen de drie telers
2. Samenwerking vast leggen in een conceptsamenwerkingsovereenkomst met het 1e
jaar als een
soort proefjaar: alles zo eenvoudig mogelijk.
3. Ondertussen kijken naar bestaande organisatievormen voor het vervolg.
4. Met Le Petit Pêcheur producten, volumes en prijzen 1e
jaar vaststellen
5. Uitzoeken wat te doen om gecertificeerd label te creëren.
6. Mogelijkheden onderzoeken om subsidie voor de ontwikkeling van zo’n
coöperatie/gecertificeerd label te krijgen.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
34
B. Het verhaal erachter
Nederland wordt steeds zouter.
Als gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute
kwel in alle kustgebieden toe. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor
duurder. Een aanzienlijk deel van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate
verzilten. Ontwikkeling van zilte teelten is daarom relevantii
.
De zilte teelt in Nederland blijft achter bij de ontwikkeling van de markt voor zilte groenten. Dit is
goed te zien aan de hand van de (geschatte) verhandelde volumes zeekraal in de afgelopen 2
decennia. Werden in 1995 de verhandelde volumes geschat op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon-
rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton per jaar (Zeekraalwijzer). Een
aanzienlijke groei die geheel aan de Nederlandse teler voorbij ging. Het aandeel van de Nederlandse
teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter volume werd in het wild geplukt –
met name op de Zeeuwse kwelders. De groei in de Nederlandse zeekraalmarkt is helemaal ten
goede gekomen aan buitenlandse telers (Israël, Frankrijk, Portugal, Mexico) en enkele grote
Nederlandse handelaren, die de markt beheersen.
Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. We weten dat zilt gewas
nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter handelsvolume kent. Nieuwe zilte gewassen zijn
in opkomst, met name zeekool, ijskruid, zeevenkel en meer recent de zilte aardappel doen hun
eerste stappen in de markt. Deze nieuwe gewassen worden in Nederland en België ontwikkeld.
De belangstelling van de consument voor zilte teelten lijkt groeiende – met name onder
consumenten/chef koks die geïnteresseerd zijn in voedsel innovatie, gezond, streekproduct e.d.
Daarbij telt het verhaal achter het product in toenemende mate mee.
De handel speelt daarop en past de waarheid voor de goede zaak regelmatig naar believen aaniii
.
Nederlandse zilte teelten zouden daarom veel baat kunnen hebben bij een gecontroleerd zilt label
met een goed en eerlijk verhaal.
i
In andere sectoren – met name de groente sector – zijn waarschijnlijk ook partners te vinden die volgens
dezelfde principes willen werken.
ii
Willen we de zilte gebieden blijven benutten, dan tekenen zich de volgende gebruiksrichtingen af:
A. Kleinschalig in samenhang met natuurontwikkeling en landschap. Teelt van diverse zout tolerante gewassen in
verschillende gradaties van zout (van zeewater tot licht brak). Veel variatie, de groenteteelt is arbeidsintensief maar
kan gepaard gaan met extensieve teelt van biomassa. Landschap met riet, zout tolerante boomsoorten, waterpartijen,
zilte teelten, vee en toeristische activiteiten.
B. Grootschalig: ontwikkeling van zout tolerante vormen van stapelgewassen die momenteel al worden geteeld
(voorbeeld: de zilte aardappel, rogge, bieten). Volledig gemechaniseerde uniforme teelt. Vraagt om gelijkmatige,
relatief geringe verzilting. Landschap vergelijkbaar met N-Groningen.
C. Bodemloze teelt: de zoute grond wordt uitsluitend benut als oppervlak voor teelten op kunstmatige bodems – veelal
in kassen. Industrieel landschap. Combinaties met aquacultuur denkbaar.
iii
Bekende voorbeelden: Franse zeekraal wordt verkocht als echt Zeeuws. Israëlische zeekraal komt op de markt als in het
wild geplukt dus ‘bio’, maar wordt in werkelijkheid meestal in de kas gekweekt op zoet water waaraan zout is toegevoegd.
20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten
35

More Related Content

Similar to 20140825 Rapportage Marktonderzoek zilte teelten in NWN

Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016
Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016
Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016Cindy van Rijswick
 
Proeftuin Groene Hart
Proeftuin Groene HartProeftuin Groene Hart
Proeftuin Groene HartVandejong
 
Commerciële productontwikkeling voor hoteliers
Commerciële productontwikkeling voor hoteliersCommerciële productontwikkeling voor hoteliers
Commerciële productontwikkeling voor hoteliersXavier Debeerst
 
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteDuurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteLaurien Danckaerts
 
Laanboomlounge 18 juli 2013
Laanboomlounge 18 juli 2013Laanboomlounge 18 juli 2013
Laanboomlounge 18 juli 2013Rijnconsult
 
Samenvatting 13 12-13def
Samenvatting 13 12-13defSamenvatting 13 12-13def
Samenvatting 13 12-13defhcss_hsd
 
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...mireilleboshuizen
 
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...Justin Bergman
 
Innoverende Straat Wevelgem
Innoverende Straat WevelgemInnoverende Straat Wevelgem
Innoverende Straat WevelgemTim Ghillemyn
 
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretail
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretailWoonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretail
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretailINretail
 
Whitepaper100120
Whitepaper100120Whitepaper100120
Whitepaper100120Pim Vromans
 
Marktonderzoeksrapport Druten.
Marktonderzoeksrapport Druten.  Marktonderzoeksrapport Druten.
Marktonderzoeksrapport Druten. Joost Clements
 
Samenvatting swot analyse ka lei 2011
Samenvatting swot analyse ka lei 2011Samenvatting swot analyse ka lei 2011
Samenvatting swot analyse ka lei 2011Kennisalliantie
 
Guy de Sevaux, Invest NL
Guy de Sevaux, Invest NLGuy de Sevaux, Invest NL
Guy de Sevaux, Invest NLDutch Power
 
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)Gazet van Turnhout
 

Similar to 20140825 Rapportage Marktonderzoek zilte teelten in NWN (20)

Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016
Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016
Naar een slimmer sierteeltcluster_28januari2016
 
Proeftuin Groene Hart
Proeftuin Groene HartProeftuin Groene Hart
Proeftuin Groene Hart
 
Commerciële productontwikkeling voor hoteliers
Commerciële productontwikkeling voor hoteliersCommerciële productontwikkeling voor hoteliers
Commerciële productontwikkeling voor hoteliers
 
Het strandpaviljoen in beeld 2012
Het strandpaviljoen in beeld 2012Het strandpaviljoen in beeld 2012
Het strandpaviljoen in beeld 2012
 
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteDuurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
 
Laanboomlounge 18 juli 2013
Laanboomlounge 18 juli 2013Laanboomlounge 18 juli 2013
Laanboomlounge 18 juli 2013
 
Samenvatting 13 12-13def
Samenvatting 13 12-13defSamenvatting 13 12-13def
Samenvatting 13 12-13def
 
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...
Verslag workshop groente en fruit ketens in opkomende markten, EZ 11 oktober ...
 
Groen is de boodschap
Groen is de boodschapGroen is de boodschap
Groen is de boodschap
 
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...
IG&H e-paper: Distributie ontrafeld, transformatie van het distributielandsch...
 
Innoverende Straat Wevelgem
Innoverende Straat WevelgemInnoverende Straat Wevelgem
Innoverende Straat Wevelgem
 
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretail
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretailWoonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretail
Woonaccessoires: Wat willen klanten, waar liggen kansen | INretail
 
Whitepaper100120
Whitepaper100120Whitepaper100120
Whitepaper100120
 
Marktonderzoeksrapport Druten.
Marktonderzoeksrapport Druten.  Marktonderzoeksrapport Druten.
Marktonderzoeksrapport Druten.
 
Nederlands franse restaurant in beeld 2010
Nederlands franse restaurant in beeld 2010Nederlands franse restaurant in beeld 2010
Nederlands franse restaurant in beeld 2010
 
Samenvatting swot analyse ka lei 2011
Samenvatting swot analyse ka lei 2011Samenvatting swot analyse ka lei 2011
Samenvatting swot analyse ka lei 2011
 
Uba ar2012 nl
Uba ar2012 nlUba ar2012 nl
Uba ar2012 nl
 
Resultaten opiniepeiling eerlijke handel 2014
Resultaten opiniepeiling eerlijke handel 2014Resultaten opiniepeiling eerlijke handel 2014
Resultaten opiniepeiling eerlijke handel 2014
 
Guy de Sevaux, Invest NL
Guy de Sevaux, Invest NLGuy de Sevaux, Invest NL
Guy de Sevaux, Invest NL
 
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)
Turnhout: Fair Trade gemeente ­herbevestiging (commissie 4, 24 april 2013)
 

20140825 Rapportage Marktonderzoek zilte teelten in NWN

  • 1. Haalbaarheidsstudie Zilte Teelten NWN Verbetering van de marktpositie van Zilte Teelten i.s.m duurzame visketen (NW-)Nederland kent slechts een beperkt aantal telers van zilte groenten. Dit bescheiden aantal correspondeert niet met de groei van de meest bekende zilte groente, zeekraal, die de afgelopen decennia aanzienlijk was. Deze studie toont aan dat het vergroten van het marktaandeel via de weg van de bewuste consument en samenwerking met de duurzame visketen, horeca en retail perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de zilte teelten in (NW-)Nederland.
  • 2. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 1 Deze studie is een opdracht van Blueport NW aan drs Jeannette Hoek van Hoekse Waarde, projectontwikkeling en onderzoek
  • 3. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 2 Inhoud I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland............................................................... 4 II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties............................................................................... 6 2.1. Follow-up acties....................................................................................................................... 7 III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland............................................................................... 8 3.1. Marktvolume........................................................................................................................... 8 3.2. Groei door off season en de nieuwe consument.................................................................... 9 3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt.................................................................................... 9 3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt............................................................................................ 10 IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie ...................................................... 12 4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren?..................................................................... 12 4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument .................................................................... 12 4.3. Samenwerking....................................................................................................................... 13 V. Synergie met Marktpartijen .......................................................................................................... 14 5.1. Visserij ................................................................................................................................... 14 5.2. Vis en zilt in de supermarkt................................................................................................... 14 5.3. Horeca ................................................................................................................................... 15 5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail ............................................................................................ 16 VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL.............................................................................. 17 6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering: ......................................................................................... 17 6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten........................................ 18 6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties........................................... 18 6.4. Aanbevelingen/follow-up acties............................................................................................ 19 Bijlage 1. Verkennende gesprekken...................................................................................................... 20 Bijlage 2. Bronnen ................................................................................................................................. 21 Bijlage 3. Marktkansen Zeegroenten door Biocertificering in Nederlandse Natuurvoedingswinkels.. 22 Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten ................................................................. 29 Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een vergelijkbaar verhaal............. 32
  • 5. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 4 I. HAALBAARHEIDSTUDIE ZILTE TEELTEN in NW Nederland Eind augustus 2013 werd het onderzoeksvoorstel voor een haalbaarheidstudie Zilte teelten door Blueport NW goedgekeurd. Sindsdien is het in eerste instantie volgens plan uitgevoerd, maar vervolgens naar bevind van zaken bijgesteld (afgestemd met de innovatiemanager Blueport NW). De gedachte dat aansluiting bij de duurzame visketen nieuwe ingangen in de markt zou kunnen opleveren bleek steekhoudend. Tegelijkertijd moest de schaal waarop een en ander werd bekeken al snel opgerekt worden naar heel Nederland. Een solide marktontwikkeling voor zilte teelten in welke regio van Nederland dan ook, kan niet los worden gezien van de grootstedelijke markten in de Randstad en de nationale duurzame horeca markt die aan het ontstaan is. Zelfs de Goede Vissers uit Den Oever en Holwerd staan in Amsterdam op de markt. Wat betreft de zilte teelten kent NWN momenteel maar één producent en in de rest van Nederland beperkt de productie zich tot enkele producenten in de provincie Zeeland. Dit bescheiden aantal correspondeert niet met de omvang van de handel in de meest bekende zilte groente: zeekraal. De groei van de zeekraalmarkt was de afgelopen 10 - 20 jaar aanzienlijk. Gezien het geringe marktaandeel van de Nederlandse zilte telers kunnen we stellen dat het vergroten daarvan perspectiefvol is en cruciaal voor verdere ontwikkeling van de zilte teelten in (NW-)Nederland. Hoewel het onderzoek in eerste instantie betrekking heeft op de marktontwikkeling van de zilte teelten in NW-Nederland is het vrijwel onmogelijk om de situatie in dit gebied los te zien van die van de rest van Nederland. Vandaar dat dit onderscheid dan ook meestal niet wordt gemaakt. Het onderzoek heeft zich beperkt tot de vers-markt en is kwalitatief van aard. Volumes zijn gebaseerd op expert –opinions. Jeannette Hoek Hoekse Waarde
  • 7. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 6 II. Conclusies, aanbevelingen en follow up acties • De Nederlandse zilte teelt ligt momenteel op achterstand in de concurrentie met buitenlandse import. • Factoren die daaraan debet zijn: kwaliteit, prijs, gebrek aan samenwerking en positionering in de markt. • Professionele inkopers hebben momenteel veel te weinig informatie over de herkomst van de zilte producten die ze kopen. (zie www.zeekraalwijzer.nl). • Er is belangstelling in de markt voor een kwalitatief goed oorspronkelijk NL zilt product, met name in dat segment dat werkt volgens seizoenen en dat streeft naar ‘echt voedsel’ met een korte lijn naar de producent (regio producten). • Het idee om zilte telers in NL te bundelen door samen te werken in een vorm van een coöperatie, die een aantal zilte kwaliteitsproducten in de markt zet, valt bij de marktpartijen die gepolst zijn in goede aarde. • Het doel van die coöperatie zou moeten zijn om met een scala van zilte producten toegang te krijgen tot de nieuwe markten die zich met name in de (rand-)stedelijke gebieden van Nederland afspelen. De coöperatie zoekt langdurige samenwerking met marktpartijen die volgens dezelfde principes werken en die bereid zijn vaste volumes af te nemen tegen een billijke prijs. Die prijs mag iets – maar niet teveel – liggen boven de prijs die voor de buitenlandse import wordt betaald. • Zowel door de telers als sommige geïnterviewde experts wordt de ontwikkeling van een eigen handelsmerk als cruciaal gezien. Te denken valt aan Hollands Zilt, Zilt NL, Zeekust-Nl. Bij voorkeur in samenwerking met de bestaande streekproducten-certificeringen zoals Waddengoud en Echt Zeeuws. Het zilte merk staat dan ook meteen voor de criteria die door SPN (…..) ontwikkeld zijn. Daarbij kan het criterium ‘streek’ ahw worden opgeschaald naar heel NL, want op Europese schaal is Nederland ook een streek • Daarnaast behoudt elk bedrijf afzonderlijk gewoon de lokale verkoop, waarbij we ervan uitgaan dat die niet concurreert met de landelijke partners. De prijs voor het product zal bijvoorbeeld hoger zijn in de privé verkoop. • Uit alle gesprekken komt naar voren dat de (deel)markten waarop gefocust moet worden die van de bewuste consument en horeca zijn. Dus die deelmarkten die werken met seizoen aanbod en slow food achtige principes. • Dit kan zowel via kanalen van de vismarkt als via de groenten markt. Een goed voorbeeld daarvan is de groep die zich rond Vishandel Jan van As in de Stichting Vis & Seizoen heeft verenigd. Daarnaast blijkt ook de HANOS (overigens grotendeels eigenaar van Jan van As) een mogelijke partner. Zij bedienen een andere markt dan de visleveranciers en er is een goede relatie die onderling overleg mogelijk maakt. • De ‘bewuste retail ‘ biedt eveneens interessante aanknopingspunten en samenwerking met groothandels in die branche is zeker mogelijk zodra de kwaliteit en met name de houdbaarheid gegarandeerd kan worden. • Uitbreiding van het palet aan zilte groenten wordt door gesprekpartners uit de seizoen gerichte horeca (maar ook door de supermarktpartner) belangrijk geacht. Omdat de diverse gewassen deels in andere seizoenen worden geteeld kunnen de zilte teelten als groep dan het gehele jaar onder de aandacht – en op de kaart - blijven.
  • 8. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 7 2.1. Follow-up acties Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn: • Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van de wijze van bemesting en de post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al is opgebouwd in voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland1 . De kwaliteit issues kunnen in samenwerking met een aantal geïnteresseerde afnemers zoals Vishandel Jan van As, bio- groothandel Kroon, groothandel Menken van den Assem en mogelijk de dagverse vismarkten worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk een beroep gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en visserij, opvolger van EVF). • Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk. Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden. • Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden (provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat. Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het Zeeuwse zijn geboekt. 1 Met name de EVF-projecten van de Zilte Kenniskring gedurende de jaren 2007-2013: Standaardisering Zilte Teelten (vooral Zeekraal), waaruit de Zeekraalwijzer is voortgekomen, en Zeekraal, zout en slib, een mogelijke win-win situatie, gericht op onkruid bestrijding. Daarnaast onder meer deelprojecten ihkv de Zeeuwse Tong die door de WUR zijn uitgevoerd.
  • 9. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 8 III. Analyse van de zeekraalmarkt in Nederland 3.1. Marktvolume Deze studie is in principe gericht op alle zilte gewassen. Bekende zilte groenten als zeekraal en zeeaster (lamsoor) delen de laatste jaren de zilte markt met nieuwe gewassen als zeekool, zeevenkel, zilte aardappel en andere. Echter, waar de cijfers over de van oudsher bekende zilte gewassen al moeilijk te achterhalen zijn, is over de nieuwere nog minder bekend. Daarom wordt de zeekraal markt als indicator/voorbeeld voor de ontwikkeling van de zilte groentemarkt gebruikt, al dan niet gekoppeld aan de verse vismarkten De cijfers voor deze analyse zijn gebaseerd op diverse marktonderzoeken uit de afgelopen 20 jaar. Het gaat in alle gevallen om schattingen. Werden in 1995 de verhandelde volumes zeekraal geschat op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon-rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton per jaar (Zeekraalwijzer). In 2014 schatten we het totale volume op zo’n 800 ton. In figuur 1. Wordt weergegeven wat de herkomst is van de verhandelde volumes. Daaruit valt af te leiden dat daarvan slechts zo’n 30 ton afkomstig is uit Nederland. En maximaal de helft daarvan als Nederlandse teelt. 1 Schattingen gebaseerd op informatie handelaren (Zeekraalwijzer, 2012)
  • 10. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 9 Het aandeel van de Nederlandse teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter volume werd in het wild geplukt – met name op de Zeeuwse kwelders. Maximaal 5% van de markt wordt dus door zeekraal van Nederlandse herkomst bediend. De forse groei van de zeekraalmarkt ging vrijwel geheel aan de Nederlandse teler voorbij. Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. De handel geeft aan dat zilt gewas nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter volume kent (geschat op 30% van de zomermarkt voor zeekraal, max 100 ton). Nieuwe zilte gewassen zoals zeekool, ijskruid, zeevenkel, zilte rucola en meer recent de zilte aardappel moeten nog een markt veroveren. 3.2. Groei door off season en de nieuwe consument Als het niet de Nederlandse teler is die de groei van de markt heeft bewerkstelligt, hoe is die dan wel tot stand gekomen? Een analyse van de marktontwikkeling levert de volgende groeifactoren: 1. De groei van de markt is in de eerste plaats afkomstig door de ontwikkeling van de off- season handel. 20 Jaar geleden was zeekraal een product dat typisch was voor de zomer. Het had een kort seizoen van ongeveer 3 maanden (juni, juli en augustus). De zomerzeekraal kwam vooral uit Frankrijk (half wilde pluk in de estuaria van Normandië en Bretagne) en er was wat wildpluk in Zeeland en op de Wadden (met name Wieringen en N-Friesland). Vanaf eind jaren negentig verbreedde het aanbod door de import van de Mexicaanse zeekraal, die juist in de periode september tot en met mei op de markt kwam. Later nam de import van Israëlische zeekraal de groei van de off-season markt grotendeels voor haar rekening en penetreerde ook in de zomermarkt. 2. Meer bekendheid en een grotere spreiding door het land zijn andere groeifactoren van de zilte groentemarkt. De toegenomen belangstelling van de consument voor zilte teelten wordt deels bepaald door de verkrijgbaarheid door het jaar heen. Daarnaast passen zilte groenten goed in het smaakpatroon van de bewuste consument. Met name in de Randstad en andere grote steden zijn er veel meer mensen die van zeekraal (en zeeaster) weten en er mee aan de slag gaan. In veel stedelijke centra is zeekraal nu ook in de supermarkt verkrijgbaar. 3.3. Organisatie van de zilte groentemarkt Hoe komt het nu dat die Nederlandse teelt niet gelijk op is gegaan met de groei van de Nederlandse zeekraalmarkt? Hieronder een aantal factoren die daartoe hebben bijgedragen: • De wildpluk is in Nederland streng gereglementeerd omdat zij uitsluitend in kwetsbare natuurgebieden plaatsvindt (eigenlijk alleen in Zeeland en nog iets in Wieringen). Voor productiegroei is in Nederland dus alleen ruimte via de teelt van zeekraal. • De zilte groenten markt wordt in Nederland beheerst door enkele Zeeuwse groothandelaren, met name Elenbaas Zeegroenten en Adri Mossel (Bruijnooge in samenwerking met Jan Poleij) met op de derde plaats waarschijnlijk Prins en Dingemans. Deze handelaren hebben direct of indirect ook licenties voor de halfwildpluk in de Franse estuaria. Nederlandse telers komen slechts mondjesmaat aan de bak bij de Nederlandse groothandelaren.
  • 11. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 10 • Er zijn in Nederland slechts enkele telers. Sinds Hoogland aan de Friese waddenkust ermee is gestopt blijft in het Waddengebied alleen het Zilte Proefbedrijf op Texel over, de andere telers bevinden zich in Zeeland. De teelt is nauwelijks geprofessionaliseerd en nog erg afhankelijk van trial & error2 . • Op een enkele test-activiteit en de zeekraal-cress van Koppert Cress na is zeekraalteelt in Nederland vollegrond teelt. Dat betekent dat ze beperkt is tot het zomerseizoen en moet concurreren met de spelers die dan al in de markt zijn (Frankrijk en Israel). • De Nederlandse seizoenteelt past niet in de continuïteitseis van supermarktketens. Die supermarkten hechten sterk aan continuïteit en logistieke zekerheid. Daarmee heeft de Israëlische zeekraal een sterke troef in handen t.o.v. de meeste concurrenten. • Het Nederlandse product staat in de handel niet goed aangeschreven waar het om houdbaarheid gaat. • Telers zijn vooral afhankelijk van beperkte lokale afzet en kunnen qua prijs en houdbaarheid niet opboksen tegen de buitenlandse import. Het NL product is vooral te vinden op de lokale markt. De telers hebben geen toegang tot de grootstedelijke groeimarkten. • De markt wordt bovendien gekenmerkt door veel neringnijd en desinformatie naar de afnemer. Zeekraal uit Israël wordt verkocht als wild en biologisch, Franse zeekraal wordt verkocht als Zeeuws. 3.4. Kwaliteiten in de zeekraalmarkt Zilte teelten en met name zeekraal hebben een imago van zee en kust, wild en biologisch, verantwoord en vol mineralen en sporenelementen. Ze passen daarom goed bij de consument die geïnteresseerd is in voedsel-innovatie, gezond, slow food, echt voedsel, streekproduct e.d. De handel speelt daarop in en verkoopt alle zeekraal als bio, wild, een product van (onze) kust en zee. Echter, de ene zeekraal is de andere niet. In de handel is daarover erg weinig feitelijke kennis aanwezig en dat leidt tot veel misverstanden. Om daaraan iets te doen heeft de Zilte Kenniskring een Zeekraalwijzer gemaakt (www.zeekraalwijzer.nl;EVF projecten 2009 tot 2013), waarop veel over soorten, herkomst, teeltwijzen en smaak te vinden is. De informatie hieronder over kwaliteit is grotendeels gebaseerd op de kennis die ten behoeve van de Zeekraalwijzer verzameld is. Onder meer door smaakproeven uit te laten voeren in het Smaakcentrum van de WUR in Bleiswijk. Wat weten we van de herkomst, teelt en kwaliteit van de zeekraal in de Nederlandse markt? • In het zomerseizoen (half mei tot eind augustus) is het vooral import uit Frankrijk die op de markt te vinden is, grotendeels gereglementeerde wildpluk. De off season-markt wordt vooral bediend door import uit Israël. De Mexicaanse import is t.o.v. de Israelische concurrentie teruggelopen. In opkomst is de off-season import van in kassen geteelde zeekraal uit Frankrijk (Normandie, Bretagne, Vendée) en Portugal. Sporadisch is er ook nog wat import uit andere landen. • De Franse zeekraal is over het algemeen mooi van kwaliteit en smaakt goed. De meeste Franse zeekraal is half wild en groeit in estuaria op brak water en zeewater (Bretagne, Normandië, Vendée). Wel staat het snijden in Frankrijk onder druk als gevolg van de steeds strengere regelgeving. Snijden is alleen toegestaan met een licentie. Veel Franse zeekraal wordt in Nederland verkocht als ‘origineel Zeeuws product’. 2 Zilte Kenniskring draagt bij aan verdere professionalisering: zie Zeekraalwijzer
  • 12. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 11 • Israëlische zeekraal of liever zeekraalvarianten zijn wisselend van kwaliteit en oorsprong, ze zien er meestal beter uit dan ze smaken (gras smaak wordt nogal eens opgemerkt), hebben vaak wel een langere shelf life – mogelijk omdat niet met een echte Salicornia soort wordt gewerkt, maar met het meer robuuste Sarcocornia. Ze voldoen zeker niet aan het imago dat de handel eraan geeft: wilde en daardoor feitelijk biologische teelt op verzilte grond. Israëlische zeekraal komt uit de kassen van kruidentelers in de Negev-woestijn. De teelt heeft bovendien beslist een water- issue (de telers gebruiken zoet of licht brak water en voegen zout toe; zie ook recente Vitens problematiek). Israelische zeekralen zijn het hele jaar door verkrijgbaar. • De Mexicaanse zeekraal is de subtropische soort Salicornia bigelovii. Ze groeit in een estuarium op verzilte landbouwgrond en is in alle opzichten ‘zilte vollegronds teelt op zeewater’. Deze teelt is biologisch gecertificeerd en wordt om de smaak gewaardeerd. Is duurder dan de Israëlische zeekraal en heeft een wat kortere shelf life. In principe het hele jaar door verkrijgbaar, maar in Nederland van half september tot half mei. • Zeekraalcress uit de kas in Nederland vooral door Koppert Cress: een vrij kostbaar product vooral gericht op de horeca en met een beperkt volume. De smaak wordt positief gewaardeerd. • De Nederlandse geteelde zeekraal (Salicornia europea en Salicornia procumbens) wordt gewaardeerd om de smaak, maar het seizoen is relatief kort en de houdbaarheid laat volgens een aantal bronnen te wensen over. Veel zeekraal die als Zeeuwse wilde zeekraal wordt verkocht en waarvan de smaak wordt geroemd is in feite Franse zeekraal. Figuur 2. Zeekraal van verschillende herkomst, met de klok mee vanaf linksboven: Zeeland, Frankrijk, Mexico en Israël (foto Hans Elenbaas)
  • 13. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 12 IV. Stimulering van de Nederlandse Zilte Teelt: argumentatie Uit het bovenstaande blijkt dat de Nederlandse Zilte Teelt (en met name de zeekraalteelt) te kampen heeft met een aantal issues: • Kwaliteit. Met name de houdbaarheid3 is minder dan die van de buitenlandse. Ook al wordt in smaakproeven de NL zeekraal net zo hoog gewaardeerd als de Franse en is de smaak van de Israëlische zeekraal vaak ronduit abominabel (en de oorsprong discutabel), de handel prefereert de zeekraal uit Israël vanwege de langere shelf life (naast de lagere prijs). • Prijs: de hier geteelde zeekraal kan niet opboksen tegen de prijs van de Franse en Israëlische zeekraal • Kort seizoen: het zeekraalzomerseizoen is kort, aangezien zeekraal erg gevoelig is voor licht is het zeekraalseizoen in NL korter dan in de meer zuidelijke streken. Kort seizoen werkt nadelig: afnemers kopen dan vaak al zeekraal uit andere streken. Overigens gaat di t niet op voor zeeaster (aster tripolium). Daarvan is het seizoen langer. Andere zilte gewassen kennen een ander seizoen (zeekool van november – april), zilte aardappel van augustus tot mei. • Leveringszekerheid: telers zijn klein en daarmee kwetsbaar. • Desinformatie: buitenlandse zeekraal wordt ten onrechte als NL verkocht. Het foute verhaal: zeekraal wordt in de markt gezet als wild en bio, maar komt uit kassen en wordt geïrrigeerd met zoet water waaraan zout wordt toegevoegd. Al met al een lastige positie. Is het wel de moeite waard om zilte teelten in NL te bevorderen? 4.1. Waarom dan toch NL Zilt product stimuleren? We kunnen er niet omheen dat de lage delen van N en W-Nederland steeds zouter worden. Als gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute kwel in alle kustgebieden toe. Er zijn mogelijkheden om meer zoet water vast te houden door de aanleg van bassins of het vergroten van de ondergrondse zoetwaterlenzen4 . Er zijn echter limieten aan wat mogelijk is. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor duurder. Boeren verwachten tot op heden van de waterschappen dat ze zorgen voor de beschikbaarheid van zoet grondwater, maar dat lijkt dat op den duur lang niet overal vol te houden. Een aanzienlijk deel van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate verzilten. De voorspellingen gaan in de richting van 125.000 ha licht tot ernstig verzilte landbouwgrond in de komende 10 tot 20 jaar5 . Ontwikkeling van zilte teelten is alleen daarom al relevant. De vraag is dus: is er in de markt belangstelling voor een eerlijk echt NL Zilt product en hoe kan dat een behoorlijk marktaandeel verwerven. 4.2. Van schijnbare zwakte naar verkoopargument Als we eerlijk echt NL zilt definiëren via trefwoorden als: vollegronds, seizoen, zeewater of zoute kwel, streekproduct (waarbij we NL als streek beschouwen) en - eventueel - biologisch geteeld, sluit 3 Dit is een punt dat ook in 1995 al speelde, zie Avacon rapportage. En dat nu ook weer met nadruk wordt genoemd door diverse handelaren o.m. bio handel Kroon. Een kwaliteit issue dus dat mogelijk vooral te maken heeft met post harvest behandeling (wassen, koelen). 4 Project Spaarwater ism Waddenfonds: rendabel en duurzaam watergebruik in een verziltende omgeving. 5 Bron: Het zout en de pap’, InnovatieNetwerk, rapportnummer 07.2.154, juni 2007
  • 14. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 13 de in Nederland geteelde vollegronds zeekraal samen met andere zilte gewassen goed aan bij het imago van zilte groenten in de markt6 . Dat maakt het tot een ‘eerlijk’ product. Een kwalificatie die voor de huidige bewuste consument steeds belangrijker is geworden. Net als duurzaam, transparantie in de keten, dichtbij geproduceerd (de boer in beeld), biologisch, volgens het seizoen en innovatief. Daarbij gaat het altijd om producten met een verhaal en dat verhaal verkoopt het product (naast prijs en kwaliteit). 4.3. Samenwerking Maar zelfs als de NL teler erin slaagt dat goede verhaal over te brengen, staat hij alleen nog steeds zwak. Zaken als kwaliteit, leveringszekerheid, een zo lang mogelijk seizoen, continuïteit door met verschillende producten voor verschillende seizoenen te werken, zijn ook in een gunstig gestemde markt van doorslaggevend belang voor succes. De oplossing hiervoor kan alleen gevonden worden in samenwerking tussen telers en in korte ketens samenwerking tussen telers en specifieke marktpartijen7 . Vanuit deze conclusie is onderzocht of er marktpartijen zijn te vinden die raakvlakken hebben met dit ‘eerlijke verhaal’ en op basis daarvan bereid zouden zijn tot samenwerking met een coöperatieve groep zilte telers. Onder samenwerking wordt dan verstaan het onder bepaalde voorwaarden afnemen van een vast volume zilte groenten van NL oorsprong tegen een redelijke prijs. 6 Op het aspect ‘in het wild geoogst na’, maar gezien de steeds strengere regelgeving in met name Frankrijk is dat van afnemend belang. 7 Ook de Wageningse onderzoeker Van de Voort (2005) kwam tot een dergelijke conclusie. Van de Voort had de vlucht van de Israëlisch zeekraal weliswaar niet voorzien en heeft ook de ontwikkeling van de off season markt niet begrepen. Maar hij constateert wel dat kansen geboden worden door ‘samenwerking tussen telers onderling en verkorting van de keten’. ‘Door gezamenlijk op te trekken kunnen grotere partijen van zeegroenten worden voorzien.’ Van de Voort wijst op de ongelijke concurrentie positie van de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt door het knellende milieu beleid. Ook noemt hij als nadeel voor de vollegrondsgroentetelers dat zij onvoldoende marktgericht zijn en de mogelijkheden voormechanisatie onvoldoende benutten. Twee opmerkingen die volgens hem ook in hoge mate op de zeekraaltelers van toepassing zijn.
  • 15. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 14 V. Synergie met Marktpartijen Marktpartijen waarmee samenwerking is onderzocht vanwege een voor de hand liggende synergie zijn groothandels en toeleveranciers in de visserij-keten, idem voor de horeca en de biologische retail. Daarnaast is gepraat met een toeleverancier zilte producten aan de reguliere supermarkt. 5.1. Visserij Vanwege het traditionele consumptiepatroon van zeekraal in combinatie met vis was het onderzoeken van een mogelijke samenwerking met partijen in de visserij branche voor de hand liggend en bovendien een deel van de studie-opdracht. In de visketen zijn ontwikkelingen richting duurzaamheid gaande die goed aansluiten bij de bovengenoemde criteria voor zilte groenten. Trends die tot uitdrukking komen in Vis & Seizoen, de Goede Vissers, Dagverse vismarkten, Vergeten vissoorten en (eventueel) MSC-certificering. In de visketen is bovendien een trend naar diversifiëring van het productaanbod waarneembaar, die bijdraagt aan een open houding t.o.v. nieuwe producten. Voor al deze ontwikkelingen geldt dat het verhaal achter de vis van doorslaggevend belang is voor de verkoopwaarde ervan. Er is een zekere traditionele afname van zeekraal binnen de visketen. Groothandels in vis leveren die door aan de horeca en vishandels overal in Nederland. Het vermoeden dat aansluiting bij deze nieuwe ontwikkelingen in de visketen mogelijk is, werd bevestigd in gesprekken met Jakob Doorn (Vishandel Jan van As en Stichting Vis&Seizoen) en Joop Paauwen en Ida Sinke van Le Petit Pêcheur, schelpdierenbedrijf en toeleverancier van niet-vis producten aan Jan van As en Delhaize, HANOS. Van As verhandelt nu zo’n 100 kg zeekraal in de week, dus zo’n vijf ton per jaar. De grote overeenkomst in ‘het verhaal achter het product’ resulteerde in een onmiddellijke bereidheid van deze bedrijven om met een coöperatie van NL zilte telers aan de slag te gaan. Beide bedrijven zijn vooral gericht op de horeca. Een bijeenkomst van een drietal telers uit N-Holland en Zeeland bij Le Petit Pêcheur in Yerseke, leverde een blauwdruk van zo’n mogelijke samenwerking, maar maakte ook meteen duidelijk dat er nog wel een paar hobbels te nemen zijn voordat zoiets daadwerkelijk van start kan gaan (zie bijlage 4). 5.2. Vis en zilt in de supermarkt Een verkennend gesprek over de kansen van NL zilt in samenwerking met de visketen in de supermarkt werd gevoerd met duurzame seafood ondernemer Bart van Olphen (Fish Tales8 , voorheen Fishes). Albert Heijn is een supermarktketen met duurzaamheidspretenties en Van Olphen adviseert Albert Heyn over inkoop van vis- en aanverwanten. Toeleverancier van Wakame en zeekraal voor Albert Heijn loopt via Menken van den Assem. AH doet 24 ton zeekraal per jaar, waarvan 10 ton in de zomer. Van Olphen bevestigt in eerste instantie vooral dat voor de supermarkt continuïteit belangrijker is dan seizoen: ‘als je de zomermarkt wil hebben, moet je ook de off season markt in handen houden’. Interessant voor de toekomst is de vraag of een supermarkt als AH belangstelling zou hebben voor een NL-zilt product en bereid zou zijn er iets meer voor te betalen? • In principe wel maar alleen als ook de off-season markt is gegarandeerd. 8 Fish Tales produceert zowel boeken als producten voor de duurzame vismarkt, Fish Tales Foundation ondersteunt ontwikkelingsprojecten in de visserij)
  • 16. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 15 • Het bouwen van een Merk is cruciaal. Het bouwen aan een merk is het belangrijkste wapen voor een coöperatie van NL zilte groenten telers om positie te veroveren. Van daaruit zijn er ook export mogelijkheden. • Continuïteit en diversiteit. Naast continuïteit is een groter palet belangrijk zodat er een schap met zilte groenten kan ontstaan. Diversiteit is ook van belang voor risico spreiding. Van Olphen noemt als voorbeeld de zilte rucola (die hij op Texel proefde) en waarvoor volgens hem de klant graag bereid zou zijn iets meer te betalen. • MSC Certificering zou een kans kunnen zijn: zij gaan de scope al verbreden naar zeewier. Gezien het feit dat er veel verwarring is over de herkomst van zeekraal, waarbij in de zomer aantasting van natuurgebieden en off-season het verzilten van zoetwater in de Negev-kassen een rol speelt, zou je hieraan kunnen denken om onderscheid tussen duurzaam en niet-duurzaam te kunnen maken. In een later gesprek met Menken en Van den Assem, onder meer toeleverancier van Albert Heijn, wordt het beeld van de reguliere supermarkt verder genuanceerd. Menken verhandelt gemiddeld 700 à 800 kg zeekraal per week, zo’n 40 ton per jaar. De mindsetting van de supermarkten is aan het veranderen. Ook zij willen het liefst groenten van Nederlandse bodem. Supermarkt ketens en de speciale retail groeien langzamerhand naar elkaar toe. Binnen dat beeld is het zeer wel denkbaar dat een supermarkt een apart vak voor groenten van het seizoen gaat creëren. Daarin zouden de NL zilte groenten heel goed een plaats kunnen krijgen. Menken signaleert wel dat de houdbaarheid van de NL zilte groenten te wensen over laat. Die bleek naar hun ervaring niet langer dan zes dagen. De post-harvest9 behandeling is naar hun idee een belangrijke oorzaak hiervoor. Als dat kan worden opgelost is ook een stap voor stap opbouw van een NL zilt product onder een eigen label in samenwerking met supermarkt ketens een reële mogelijkheid. 5.3. Horeca Ook in de horeca zijn er ontwikkelingen richting echt eten en duurzaamheid. Zo is er De Stichting Ik kOOK Bewust, een onafhankelijk platform voor het bevorderen van het gebruik van eerlijke, seizoensgebonden, gezonde en natuurlijke voeding in de horeca. Het is een initiatief van restaurateur en smaakprofessor Peter Klosse waar een groeiend aantal chefs zich bij aansluit. Peter Klosse ziet mogelijkheden om via de Bewuste Horeca het NL zilte product te promoten. Horeca groothandel HANOS heeft het duurzaamheidsconcept opgepakt en levert een deel van het assortiment helemaal onder het label Ik kOOK Bewust. HANOS geeft aan zeker geïnteresseerd te zijn in de ontwikkeling van een NL zilt product en daaraan ook – onder voorwaarden - te willen bijdragen. De argumenten daarvoor liggen vooral in innovatie en duurzaamheid: • STREEK – betekent voor HANOS: meer duurzaamheid en wordt vertaald in een straal van een -tig aantal kilometers (niet een vast aantal). BIO leeft nu meer dan ooit, maar is in de horeca nog niet zo actueel als in de retail. • HANOS koopt bewust volgens verschillende lijnen in: o Deels gangbaar, waarbij kwaliteit en prijs bepalend zijn o Deels klant specifieke wensen o Maar: HANOS creëert ook vraag 9 Met name het wassen van de zeekraal zonder voldoende nadrogen is een waarschijnlijke oorzaak.
  • 17. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 16 • HANOS is in voor nieuwe dingen en kan werken met een coöperatief verband van telers. Zolang die maar herkenbaar zijn aan bijvoorbeeld een eigen codenummer (ivm tracebility). • HANOS zou igv assortiment zilt concept met een x-aantal artikelen willen gaan. Daarbij is het belangrijk om precies te weten wanneer gedurende het jaar de verschillende producten op de markt komen. • HANOS’logistiek is zeer fijnmazig. • De creatie van een merk wordt als van secundair belang gezien (dit is logisch, een merk versterkt de producent, niet de groothandel). • HANOS wil dan wel een zekere exclusiviteit10 , meedenken en kleinschalig opstarten. Samenwerken als partners en samen groeien. • Hoeveelheden nu: zeekraal 50 – 100kg in de week, minder dan 5 ton per jaar. Lamsoren minder. Zeekool enkele pakjes. 5.4. Toeleveranciers Bewuste Retail Bewuste Retail speelt in op bio en streek. Dat zijn zowel de winkels die uitsluitend biologisch gecertificeerd verkopen als die waar het begrip duurzaam iets breder wordt vertaald: transparantie van de keten, streekproductie e.d. Onder de Bewuste Retail vallen bijvoorbeeld alle natuurwinkels en ook de nieuwe supermarkten Marqt en Landmarkt. Sommige betrekken de zilte groenten via hun visleverancier. Andere via de biogroothandels, die deels weer beleverd worden door de biologische verse groentehandel Kroon (nu onderdeel van Vroegop Windig dat onlangs de biologische groothandel Natudis heeft overgenomen). Christian Janssen, categoriemanager agf AGF Kroon (biologische tak van Vroegop-Windig) doet zo’n 125 – 250 kg per week, dus ruim 10 ton per jaar. Lamsoren/zeeaster kleine omzet, de aanvoer daarvan is niet continue. • Kroon koopt vooral in via Adri Bruynooge. In de winter kiest men voor de zeekraal uit Israël vanwege de continuïteit en de houdbaarheid, in de zomer is de keuze qua herkomst groter. • Kroon koopt geen NL zeekraal vanwege de kwaliteit. Laatste keer ingekocht via AB. Die was (ook weer) slap en met smet. • Als de kwaliteit beter is willen alle afnemers van Kroon het Nederlands product. De Vroegop- Kroon consument is lichtgroen tot donkergroen. Het is typisch een zelf kokende consument. • Janssen adviseert klein te beginnen en dan stap voor stap opbouwen. Een eigen NL Zilt Brand is wel verstandig maar eerst moet de kwaliteit op orde zijn. • Uitbreiding van het palet is interessant en dan gelijk met een goed verhaal en recepten voor de consument: zilte rucola, zeevenkel. Hij is nog niet overtuigd van de zilte aardappel, sommige nieuwe aardappelrassen hebben naar zijn idee meer smaak (o.m. de Carolus). 10 Exclusiviteit moet goed gedefinieerd worden: het gaat vooral over prijs. De telers zouden het product niet elders goedkoper mogen aanbieden.
  • 18. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 17 VI. Kansen voor marktontwikkeling van Zilt-NL Er blijken dus wel degelijk marktpartijen die geïnteresseerd zijn in een gegarandeerde samenwerking met NL Zilte telers en bereid een eerlijk NL Zilt product voor een (iets hogere) prijs af te nemen. De voornaamste punten die naar voren komen zijn: • Kwaliteit: in alle opmerkingen hierover gaat het niet om smaak of stok (verhouting) maar om houdbaarheid • Het goede verhaal: dit moet controleerbaar zijn. • Een eigen zilt NL brand wordt als een sterk wapen in de markt gezien. Daaraan moet stap voor stap worden gebouwd. We gaan nog na welke argumenten daarbij van doorslaggevend belang zullen zijn: bio of streek of beide. Zie hiervoor de bijlagen over bio-certificering en certificering streekproduct. • Een groter palet: dit kan tegemoet komen aan de behoefte van de handel om het hele jaar zilte groenten in het zilte schap te hebben. Voor een deel van de retail is het heel acceptabel om niet altijd zeekraal in het schap te hebben, maar wel telkens een andere zilte groente • Samenwerking tussen telers wordt door de partijen die geïnterviewd zijn als zeer positief beschouwd. Het geeft meer leveringszekerheid. Wel moet vanwege de transparantie via een codering op de verpakking de feitelijke teler van een product altijd te achterhalen zijn. • NL telers staan alleen zwak, maar samenwerking in een coöperatief verband kan hun positie enorm versterken. Noodzaak tot begeleiding en ondernemerschap. Vanwege de noodzaak om het verhaal achter het product zo controleerbaar mogelijk te maken onderzoeken we wat het zou kunnen betekenen als het potentiële samenwerkingsverband zou werken met een biologisch certificaat en hetzelfde voor een certificering als streekproduct. Beide uitvoerig beschreven in twee bijlagen (Bijlage 3: Bio-certificering door Kees Boender van Your Well en Bijlage 4: Streekproductendoor Rene de Bruin van Streekwijzer Nederland i.s.m. Marc van Rijsselberghe van Zilt Proefbedrijf en Waddengoud). 6.1. Conclusies t.a.v. Bio-certificering: De conclusie van dit deel onderzoek luidt dat NL-Zeegroenten en natuurvoedingswinkels prima op elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche een uitstekende partner lijkt om NL-Zeegroenten op de kaart te zetten. Natuurvoedingswinkels • gaan voor lokaal en duurzaam • zijn landelijk verspreid • en efficiënt georganiseerd • passen qua volume ook goed bij het aanbod • bieden mogelijkheden in België • Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken Voorwaarden daarbij zijn:
  • 19. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 18 • gegarandeerde kwaliteit • bio-certificering • exclusiviteit • acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en groothandel • budget voor promotie • continu en voldoende aanbod Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio- keurmerk) noodzakelijk. De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de consument in de natuurvoedingswinkel. 6.2. Conclusies t.a.v. een premium brand voor zilte streekproducten In zijn overwegingen t.a.v. het creëren van een speciaal merk voor zilte streekproducten komt René de Bruin tot de conclusie dat de beste weg zou zijn het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk voor zilte streekproducten, aansluitend bij de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde criteria. Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct. Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte groenten: • Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria • Merkvoering en afzetorganisatie • Kwaliteitsborging / controle Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen: • Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken • Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten • Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke afzetkanalen worden gecommuniceerd. 6.3. Een eerste blauwdruk voor samenwerking en follow-up acties Naar aanleiding van een overleg in Yerseke tussen vissector en NH en Zeeuwse telers werd een aantal voorwaarden geformuleerd voor het bewerkstelligen van een onderlinge samenwerking tussen de telers: • Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers
  • 20. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 19 • Idem met de afnemer(s) • Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling) • Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s) • De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv Hollands Zilt of Zilt NL 6.4. Aanbevelingen/follow-up acties Naar aanleiding van de interviews, de verdere informatie in dit rapport en in discussie met de innovatiemanager Blueport-NW concluderen we dat de volgende follow-up acties gewenst zijn: • Kwaliteit-verbetering van bestaande teelten (met name zeekraal) is prioriteit nummer 1. Een betere houdbaarheid staat daarbij voorop. Met name de invloed van wijze van bemesting en de post-harvest behandeling moeten worden onderzocht. Dit voortbouwend op de kennis die al is opgebouwd door voorgaande projecten in Noord-Holland en Zeeland. De kwaliteit issues kunnen in samenwerking met Vishandel Jan van As, bio-groothandel Kroon en mogelijk de dagverse vismarkten worden uitgewerkt. Voor de financiële ondersteuning van deze actie zou mogelijk een beroep gedaan kunnen worden op het EFMZV (Europees fonds voor Maritieme zaken en visserij (opvolger van EVF. • Essentieel is het tot stand komen van een structurele samenwerking tussen de telers van zeekraal (en andere zilte gewassen) om deze kwaliteitsissues op te lossen, dit vooruitlopend op de coöperatieve samenwerking en het landelijke handelsmerk. Er is zeker behoefte aan steun voor een eerste vorm van samenwerking en vervolgens de organisatie van een Zilte NL-coöperatie. Mogelijk kunnen MKV, de Provincie NH en de KvK hier financiële en eventueel ook professionele ondersteuning bieden. • Voor de midden- en lange termijn is verbreding van het palet van groot belang. Dit kan het meest effectief gebeuren door de ontwikkeling van proefprojecten op diverse locaties in het noorden (provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen). Dit in samenwerking met onder meer het Waddenfonds, waar een groeiende belangstelling voor de verziltingsproblematiek bestaat. Vanzelfsprekend alles afgestemd op resultaten die met name in eerdere projecten in het Zeeuwse zijn geboekt.
  • 21. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 20 Bijlage 1. Verkennende gesprekken zijn gevoerd met: Esmeralda Loos-Dekker en Gert-Jan Sneekes, zeeverse Vismarkt Den Oever Jakob Doorn, visexpert Jan van As, een van de drijvende krachten achter Vis&Seizoen Le Petit Pecheur, gesproken met Ida Sinke en Joop Paauwe Bart van Olphen, voorheen Fishes, nu Fish Tales, tevens leverancier van zeekraal en zeewier en adviseur van Albert Heyn bij ontwikkeling van duurzame visconcepten Pim Visser, directeur Visafslag Den Helder en Blueport NW Bart Dekker, zeekraalsnijder van het eerste uur in Wieringen HANOS met Marcel Coulier (hoofd inkoop dagvers) en Henk Verwoert (inkoper AGF) Peter Klosse, Eigenaar Hotel Gastronomique De Echoput, Oprichter Academie voor Gastronomie, Lector Gastronomie bij Stenden University en Hogeschool Zuyd Maastricht en De Stichting ikkOOKbewust is een initiatief van Peter Klosse bedoeld om het gebruik van seizoensgebonden, gezonde en natuurlijke producten in de horeca en de zorg te bevorderen. Kas-telers: Timo ter Voort, Jan Marien Zuidema, Marco Minnes 24 maart 2014 Chris Jansen, biologische groente handel KROON (onderdeel van Vroegop-Windig) Ton Menken en Sonja den Ouden-Dekker van Menken van den Assem Mogelijke samenwerkingspartners: Jean Pierre van Wesemaele Michiel Quaak Hubrecht Janse Marc van Rijsselberghe Bijdragen van: Kees Boenders (bijlage biologische certificering) en Marc van Rijsselberghe en René de Bruin (bijlage streekproducten en branding)
  • 22. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 21 Bijlage 2. Bronnen Naast de interviews en overige bijdragen zijn de volgende bronnen voor deze studie gebruikt : Avacon. (1995). Marktonderzoek zeegroenten zee-aster en zeekraal, Avacon, Groningen, 1995. Groningen: Avacon. Hans Steenbergen (hoofdredacteur), M. d. (sd). 10 Vistrends. Food Inspiration Magazine. Ir. J. G. de Kempenaer, T. B. (2007). Het zout en de pap, Een verkenning bij marktexperts naar langetermijn mogelijkheden voor zilte landbouw. Utrecht: InnovatieNetwerk. Jeannette Hoek, J. v. (2003). Salicornia as a fresh vegetable. Amsterdam: OceanDesertEnterprises, ODE Amsterdam. M.P.J. Van der Voort. (2005). Marktperspectieven van Zilte Groente, herkomst en afzet van Zeekraal en Zeeaster . Alterra WUR, Alterra, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Lelystad. Wageningen: WUR. The Food Agency, W. (2013, september 9). Opgehaald van www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal: http//www.foodforfood/foodmonitor/artikel/nederlanders voorkeur aan lokaal Verhoeven, L., & Accountants, G. G. (september 2008). Commerciële analyse van het concept 'Zilte ProefTuin'. Thema Duurzaam Ondernemen. Utrecht: InnovatieNetwerk. Zilte Kenniskring. De Zeekraalwijzer. www.zeekraalwijzer.nl
  • 23. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 22 Bijlage 3. Marktkansen voor Zeegroenten door Biocertificering in de Nederlandse Natuurvoedingswinkels Deelstudie in het kader van de opdracht van Blueport NW aan Hoekse Waarde voor een Haalbaarheidstudie Zilte Teelten in NW-Nederland 1. Onderzoeksopdracht Onderzoek, uitgaande van een versnipperd en beperkt aanbod, waarin een intentie bestaat om te komen tot een samenwerking tussen de aanbiedende partijen, wat de marktmogelijkheden zijn voor zeegroenten uit Noord-Holland (NL-zeegroenten) in de natuurvoedingswinkels in Nederland en de rol die keurmerken daar bij kunnen spelen. Onderzoeker Kees Boender van Your Well heeft jarenlange ervaring in de natuurvoedingsbranche, o.a. als inkoper bij Natudis, en diverse producenten in de natuurvoedingsbranche. Hij is momenteel actief in de handel en het vermarkten van zeewier en aanverwante producten op de Nederlandse en Belgische markt. 2 Definiëring 2.1 Natuurvoedingswinkels Volgens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) zijn er ruim 400 winkels in natuurvoeding en reform. Daarnaast zijn zo'n 40 ambulante handelaren ingeschreven in deze branche.Bijna de helft van de ondernemingen met winkel werkt zonder personeel in loondienst. Dit zijn bedrijven waarin uitsluitend de eigenaar en eventueel gezinsleden werkzaam zijn. In 46% van de ondernemingen zijn 2 tot 10 personen werkzaam. Aantal winkels Bron: Locatus 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 aantal winkels 475 485 480 460 460 460 420 410 Bron: Hoofbedrijfschap Detailhandel Van deze groep zijn de reformwinkels van oudsher niet echt gericht op versproducten, maar meer op onbewerkte voedingsproducten, voedingssupplementen en verzorgingsproducten. Volgens mijn gegevens zijn er ca 230 echte natuurvoedingswinkels (waar vers een belangrijk omzetaandeel heeft). Overigens merken we wel dat steeds meer reformwinkels vers gaan verkopen. Ook boerderijwinkels profileren zich steeds meer met biologisch vers. Biologische markten zijn eveneens interessante verkoopplaatsen voor zeegroenten. Gezien de bijzondere aard van deze categorieën winkels laten we ze in dit onderzoek buiten beschouwing. Groothandels voor de (biologische) horeca vormen eveneens een interessante doelgroep. Naast de - nog kleine- markt voor biologische horeca, speelt de reguliere horeca ook steeds meer in op lokaal
  • 24. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 23 en biologisch. De horeca is vooral belangrijk voor de Ambassadeursfunctie die zij kan hebben m.b.t. zeegroenten. Gespecialiseerde biogroothandels zoals Ecoville, BD-Totaal en Udea leveren aan biologische restaurants, maar ook de reguliere horeca groothandels als Sligro, Hanos en de Kweker zullen geïnteresseerd zijn in lokale en biologisch gecertificeerde zeekraal. Gezien het specifieke karakter van de horeca en haar mogelijkheden zou een apart onderzoek hier voor nuttig zijn. 2.2 Nederland Ook in België zijn er veel natuurvoedingswinkels. Aantallen liggen hoger dan in Nederland, echter de winkels in België zijn vaak kleiner. Groothandels Natudis en Udea leveren daar ook en het valt te verwachten dat ook deze groep in België, misschien nog wel meer dan in Nederland, interesse heeft in zeegroenten. Dit zal in de mogelijkheden zeker mee moeten worden genomen. 2.3 Zeegroenten Zeekraal is in natuurvoedingsland geen onbekende, de andere zeegroenten wel, maar gezien het feit dat in de natuurvoedingswinkels ook vaak mensen komen voor bijzondere en culinaire producten is het zeker interessant om dit ook mee te nemen in het onderzoek. Binnen dit kader zou je ook nog zeewier mee kunnen nemen: veel mensen denken dat zeekraal een soort zeewier is. Zeewier mag zich verheugen in een toenemende belangstelling, iets waar ook zeegroenten van profiteren 2.4 Keurmerken Binnen de natuurvoedingsbranche is bio certificering cruciaal. Natuurvoedingsgroothandels willen eigenlijk alleen nog maar bio gecertificeerde producten opnemen. Niet-bio producten worden als dusdanig in de winkel ook aangegeven. Steeds meer gaat echter lokale productie belangrijk worden, lokaal wordt daarmee belangrijker dan bio. Inspelen op de niet-traditionele klant (bijvb. coeliakie patiënten met glutenvrije producten) neemt eveneens toe. Hier prevaleert glutenvrij boven bio. Naast het bio-keurmerk zijn o.a. veganistische, bio-dynamische en glutenvrije keurmerken van belang voor de natuurwinkels. Toch komt er steeds meer kritiek op “biologisch”, recent onder andere van Henry Miller en Richard Cornett op Project Syndicate, een prestigieus project waarin door knappe koppen wordt nagedacht over de toekomst in een volhoudbare wereld. Miller en Cornett noemen 'duurzaam' en 'biologisch' vage begrippen die vooral bedoeld zijn om het publiek een mooie belofte voor te houden. Ze schrijven: "Net als menig vaag, feel good concept duurzaam, is "duurzaam' nauwelijks meer dan mooie woorden. Zo wordt bijvoorbeeld duurzaamheid in landbouw meestal verbonden met biologische landbouw. De voorstanders zetten het neer als een 'duurzame' manier om de snel groeiende wereldbevolking te voeden. Maar wat betekent 'duurzaamheid' echt en wat is de relatie met biologische productiewijzen?" Miller en Cornett maken korte metten met biologische landbouw en zeggen dat gangbare landbouw veel ecologischer is geworden en de mensheid kan voeden, maar dan wel echt en niet met louter hoop zoals de voorstanders van biologisch landbouw eigenlijk doen. We kunnen niet zonder science- based research en ouderwetse science en slimmigheid, stellen ze. (Bron: Foodlog 16-6-2014).
  • 25. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 24 3 Marktsituatie 3.1. Omzet De Nederlandse biologische sector heeft een jaaromzet van 2 miljard euro (de export meegerekend). Ruim 1500 gecertificeerde biologische boeren en tuinders en ruim 1700 verwerkende bedrijven zijn momenteel in de sector actief. De sector verschaft werk aan ca. 100.000 mensen. De totale consumentenbestedingen aan biologische voeding zijn in 2012 voor het eerst boven de 1 miljard euro uitgekomen. Dit blijkt uit een inventarisatie van ketenorganisatie Bionext in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De meeste biologische voedingsmiddelen worden gekocht in de reguliere supermarkten, de biologische speciaalzaken en de 'out of home' sector. Volgens de Monitor Duurzaam Voedsel 2012, die in juni is verschenen, waren deze verkoopkanalen samen goed voor 934 miljoen euro. Uit de inventarisatie van Bionext blijkt dat in de 'overige verkoopkanalen', waaronder boerenmarkten, boerderijwinkels en reguliere speciaalzaken, voor nog eens 70,1 miljoen euro aan biologische voedingsmiddelen is gekocht. Hiermee komen de totale consumentenbestedingen boven de 1 miljard euro uit. Ongeveer de helft daarvan is voor rekening van de supermarkten. In 2012 zijn de consumentenbestedingen aan biologische voeding in de belangrijkste verkoopkanalen met 14,3% gestegen. Dit blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel van het ministerie van Economische Zaken, waar de Bio-Monitor deel van uitmaakt (BRON: Bionext). 3.2. Winkels en groothandels De markt voor natuurvoedingswinkels is Nederland is relatief overzichtelijk: Totaal per 1 juni 2014 ca. 230 natuurvoedingswinkels, waarvan onder een formule naam: Marqt 9 Estafette 17 Natuurwinkel 25 Ekoplaza 57 Marqt is een jonge, moderne formule, met een breed assortiment en groot vloeroppervlak, vooral gevestigd in de grote steden; Estafette is onderdeel van Estafette- Odin B.V. een coöperatieve groothandel in o.a. groente en fruit; Natuurwinkel is de franchise formule van groothandel Natudis (sinds kort onderdeel van de AGF groothandel Vroegop-Windig) en wordt vooral beleverd door vers groothandel Kroon. Ekoplaza wordt geleverd door de van oorsprong vers groothandel, maar tegenwoordig totaal leverancier Udea. De Zaaister is een onafhankelijke vers groothandel die in het noordoosten van het land veel (natuurvoeding)winkels bevoorraad en ook een eigen voedingslabel hanteert: Puur Noord Nederland (www.puurnoordnederland.NH). de Nieuwe Band is een kleinere coöperatieve groothandel in het Noorden van het land zonder vers aanbod.
  • 26. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 25 Navraag bij een aantal natuurvoedingwinkels leert dat er van de zeegroenten vooral zeekraal wordt verkocht, gemiddeld zo’n 1 a 2 kg per week, meestal afkomstig uit Israël. 3.3 De consument De veronderstelling dat een natuurvoedingswinkel vooral bezocht wordt door “geiten-wollen sokken” en andere alternatievelingen is niet meer van deze tijd. De natuurvoedingsbranche is de laatste jaren sterk geprofessionaliseerd en heeft daardoor ook een breder publiek gekregen. Consumenten die zich richten op kwaliteit, bijzondere producten, natuurlijke gezondheid en verzorging (fytotherapie, homeopathie), speciale diëten (gluten-, lactose vrij, afvallen e.d.) en uiteraard duurzaamheid: je komt ze allemaal in de natuurvoedingswinkel tegen. 4. Analyse 4.1 NL-Zeegroenten Sterkte-Zwakte analyse Sterk: Lokaal verbouwd Lokaal keurmerk Duurzaam verbouwd (op zilte grond) Zeekraal wordt steeds bekender Gezonde smaakmaker Lekker Betere kwaliteit dan buitenlandse Organisatie Zilte kenniskring Zwak: Prijsstelling Gering aanbod Onbekendheid overige zeegroenten Kleine aanbieders Seizoen product Houdbaarheid Weinig promotie Kansen: Belangstelling voor lokale producten Kansen in zowel horeca, natuurvoeding-, vis-, AGF als supermarktbranche Overzichtelijke structuur Nederlandse markt Belangstelling voor nieuwe groenten Belangstelling voor koken Kansen in België (en Duitsland?) Toenemende verzilting Bedreigingen: Economische ontwikkelingen Concurrentie speciaal kanaal en supermarkten Concentratie in de handel Macht supermarkten Concurrentie (prijs) buitenland (Mexico, Israël, Frankrijk, Portugal) en “Imitatie”.
  • 27. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 26 Conclusie: NL-zeegroenten hebben veel marktmogelijkheden en kunnen in veel distributiekanalen interessant zijn. Zeekraal kan daarbij in alle kanalen afgezet worden, de overige zeegroenten vooral in het speciaal kanaal en horeca. Voorwaarde daarbij is dat de USP’s van NL-zeegroenten goed worden gecommuniceerd: Gezond, natuurlijk, duurzaam en ….lekker! NL-zeekraal zal door de relatief hoge prijs wel gevoelig zijn voor goedkope buitenlandse concurrentie en imitatie. 4.2 De consument De consument (M/V) laat zich natuurlijk niet echt indelen, maar voor wat betreft NL-zeegroenten moeten we op zoek naar de consument die gaat voor: # lekker en bijzonder eten, # gezondheid, # natuurlijk en duurzaam eten en/of, # “culinair” eten bereiden Deze consument zal NL-zeegroenten vooral bij de specialist zoeken, t.w. natuurvoeding-, vis- en AGF- winkel. Voor zeekraal kan hij ook bij de supermarkt terecht. Voor zeekraal zal eerder “gericht” gezocht worden dan voor de overige zeegroenten. Deze zullen veeleer “impulsief” in de winkel gekocht worden Op de langere termijn zal ook de “reguliere” consument zeekraal vanwege de vele bijzondere eigenschappen op gaan nemen in het eetpatroon, en zal zeekraal niet meer weg te denken zijn uit de gemiddelde keuken. 4.3 Natuurvoedingswinkels Sterkte-Zwakte analyse: Sterk: Klanten op zoek naar duurzaam, gezond, bijzonder en/of lokaal Willen zich onderscheiden Zoeken kwaliteit Adviesfunctie (?) Geen prijs-kopers Groeiende branche Steeds meer, beter en efficiënter georganiseerd Garantie voor biologisch Zwak: Relatief kleine winkels en kleinschalig Kansen: Toenemende belangstelling voor bio- en lokale producten. Bedreigingen: Supermarkten steeds meer in bio en lokaal Concurrentie van andersoortige aanbieders: landwinkels, streekboxen, webwinkels e.d. Economische ontwikkeling Toenemende kritiek op bio-certificering en –werkwijze.
  • 28. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 27 Conclusie: Natuurvoedingsconsument wil: lekkere, gezonde, biologische en liefst lokale producten en is bereid om daar voor te betalen. De winkels willen zich met dit soort producten, mits gecertificeerd, onderscheiden en de groothandels bieden de mogelijkheden voor efficiënte distributie en promotie. Gemiddelde verkoop zeekraal nu is 1 a 2 kg per week 4.4 Overige kanalen A/ Horeca De betere horeca is zeker geïnteresseerd in NL-zeegroenten. Volumes daar verkocht zijn echter sterk wisselend, afhankelijk van seizoen, kaart e.d.. Het prijsaspect is hier niet zo belangrijk. Horeca kan een goede “ambassadeur” zijn voor NL-zeegroenten, maar is gezien de veelheid aan (zelfbedienings) groothandels op dit vlak wat minder efficiënt te bedienen. B/ Viswinkels Zeker geïnteresseerd in de verkoop van zeekraal, al is de consument die daar koopt wat minder bewust van de herkomst der producten, en zal deze veel meer op de prijs letten. Overige zeegroenten zijn vooral voor de betere viswinkels interessant. Viswinkels zijn meer en meer aan het “diversificeren” met een steeds groter wordend randassortiment. C/ AGF-winkels Ook groenteboeren zullen zich graag onderscheiden met NL-zeegroenten. Deze groep winkels wordt echter wel steeds kleiner en de vraag is of zij ook voor voldoende volume in de toekomst kunnen blijven zorgen. D/ Supermarkten Supermarkten zijn zeker geïnteresseerd in lokale en duurzame producten, echter de volumes zeekraal die in eerste instantie aangeboden worden zullen absoluut niet toereikend zijn voor de vraag. De vraag is tevens of de supermarkt consument bereid is om een meerprijs te betalen voor NL- zeegroenten
  • 29. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 28 5. Eindconclusie Kijkend naar de uitgangspunten en analyses kunnen we stellen dat NL-Zeegroenten en natuurvoedingswinkels prima op elkaar aansluiten en dat de natuurvoedingsbranche bij uitstek de partner lijkt om NL-Zeegroenten op de kaart te zetten. Natuurvoedingswinkels # gaan voor lokaal en duurzaam # zijn landelijk verspreid # en efficiënt georganiseerd # passen qua volume ook goed bij het aanbod # bieden mogelijkheden in België Daarnaast kan ook de (biologische) horeca een goede partij zijn om mee samen te werken. Voorwaarden daarbij: # gegarandeerde kwaliteit # bio-certificering # exclusiviteit # acceptabele prijsstelling consument (max. 1,5 x de reguliere prijs) en marge winkelier en groothandel # budget voor promotie # continu en voldoende aanbod Keurmerken, hoe verschillend daar momenteel ook over gedacht moge worden, zijn voor het onderscheidend vermogen van NL-zeekraal (streekkeurmerk) en natuurvoedingswinkels (EKO/bio- keurmerk) noodzakelijk. De stelling die ter ondersteuning van dit alles wordt geponeerd: Er is maar een groep consumenten die lokaal en duurzaam momenteel echt belangrijk vindt en daar ook voor wil betalen: de consument in de natuurvoedingswinkel. Tinte, juni 2014 Your Well The Seaweed company Drs. Kees Boender
  • 30. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 29 Bijlage 4. Naar een (keur)merk voor Zilte Streekproducten De markt voor Zilte groenten in Nederland is groeiende. Traditioneel worden zilte groenten (vnl. zeeaster en zeekraal) vooral in het wil gesneden op schorren in Zeeland en kwelders langs de Waddenkust. De laatste jaren is er een aantal bedrijven ontstaan waar de teelt van zilte groenten professioneel ter hand wordt genomen. Naast de traditionele lokale afzet in de wildsnij-gebieden neemt de vraag in horeca en supermarktketens toe. In deze kanalen wil men het product jaarrond kunnen aanbieden, wat betekent dat er relatief veel wordt geïmporteerd uit landen met een ander groeiseizoen, zoals Frankrijk, Israël en Mexico. De vraag is nu welke mogelijkheden er zijn om de marktpositie van in Nederland geteelde zilte groenten te versterken. Alles wijst erop dat de paar Nederlandse telers die er zijn hun kracht moeten zoeken in: seizoen, streek, volle grond - slowfood-achtige kenmerken. Bovendien lijkt het een goed idee als ze onder één noemer gaan samenwerken en een duidelijk brand gaan opbouwen. Hierbij wordt gedacht aan een brand als Zeekust.nl In deze notitie worden de mogelijkheden verkend op welke manier een dergelijke samenwerking of krachtenbundeling plaats kan vinden. Hierbij wordt gekeken naar reeds bestaande (streek)merken en certificeringen voor seizoen- en streekproducten. Hierbij wordt aandacht besteed aan de volgende bouwstenen van een premium brand voor zilte groenten: • Gemeenschappelijke kwaliteitscriteria • Merkvoering en afzetorganisatie • Kwaliteitsborging / controle A. SPN en het Erkend Streekproduct De landelijke stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) is in 1999 opgericht door 6 regionale streekproductenorganisaties. SPN zet zich in voor de ontwikkeling en versterking van duurzame streekgebonden voedselproductie in Nederland. SPN ondersteunt aangesloten regionale organisaties en producenten(groepen), beheert het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ en voert projecten uit die bijdragen aan het vergroten van de bekendheid en marktkansen voor streekproducten. Het landelijk keurmerk ‘erkend streekproduct’ staat voor 1. regionale herkomst van grondstoffen, 2. be- en verwerking in de streek en 3. maatschappelijk verantwoord (duurzaam) produceren (MVO). SPN werkt nauw samen met een aantal regionale organisaties, die een eigen regionale keurmerk / promotiemerk beheren en toekennen aan producten uit de streek. Deze organisaties hanteren
  • 31. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 30 dezelfde criteria als SPN voor het ‘erkend streekproduct’. SPN ondersteunt en adviseert deze organisaties bij de ontwikkeling en implementatie van het regionale keurmerk. Door middel van audits ziet SPN er op toe dat de gemaakte afspraken worden nageleefd. Voorbeelden van regionale keurmerken zijn: Deze streekmerken hun waarde op het gebied van promotie, netwerk en ketenvorming en (begeleiding van) productontwikkeling bewezen, zij het in uiteenlopende mate. De streekmerken bieden enerzijds een waarborg aan consumenten en afnemers over herkomst en verantwoorde productiewijze en anderzijds een uitstekend platform om gezamenlijke promotie van producten en diensten vanuit een regio benadering te organiseren (regiomarketing). De streekmerken hebben het karakter van een keurmerk, hetgeen wil zeggen dat de producenten (individueel of in collectief verband) primair zelf verantwoordelijk zijn voor productie en afzet van hun producten. Het streekmerk is hieraan ondersteunend. Het streekmerk is dus geen afzetorganisatie. Bij 2 van deze regionale keurmerken (Waddengoud en Zeker Zeeuws) zijn reeds producenten van zilte groenten aangesloten. Voor deze producten zijn productiereglementen opgesteld waarin de basisvoorwaarden voor deelname aan het keurmerk zijn beschreven (op basis van de algemeen geldende SPN criteria). Tussentijdse conclusies: • Het feit dat er reeds producenten van zilte groenten aangesloten zijn bij regionale – aan SPN verbonden – keurmerken biedt aanknopingspunten voor de ontwikkeling van landelijke kwaliteitscriteria voor zilte groenten en een gezamenlijke positionering als premium product. • De regionale merken hebben vooral zeggingskracht en uitstraling in de eigen streek, resp. voor de promotie van een breed assortimenten van streekproducten en diensten uit die streek. • De regionale keurmerken zijn minder geschikt als een landelijk kwaliteitsmerk (brand) voor zilte groenten. B. Naar een premium brand voor zilte streekproducten Gezien het bovenstaande zijn er 2 reële opties om te komen tot een premium brand voor zilte streekproducten: 1. Het ontwikkelen van een nieuw streek-keurmerk, zoals bijvoorbeeld ‘Zeekust’, voortbouwend op de criteria van SPN. Door aansluiting te zoeken bij SPN kan gebruik worden gemaakt van de expertise bij de ontwikkeling van streekmerken, het opstellen van kwaliteitscriteria en de borging ervan.
  • 32. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 31 Deze optie heeft een aantal duidelijke nadelen: • er ontstaat overlap met reeds bestaande streekmerken (Waddengoud, Zeker Zeeuws), hetgeen het voor producenten en consumenten niet duidelijker maakt • een nieuws streekmerk voegt primair niet veel toe aan de bestaande streekmerken, productie en afzet blijven primair de verantwoordelijkheid van de producenten en hun keten-partners 2. Het ontwikkelen van een (landelijk) handelsmerk voor zilte streekproducten, aansluitend bij de door SPN en regionale keurmerken ontwikkelde criteria. Producenten uit Zeeland kunnen hierbij het Zeker Zeeuws keurmerk gebruiken, producenten uit het Waddengebied het Waddengoud keurmerk. Nieuwe producenten kunnen aanhaken bij een van de regionale keurmerken, of kiezen voor het landelijk keurmerk Erkend Streekproduct. Deze optie heeft een aantal duidelijke voordelen: • Het voegt duidelijk iets toe t.o.v. de bestaande regionale keurmerken • Het biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een eigenstandige afzetorganisatie, of aansluiting bij een bestaand handelshuis met ervaring in de afzet van zilte groenten • Op regionaal niveau kan aansluiting gezocht worden bij promotie en afzetondersteuning van Waddengoud of Zeker Zeeuws, de herkomst van de producten kan ook in landelijke afzetkanalen worden gecommuniceerd. C. Hoe verder? SPN kan als landelijke organisatie een rol spelen in de ontwikkeling van de premium brand voor zilte streekproducten, waarbij een deel van de uitvoering zou kunnen liggen bij de regionale keurmerkorganisaties. Het gaat hierbij onder meer om het nader onderzoeken van het draagvlak, opstellen van gezamenlijke kwaliteitscriteria, ontwikkeling merk-organisatie (eigendom en beheer), afspraken maken met handelsorganisaties etc. Op termijn zal de organisatie zich moeten verzelfstandigen waarbij SPN i.s.m. de regionale keurmerkorganisaties een toezichthoudende rol krijgt. René de Bruin Streekeigen Producten Nederland
  • 33. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 32 Bijlage 5. Samenwerking tussen zilte telers en marktpartijen met een vergelijkbaar verhaal Naar aanleiding van de marktverkenning Zilte Teelten in NW Nederland door Jeannette Hoek (verleend door Blueport NW) werd een bijeenkomst georganiseerd op 16 april in Yerseke bij Le Petit Pêcheur om een mogelijke samenwerking tussen NL Zilte Telers met de vissector te onderzoeken. Deelnemers Ida Sinke en Joop Paauwe (Le Petit Pêcheur), Maarten Janse (vader en vervanger van Hubrecht, Marc van Rijsselberghe en Robin Konijn (Zilt Proefbedrijf Texel), Michiel Quaak, Jeannette Hoek (JCH, OceanDesertFood/Hoekse Waarde). Deze bijeenkomst resulteerde in een verzoek aan JCH om een concept voor een mogelijke samenwerking te formuleren. Bij deze een stuk dat A. als basis kan dienen voor samenwerking en B. een achterliggend verhaal vertelt. A. Samenwerking Uitgangspunten : • De Nederlandse zilte teelt kan alleen van de grond komen als er een markt voor de producten ontstaat. Telers kunnen in hun eentje onvoldoende opboksen tegen de bestaande marktpartijen. • USP’s van de Nederlandse telers zijn ‘van dichtbij’ en ‘van het seizoen’. Daarnaast zouden ook ‘kwaliteit’ en ‘volle grond’ en ‘zout of brak water’ als basis-criteria kunnen gelden. • Door de krachten van de NL telers te bundelen in een vorm van coöperatie en als zodanig afspraken te maken met daarvoor geschikte marktpartijen kan mogelijk een doorbraak voor het NL Zilte product worden gecreëerd. • Het gaat dan met name om marktpartijen die volgens vergelijkbare principes werken en bereid zijn afspraken te maken over volumes en prijs. • Een telers ‘coöperatie’ betekent grotere leveringszekerheid, een langer seizoen en een grotere variatie aan producten. Korte termijn: n.a.v. de bijeenkomst 16/04 een concept samenwerkingsovereenkomst het oprichten van de hier beoogde samenwerking Lange termijn doelstelling: Doel van de telers-samenwerking: het creëren van een gegarandeerde markt voor echt Nederlands Zilt product, om zodoende de ontwikkeling van zilte teelten in NL te bevorderen. Het streven is in eerste instantie het veroveren van een niche om van daaruit verder te bouwen, met als uiteindelijk doel een zo breed mogelijk pakket en een zo groot mogelijke markt. Marktpartijen: In eerste instantie lijkt een synergie mogelijk met de visketeni , en wel bij bedrijven die werken volgens de principes van Vis en Seizoen: Jan van As, Fa Tel, en de groothandels Hanos en Delhaize. Partner uit de vissector: Le Petit Pêcheur levert aan deze bedrijven schelpdieren en aanverwante non-fish producten en heeft een uitstekende infrastructuur ter beschikking – inclusief transport door heel Nederland, koeling en een verpakkingslijn. Het uitbouwen van aanverwante non-fish producten sluit aan bij een trend die
  • 34. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 33 met name naar de horeca toe steeds sterker wordt, maar ook in de grotere en betere vishandels zichtbaar is. Praktisch gesproken is Le Petit Pêcheur bereid klein te beginnen en van daaruit uit te bouwen. Er is een vaste prijs voor zeekraal genoemd van 6 Euro. Volumes zijn nog niet vastgesteld. Zilte teeltpartijen: In deze beginfase een groep van drie telers • Zilt Proefbedrijf/Zilte Teelten BV Texel?, • De Heerlijkheid Wolphaartsdijk • Michiel Quaak Producten zijn: zeekraal, zeeaster/lamsoor, zeekool, ijskruid, zilte aardappel, ... Noodzakelijke voorwaarden: • Wederzijds respect en vertrouwen en een gedeelde lange termijn doelstelling tussen de telers • Idem met de afnemer(s) • Heldere afspraken over uitgangspunten en doelen, waarbij klein wordt begonnen, maar met een groot doel voor ogen (zie lange termijn doelstelling) • Uitvoerbare afspraken over kwaliteit (zie ook www.zeekraalwijzer.nl), volumes, prijzen en promotie tussen de coöperatieve telers onderling en als coöperatie met de afnemer(s) • De ontwikkeling door en voor de telers van een gemeenschappelijk en controleerbaar label, bijv Hollands Zilt of Zilt NL Vervolgstappen: 1. Overeenstemming over uitgangspunten tussen de drie telers 2. Samenwerking vast leggen in een conceptsamenwerkingsovereenkomst met het 1e jaar als een soort proefjaar: alles zo eenvoudig mogelijk. 3. Ondertussen kijken naar bestaande organisatievormen voor het vervolg. 4. Met Le Petit Pêcheur producten, volumes en prijzen 1e jaar vaststellen 5. Uitzoeken wat te doen om gecertificeerd label te creëren. 6. Mogelijkheden onderzoeken om subsidie voor de ontwikkeling van zo’n coöperatie/gecertificeerd label te krijgen.
  • 35. 20140825, Rapportage Marktonderzoek Zilte Teelten 34 B. Het verhaal erachter Nederland wordt steeds zouter. Als gevolg van zeespiegelstijging, inklinking en ‘slijtage’ van veenlagen op grotere diepte neemt zoute kwel in alle kustgebieden toe. Het zoet houden van oppervlakte water wordt moeilijker en daardoor duurder. Een aanzienlijk deel van onze landbouwgrond zal op den duur in meer of mindere mate verzilten. Ontwikkeling van zilte teelten is daarom relevantii . De zilte teelt in Nederland blijft achter bij de ontwikkeling van de markt voor zilte groenten. Dit is goed te zien aan de hand van de (geschatte) verhandelde volumes zeekraal in de afgelopen 2 decennia. Werden in 1995 de verhandelde volumes geschat op 78 tot 112 ton per jaar (Avacon- rapport 1995), in 2012 ging het om volumes van 600 tot 700 ton per jaar (Zeekraalwijzer). Een aanzienlijke groei die geheel aan de Nederlandse teler voorbij ging. Het aandeel van de Nederlandse teelt bedroeg zo’n 10 à 15 ton per jaar. En eenzelfde of iets groter volume werd in het wild geplukt – met name op de Zeeuwse kwelders. De groei in de Nederlandse zeekraalmarkt is helemaal ten goede gekomen aan buitenlandse telers (Israël, Frankrijk, Portugal, Mexico) en enkele grote Nederlandse handelaren, die de markt beheersen. Van andere zilte gewassen zijn de volumes moeilijker in te schatten. We weten dat zilt gewas nummer 2 (lamsoor of zeeaster) een veel beperkter handelsvolume kent. Nieuwe zilte gewassen zijn in opkomst, met name zeekool, ijskruid, zeevenkel en meer recent de zilte aardappel doen hun eerste stappen in de markt. Deze nieuwe gewassen worden in Nederland en België ontwikkeld. De belangstelling van de consument voor zilte teelten lijkt groeiende – met name onder consumenten/chef koks die geïnteresseerd zijn in voedsel innovatie, gezond, streekproduct e.d. Daarbij telt het verhaal achter het product in toenemende mate mee. De handel speelt daarop en past de waarheid voor de goede zaak regelmatig naar believen aaniii . Nederlandse zilte teelten zouden daarom veel baat kunnen hebben bij een gecontroleerd zilt label met een goed en eerlijk verhaal. i In andere sectoren – met name de groente sector – zijn waarschijnlijk ook partners te vinden die volgens dezelfde principes willen werken. ii Willen we de zilte gebieden blijven benutten, dan tekenen zich de volgende gebruiksrichtingen af: A. Kleinschalig in samenhang met natuurontwikkeling en landschap. Teelt van diverse zout tolerante gewassen in verschillende gradaties van zout (van zeewater tot licht brak). Veel variatie, de groenteteelt is arbeidsintensief maar kan gepaard gaan met extensieve teelt van biomassa. Landschap met riet, zout tolerante boomsoorten, waterpartijen, zilte teelten, vee en toeristische activiteiten. B. Grootschalig: ontwikkeling van zout tolerante vormen van stapelgewassen die momenteel al worden geteeld (voorbeeld: de zilte aardappel, rogge, bieten). Volledig gemechaniseerde uniforme teelt. Vraagt om gelijkmatige, relatief geringe verzilting. Landschap vergelijkbaar met N-Groningen. C. Bodemloze teelt: de zoute grond wordt uitsluitend benut als oppervlak voor teelten op kunstmatige bodems – veelal in kassen. Industrieel landschap. Combinaties met aquacultuur denkbaar. iii Bekende voorbeelden: Franse zeekraal wordt verkocht als echt Zeeuws. Israëlische zeekraal komt op de markt als in het wild geplukt dus ‘bio’, maar wordt in werkelijkheid meestal in de kas gekweekt op zoet water waaraan zout is toegevoegd.