3. • Wat is een energielabel?
• Wie mag een energielabel maken?
• Wat kun je ermee?
• Wat moet je ermee?
• Wanneer wordt het lastig?
4. Energielabel Utiliteitsbouw
Het energielabel laat de energieprestatie van
een gebouw zien en welke energiebesparende
maatregelen mogelijk zijn. De labelklasse
loopt van A++++ (weinig
besparingsmogelijkheden) naar G (nog veel
besparingsmogelijkheden). Het energielabel is
maximaal 10 jaar geldig.
5. • Alleen energieadviseurs met een BRL-
certificaat mogen een energielabel voor
utiliteitsgebouwen afgeven.
• Het bedrijf moet gecertificeerd zijn
• De persoon moet gediplomeerd zijn
• Deze bedrijven en de personen vind je op
QBIS.nl
6.
7.
8. Wettelijke aanwijzing BEG en REG
BRL 9500
03/06
Opnameprotocollen
ISSO 75.1
Energielabel
Basismethode
(BB en NB)
Detailmethode
(NB, BB (EI < 1,05)
Opbouw energielabel
9. Basismethode
Energielabel
Detailmethode
• Hoogst haalbare A
• Nagenoeg gelijk aan de
methode van voor 1 juli
2014
• Bepaling labelplichtig
deel afgestemd op NEN
7120
• Bestaande bouw en
nieuwbouw
• Hoogst haalbare A++++
• EPC berekening is de
basis voor het
Energielabel
nieuwbouw
• Methode gebaseerd op
NEN 7120
16. Wat kun je ermee?
• Opzoeken op EP-online.nl
• Maatregelen bepalen die je kunt nemen
• Staat van het gebouw bepalen
- G = veel te nemen maatregelen
- A = weinig te nemen maatregelen
• Gebruiken als inkoopcriterium wanneer je op
zoek bent naar een nieuw gebouw
• Gebruiken bij een green lease contract als
eis om naar toe te werken
17. Wat kun je er niet mee?
• Energieverbruik bepalen
- Is erg afhankelijk van het gebruik
- Op het energielabel staat alleen het theoretisch
gebouwgebonden energiegebruik onder standaard
condities
- Stekkerapparatuur is niet gebouwgebonden
18. Wat moet je ermee?
Energielabelplicht
• Overheidsgebouwen moeten een energielabel
hebben
• Energielabel moet aanwezig zijn bij verkoop of
verhuur, verantwoordelijkheid bij verkoper
• Energielabel moet aanwezig zijn bij oplevering
nieuwbouw utiliteitsgebouw
- Verantwoordelijkheid energielabel ligt bij initiatiefnemer,
dus
> bij projectontwikkelaar als het verkocht wordt
> bij belegger als hij opdracht geeft om te bouwen
> bij eindgebruiker/eigenaar
19. Opdrachtgevers die opdracht geven
om een EPC te berekenen, geven ook
meteen opdracht om achteraf een
Energielabel te maken
Dat kan namelijk via dezelfde
software
TIP
20. Wat moet je ermee?
Afficheringsplicht
• Energielabel moet bij een advertentie
getoond worden
• Overheidsgebouwen > 500 m2 moeten het
energielabel op zichtbare plek ophangen
• Publieke gebouwen > 500 m2 moeten het
energielabel, dat vanuit de verplichting is
opgemaakt, op zichtbare plek ophangen
21. Publieke gebouwen
• geheel of gedeeltelijk openbaar zijn voor
publiek
• Met de hoofdfunctie (via Bouwbesluit)
- bijeenkomsten
- gezondheidszorg
- kantoren
- logies
- sport
- winkels
22. Wanneer wordt het lastig?
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet
toe op de naleving van
• Energielabelplicht bij transactiemomenten
• Energielabelplicht voor overheden
• Afficheringsplicht voor overheden en
publieke gebouwen
23. Handhaving
• Communiceren en overtuigen
• Last onder dwangsom
- Er is nog een mogelijkheid om te herstellen
• Bestuurlijke boete, met een maximum van
€ 20.250
- NB deze moet nog in de Woningwet worden
vastgelegd, ligt nu bij Eerste Kamer
24. Bij RVO.nl kun je terecht voor
• Projectendatabase ter inspiratie voor
energielabelsprong
• Energiecijfers
• Energieneutraal bouwen (verplicht vanaf
2020)
• Voorlopig en definitief woningbouwlabel
• Installatiekeuring
28. • Er zijn 19370
utiliteitsgebouwen
met een
energielabel
Wat doet het
Platform
Duurzame
Huisvesting?
Editor's Notes
Specifiek voor nieuwbouw wordt overgeschakeld voor de EPC methode= detailmethode
EPC berekening als uitgangspunten om te controleren of maatregelen daadwerkelijk getroffen zijn
De berekening dient als basis voor het energielabel
Software is geschikt gemaakt.
NEN 2916 is vervangen door NEN7120
Het alleen hebben van een EPC berekening is niet meer voldoende. Deze moet daadwerkelijk worden omgezet naar een Energielabel
- bijeenkomsten. Zoals musea, bibliotheken, stadhuizen, vergadercentra, cafés, restaurants, hotels. Niet: kinderopvang, gebouwen van Defensie en Luchtmacht.- gezondheidszorg. Zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen. Niet: gesloten inrichtingen.- kantoren. Zoals ministeries, provincies, gemeenten, rechtbanken, waterschappen en stadsdeelkantoren (alle kantoren die via een entree/hal/balie toegankelijk zijn voor publiek). Niet: kantoren waarvoor je speciale toestemming nodig hebt. Bijvoorbeeld een gebouw van Defensie met slagbomen.- logies. Zoals hotels, pensions.- sport. Zoals sportscholen, stadions, zwembaden.- winkels. Zoals supermarkten, kledingwinkels, showrooms van garages, banken.