SlideShare a Scribd company logo
1 of 24
Download to read offline
SGS INTRON BULLETIN1 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
DECEMBER 2020
Certificering asbestvrij staal
van Purified Metal Company
Steeds meer duurzame
keuzes voor A16 Rotterdam
SGS helpt bij ontmanteling
fosforfabriekThermphos
SGS INTRON BULLETIN2 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
Misschien ligt het aan mij, maar als ik het dagelijkse nieuws be-
kijk, lijkt de waan van de dag te overheersen. Ik zie dagelijks wis-
selende cijfers, prognoses, meningen, bezorgde en boze mensen,
de discussies tussen deze twee groepen en de nabeschouwin-
gen over deze discussies. Op langere termijn wordt dit een ver-
moeiend verhaal. Waar zijn de mooie artikelen over degelijk on-
derzoekswerk, nieuwe innovaties en vernieuwingen waar we in
de toekomst echt iets aan hebben? Ze zijn er natuurlijk wel, maar
ik wil er meer van lezen! Zal ik het voortouw nemen en niet ge-
heel toevalligerwijs enkele projecten opnoemen waar we in de
nabije toekomst met z’n allen van gaan profiteren?
Mijn collega’s, echte vakmensen, zijn namelijk dagelijks in de
weer om de kwaliteit van morgen te bepalen. Mooie verhalen
waarbij je een positief toekomstgericht beeld kunt schetsen. Dit
doen we zelf als SGS, maar soms ook met deskundige partners,
want samen kun je meer dan alleen.
	• Wij beoordelen de kwaliteit van de stalen sluisdeuren van de
in aanbouw zijnde Nieuwe Sluis Terneuzen, die momenteel in
China in productie zijn.
	• Dagelijks beoordelen wij wapeningsconfiguraties in bestaande
betonconstructies en hoeden onze opdrachtgevers voor het
boren van kernen op de verkeerde plek – u wilt niet weten hoe
vaak de werkelijkheid afwijkt van de bouwtekening!
	• We monitoren samen met Zensor gedurende de komende 10
jaar de kwaliteit van geopolymeerbeton toegepast in een con-
structieve wand, op afstand, met sensortechnologie.
	• We beoordelen de werking van slimme oplossingen voor het
saneren van constructies waar verf met chroom-6 is toegepast.
	• Wij beoordelen het proces bij Purified Metal Company waarbij
verontreinigd metaalschroot in een uniek proces wordt ver-
werkt tot asbestvrije metaalproducten.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dit zijn projecten en ontwikkelingen waar ik graag over lees en te
weinig in het nieuws over terugzie. Het is natuurlijk het vakgebied
waarin we ons begeven, maar het zijn ook allemaal ontwikkelin-
gen met de bedoeling een duurzame invulling te geven in wat wij
nodig hebben als maatschappij. Dus meer van dit alstublieft.
ONZEKERE TIJDEN?
VERTROUW OP VAKMANSCHAP COLUMN
RON LEPPERS
SGS INTRON BULLETIN3 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
De nieuwe recyclingfabriek van Puri-
fied Metal Company maakt staalpro-
ductie met 75 procent minder ener-
gieverbruik – en dus CO2 – mogelijk
én hergebruik van grote hoeveelhe-
den anders onbruikbaar staalafval.
Vandaar dat Koning Willem Alexan-
der eind september zelf naar Delf-
zijl kwam om de fabriek te openen.
“Wij zijn het eerste bedrijf ter we-
reld dat op milieuvriendelijke wijze
van gevaarlijk staalafval een schone
premium grondstof voor de staalin-
dustrie kan maken”, vertelt CEO Jan
Henk Wijma enthousiast. “Bijzon-
der is dat we dit ook kostenefficiënt
doen: we brengen de kosten voor de
samenleving omlaag. Wat wij ver-
werken, hoeft niet naar de stort”.
VAN STORTEN NAAR HERGEBRUIK
Staalproducenten mogen staalschroot verontreinigd met gevaarlijke stoffen zo-
als asbest, chroom-6, kwik of lood niet verwerken, ontdekte Wijma toen hij zelf
nog bij een staalsmelterij werkte. Als schoonmaken niet lukt, is storten de eni-
ge optie. Onacceptabel, vond Wijma. Kon het niet anders? Samen met zijn huidi-
ge compagnons Nathalie van de Poel en later ook Bert Bult ging hij in het diepste
geheim op zoek naar de puzzelstukjes die uiteindelijk samen de oplossing vorm-
den. “We hebben gebruik gemaakt van bestaande en bewezen technologieën, die
we samengevoegd hebben tot een uniek en volledig geautomatiseerd proces.”
EXPORTPRODUCT
Wijma heeft nog altijd het gevoel op goud te zitten. “Ons proces is een exportpro-
duct voor de BV Nederland. We hebben het kunnen patenteren in Europa, de VS, Aus-
tralië en Japan. Veel westerse economieën met een strenge milieuregelgeving kam-
pen met min of meer hetzelfde probleem als wij. Staal is in het verleden veel gebruikt
in combinatie met gevaarlijke stoffen die in die tijd nuttig leken, bijvoorbeeld omdat ze
corrosie of slijtage tegengingen. Als dat staal aan het eind van de levensduur van een
bouwwerk schroot wordt, ontstaat er een probleem. Reinigen kost vaak veel geld en
als het niet lukt, moet het materiaal gestort worden. Alleen al in Nederland gaat jaarlijks
60.000 tot 80.000 ton staal met asbest per jaar naar de stort. Die hoeveelheid loopt op
met de grootte van de economie. In Duitsland bijvoorbeeld is het al acht keer zoveel.”
PURIFIED METAL COMPANY MAAKT SCHONE
GRONDSTOF VAN GEVAARLIJK STAALSCHROOT
MEER INFORMATIE: WILFRED EIJGELAAR WILFRED.EIJGELAAR@SGS.COM
JAN HENK WIJMA
SGS INTRON BULLETIN4 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
VOLLEDIG SCHOON
Bij het ontwerpen van een fabriek die
staalschroot met asbest zou kunnen ver-
werken, hielden Wijma en zijn com-
pagnons er rekening mee dat er in dat
staal ook andere vervuilingen aanwe-
zig kunnen zijn. Zoals chroom-6, kwik
of lood. “Dat komt vaak voor. Onze fa-
briek is zo opgezet dat we álle veront-
reinigingen eruit halen. Zware meta-
len worden tijdens het staalsmeltproces
van ons product gescheiden. Alleen as-
best zou er in theorie nog in kunnen zit-
ten. De gevaarlijke asbestvezels verdwij-
nen echter ook: ons proces zet ze om in
een onschuldig mineraal. Dat willen we
graag door een gerenommeerde par-
tij als SGS INTRON Certificatie laten cer-
tificeren. Zodat het ook geborgd is.”
SGS INTRON BULLETIN5 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
“SGS INTRON
Certificatie helpt ons
aan te tonen dat er geen
vezel asbest in zit”
BETROUWBAAR CERTIFICAAT
Voor Purified Metal Company is het be-
langrijk dat SGS een wereldspeler is.
“Om naar de markt toe geloofwaardig
te zijn, moet je gerenommeerde partij-
en aan je binden. SGS INTRON Certifi-
catie heeft de expertise en kwaliteit in
huis die wij zoeken.” Vóór ingebruikna-
me hebben enkele SGS INTRON Certifi-
catie-consultants de recyclingfabriek be-
zocht. Ieder onderdeel van het proces
- ook het gedeelte waar normaal geen
mensen komen vanwege de gevaarlij-
ke stoffen – is tot in detail bekeken. Dit
om de kritische parameters te bepalen
op basis waarvan SGS INTRON Certifi-
catie bij audits de (asbestvrije) kwaliteit
van het product en proces kan beoorde-
len. “Wij hebben volledige openheid ge-
geven”, zegt Wijma. “Wij gaan alleen
producten leveren waar geen asbest in
zit, maar willen dat ook onafhankelijk la-
ten vaststellen. Tijdens het sitebezoek
viel mij de deskundigheid van de SGS IN-
TRON Certificatie-consultants op. Ze wa-
ren positief kritisch, vroegen dóór, keken
verder en lieten zich niet met een kluitje
in het riet sturen. Allemaal met het doel
uiteindelijk een betrouwbaar certificaat
af te geven. Ik heb er alle vertrouwen
in dat dat eind 2020 nog gaat lukken.”
ZEER GEWILD
De fabriek van Purified Metal Compa-
ny richt zich primair op de Nederland-
se markt. “Dat is ook belangrijk”, ver-
telt Wijma. “Want vanaf 2021 geldt er
in ons land een stortverbod van staal
met asbest. Omdat wij ook staal met bij-
voorbeeld chroom-6 kunnen verwer-
ken, komen we in Nederland al gemak-
kelijk op 100.000 ton staalschroot per
jaar. Daarvan maken wij Purified Me-
tal Blocks™ ofwel PMB’s. Dat zijn blok-
ken van maximaal 10 kg luxe grondstof
die de staalindustrie – in plaats van ijzer-
erts – kan gebruiken om nieuwe produc-
ten van te maken. Verpakkingsstaal of au-
to-onderdelen bijvoorbeeld. Het mooie
is, dat we badges van 20 ton produce-
ren die volledig gereinigd en homogeen
van samenstelling zijn. Bij transport ne-
men de blokken bovendien weinig ruim-
te in. Al die aspecten helpen staalver-
werkers om hun emissie aan de bron
te reduceren. Dat maakt ons product
zeer gewild.” Tegelijkertijd is ook de be-
langstelling voor het proces groot. “Er
komt al een paar duizend ton schaal-
schroot uit België, Duitsland en Grieken-
land naar ons toe. Ik ben ervan overtuigd
dat er meer fabrieken moeten komen.
Over de hele wereld wat mij betreft.”
SGS INTRON BULLETIN6 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
Tussen het Terbregseplein en de A13
legt bouwcombinatie De Groene
Boog de nieuwe A16 Rotterdam aan.
Het wordt het eerste energieneutrale
stuk snelweg inclusief tunnel ter we-
reld. Zonnepanelen in het tracé gaan
alle energie leveren die per jaar nodig
is voor de verlichting en installaties.
Daarnaast kiest de bouwcombinatie
waar mogelijk voor materialen met
een lage milieu-impact en probeert
ze de CO₂-uitstoot tot een minimum
te beperken. “We dagen onszelf,
onze toeleveranciers en onderaanne-
mers voortdurend uit om duurzame
keuzes te maken. Hoe meer we
daarmee bezig zijn, hoe meer ideeën
en ook mooie resultaten er komen”,
merkt Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (MVO)-manager Sjoerd
Gijezen. Dat maakt De Groene Boog
niet alleen groen, maar ook ‘groos’:
het Rotterdamse woord voor trots.
MKI STIMULEERT GEBRUIK
MILIEUVRIENDELIJKE
MATERIALEN
De Groene Boog, een consortium van
Besix, Dura Vermeer, Van Oord en
TBI-bedrijven Croonwolter&Dros en
Mobilis, realiseert de A16 Rotterdam in
opdracht van Rijkswaterstaat. Samen kre-
gen ze al de ‘Duurzame Parel’ toegekend:
een prijs voor de unieke manier waarop
ze de Aanpak Duurzaam GWW (Grond-,
Weg- en Waterbouw) in dit project toe-
passen. Omdat duurzame maatregelen in
de tenderfase beloond werden, heeft De
Groene Boog de lat op dat punt meteen
hoog gelegd. “We konden scoren op drie
duurzaamheidsaspecten: materiaalge-
bruik, energieverbruik en CO₂-reduceren-
de maatregelen”, legt Gijezen uit. “Met
betrekking tot de toegepaste bouwma-
terialen hebben we een mooie belofte
gedaan: die van een lage milieubelasting,
vertaald in een Milieukostenindicator
(MKI) van 30 miljoen euro voor het hele
project bij een levensduur van honderd
jaar”. Blijft de Groene Boog hieronder,
dan betekent dat een bonus. Een hogere
milieubelasting brengt echter een boete
met zich mee, die flink op kan lopen bij
de grote hoeveelheden materiaal die in
dit project gaan.
SJOERD GIJEZEN
STEEDS MEER DUURZAME KEUZES VOOR
A16 ROTTERDAM
MEER INFORMATIE: BOB ROIJEN BOB.ROIJEN@SGS.COM
SGS INTRON BULLETIN7 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
LCA’S VAN ALLE TOEGEPASTE
BOUWMATERIALEN
Voor De Groene Boog is dit een extra sti-
mulans om binnen de randvoorwaarden
op het gebied van kwaliteit en planning
te kiezen voor de meest milieuvrien-
delijke producten. “We gebruiken veel
bulkmaterialen, zoals zand, grond, asfalt
en beton, maar bijvoorbeeld ook pre-
fab-elementen, damwanden, geleiderails,
geluidsschermen en tijdelijke bekisting.
Om aan te tonen dat we onze belofte
uit de tenderfase nakomen, moeten we
nu van ieder product of materiaal apart
inzichtelijk maken wat de milieu-impact
(de MKI-waarde) is. Dat gebeurt door
projectspecifieke levenscyclusanalyses
(LCA’s) op te stellen. Bob Roijen van
SGS INTRON is hier al vanaf mei 2019
gemiddeld 1,5 dag per week mee bezig.
Want het opstellen van zo’n LCA is een
heel gepuzzel.
INZICHT IN IEDERE
PRODUCTFASE
Gijezen: “Samen kijken we welke gege-
vens we nodig hebben en hoe we die het
beste boven tafel kunnen krijgen. Veel
informatie moet van onze leveranciers
komen. Waar halen ze hun grondstoffen
vandaan? Hoe duurzaam is hun proces?
Maar vervolgens kijken we ook naar het
transport, hoe het product in het werk
wordt aangebracht, hoe en met welke
frequentie onderhoud nodig is en hoe
lang het materiaal meegaat.” “We zijn
een goed team als het om het verzame-
len van alle benodigde informatie gaat”,
vindt Bob Roijen. “Gesprekken met
leveranciers gaan we vaak samen aan.”
“Over het algemeen werken die goed
mee en geven ze openheid van zaken”,
ervaart Gijezen. “Lastiger was het om uit
het project tijdig de informatie te halen
die we nodig hadden. Gegevens waren
soms gewoon nog niet beschikbaar,
bijvoorbeeld omdat het ontwerp nog
onvoldoende uitgewerkt was.” Tegelijker-
tijd was er vanuit het project regelmatig
behoefte aan inzicht in onze MKI-bere-
keningen. Bijvoorbeeld om uit meerdere
geschikte betonmengsels de meest duur-
zame optie te kunnen kiezen. We hebben
de milieu-impact van damwanden met
dertig procent kunnen verlagen, door te
kiezen voor secundair staal. En ook de
overstap op biobrandstof voor veel trans-
portbewegingen heeft een groot verschil
gemaakt.” Inmiddels is bijna tachtig
procent van de LCA’s klaar. “We hebben
goede hoop dat we onder de MKI van 30
miljoen gaan uitkomen.”
STEEDS MEER IDEEËN EN
INITIATIEVEN
In het begin leek het daar niet op. Er was
veel scepsis. Loopt met al die duurzame
maatregelen de planning niet in het hon-
derd? Gaat het niet te veel geld kosten?
“Nu zien we dat het mogelijk is om hele
mooie resultaten te behalen”, vertelt Gije-
zen enthousiast. Wij hebben bijvoorbeeld
ingeschreven met CO₂-prestatieladder
niveau 5. Dat niveau vereist dat je in
je project innoveert, door middel van
proeftuinen. Wij hebben dat gedaan door
maandelijks thematafels over specifieke
onderwerpen te organiseren. Over elek-
trificatie van bouwmaterieel bijvoorbeeld.
Daaruit zijn mooie initiatieven voortgeko-
men die we nu in de praktijk vormgeven.
We gaan een aantal elektrische graafma-
chines inzetten, een hybride aggregaat
en een shovel en minigraver gevoed door
een mierenzuuraggregaat.”
Artist impression
SGS INTRON BULLETIN8 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
Voor SGS INTRON is het belang-
rijk om met de laatste stand der tech-
niek mee te gaan. Zo hebben we
recentelijk een tweede nieuwe scan-
ner aangeschaft voor het detecte-
ren van wapening in betonconstruc-
ties. Het gaat om de HILTI PS300,
de opvolger van de HILTI PS200.
MET DE TIJD MEE: DE HILTI PS300
MEER INFORMATIE: THEODOOR GIJSBERS
THEODOOR.GIJSBERS@SGS.COM
Na aanschaf van de eerste PS300 zijn wij
op onze verschillende proefblokken gaan
experimenteren om te kijken hoe deze
werkt ten opzichte van de oude versie. De
nieuwe PS300 heeft een groot display,
gelijk aan de twee HILTI PS100-radars.
Hierop wordt het resultaat van de meting
direct weergegeven, met daarbij een in-
dicatie van de betondekking op de staven
en de onderlinge afstand van de staven.
De PS300 kan dieper en nauwkeuriger de-
tecteren, tot wel 200 mm. Hiermee is de-
tecteren van voorspanning en dieper ge-
legen wapening mogelijk. Het scannen
kan in linescans (2D) alsook in imagescan
(3D) worden uitgevoerd. De nauwkeu-
righeid is afhankelijk van de staafdiame-
ter en diepte. De meetnauwkeurigheid is
±1mm, bij 50 mm diepte. De betondek-
king op de wapening kan tot een meet-
bereik van 120 mm worden bepaald.
De gemaakte scans kunnen worden opge-
slagen, worden uitgelezen en nader wor-
den geanalyseerd om vervolgens de re-
sultaten op te nemen in een rapportage.
SGS INTRON BULLETIN9 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
TOCH HANDELSBELEMME-
RINGEN
“Het hele stelsel is opgezet om ervoor
te zorgen dat er geen handelsbelemme-
ringen tussen de verschillende Europe-
se landen zijn”, vertelt Bartels. “Maar nu
ontstaan er toch weer barrières tussen
landen. Voor de CPR hebben we in CEN/
TC 351 voor zowel uitloging als binnen-
lucht één Europese standaard meetme-
thode ontwikkeld. De meetmethode is
dus in alle landen hetzelfde. Als je een Ne-
derlands product naar bijvoorbeeld Duits-
land exporteert, volstaat het om het alleen
in Nederland te testen. Maar dan moet in
de productnorm wel verwezen worden
naar de te gebruiken (nieuwe) meetme-
PUBLICATIE VAN NIEUWE NORMEN STAGNEERT
DOOR GEPLANDE HERZIENING CPR
MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM
De Europese Commissie wil
het stelsel voor de CE-marke-
ring van bouwproducten, de
Construction Products Regula-
tion of CPR, compleet anders
gaan inrichten. Herziening is
nodig, vinden ze, omdat de
bestaande geharmoniseerde
normen voor bouwproducten
veel vragen oproepen en tot
juridische geschillen leiden.
Ondertussen ligt de publicatie
van nieuwe normen al meer
dan een jaar stil. Er worden
geen mandaten afgegeven
om nieuwe productnormen
te maken. En ook de opname
van nieuwe meetmethodes in
de productnormen stagneert.
Jeroen Bartels is voorzitter
van de Europese technische
commissie CEN/TC 351, ter
beoordeling van vrijkoming
van gevaarlijke stoffen uit
bouwproducten. We vragen
hem wat dit betekent.
thode. Nu dit niet gebeurt, zal een product
dat in Nederland geaccepteerd is, minder
gemakkelijk ook in Duitsland of andere Eu-
ropese landen geaccepteerd worden.”
NIEUWE EUROPESE
UITLOOGPROEVEN
Bartels loopt in de praktijk tegen dit pro-
bleem aan: “Wij werken in opdracht van
de Europese Commissie aan meetme-
thoden voor de derde groep van essenti-
ële eisen voor CE-markering: die over mi-
lieu-hygiënische en gezondheidsaspecten
van bouwproducten. In de afgelopen pe-
riode hebben we nieuwe Europese uit-
loogproeven ontwikkeld, die in laborato-
ria zoals dat van SGS INTRON gevalideerd
JEROEN BARTELS
SGS INTRON BULLETIN10 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
zijn. Nederland wil trekker van de techni-
sche commissie 351 ‘Dangerous Substan-
ces’ zijn om de aanpak van het Besluit Bo-
demkwaliteit in stand te houden. Dat is
gelukt: de Nederlandse meet- en analy-
semethodes voor uitloging zijn in CEN/
TC 351 overgenomen na afstemming op
de Duitse aanpak. Alle instrumenten lig-
gen klaar. Nu gaat het erom dat ze – via
de productnormen van de verschillende
product-TC’s – ook aangewezen en ge-
bruikt gaan worden. Daar stokt het.”
IMPLEMENTATIE NIEUWE
METHODES VERTRAAGD
Met als gevolg dat producenten ge-
bruik blijven maken van de oude nor-
men en meetmethoden. “Er is niet me-
teen een hiaat in de regelgeving. Maar
we staan wel stil”, zegt Bartels daarop.
Toch kunnen de nieuwe proeven wel al
toegepast worden. “Er liggen heel bruik-
bare ‘Technical Specifications’. De nieu-
we methode is iets sneller, maar levert
geen significant andere resultaten op.
Het zou beter zijn als de Europese Com-
missie de nieuwe uitloogproeven ook zou
voorschrijven, zodat producenten en re-
gelgevers ernaar kunnen verwijzen.”
VERIFICATIE DOOR DERDE?
Wat ook nog onduidelijk is, is hoe de Eu-
ropese Commissie in de herziene CPR
zal omgaan met de zekerstelling van re-
sultaten. Van heel veel productaspecten
kan de producent zelf aangeven of het
product voldoet. De Europese Commis-
sie neigt ernaar dit ook voor milieuaspec-
ten toe te laten. Nederland, onder an-
dere Ulbert Hofstra van SGS INTRON,
pleit ervoor om dit niet te doen. “Wij wil-
len in het belang van mens en milieu
vasthouden aan de in Nederland gehan-
teerde werkwijze, waarbij een onafhan-
kelijke derde partij altijd de meetresulta-
ten moet verifiëren,” zegt ook Bartels.
NIET ONNODIG TESTEN
Daarnaast hoopt Bartels dat de Europe-
se Commissie een uitspraak gaat doen
over de testfrequentie van bouwmateria-
len: “Wij hebben ze voorgesteld het pre-
dicaat ‘Without Testing’ of ‘Without Fu-
rther Testing’ in te voeren. Bijvoorbeeld als
een product heel stabiel is en altijd mee-
tresultaten onder de limietwaarde ople-
vert. Of als bepaalde stoffen, bijvoorbeeld
organische, niet in een product voorko-
men. Het zou de industrie enorm helpen
als ze die moeilijke en kostbare testen dan
niet of minder vaak hoeven te doen.”
LIEVER AANPASSEN DAN
COMPLEET HERZIEN
Herziening van de CPR heeft grote ge-
volgen voor bouwproducenten. Vanuit de
hele bouwindustrie – Europees en natio-
naal – is dan ook een lobby gaande voor
een pragmatische aanpak: de CPR al-
leen aanpassen en niet compleet herzien.
Dan komt er veel sneller duidelijkheid.
“Het Standing Committee for Constructi-
on (SCC), waar alle Europese landen in zit-
ten, kan mogelijk ook de vaart erin bren-
gen”, denkt Bartels, “door te zorgen dat
de Europese Commissie weer overgaat
tot de formele publicatie van de normen.”
Uitloogonderzoek in het SGS INTRON laboratorium
SGS INTRON BULLETIN11 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
UITBREIDING CERTIFICATIEAANBOD MET URL
4005 – HISTORISCH BETON
MEER INFORMATIE: JEROEN POS JEROEN.POS@SGS.COM
Uitvoerende Richtlijn (URL) 4005 beschrijft de werkwijze van een betonrestaura-
tiebedrijf bij het restaureren en onderhouden van historisch beton in monumenten,
voor zowel betonnen bouwdelen en componenten met behoudenswaardige aspec-
ten, als voor beton zonder behoudenswaardige waarde en/of beton waarvan deze
waarde niet behouden hoeft te worden. Na een goede beoordeling op basis van URL
4005 ontvangt men als betonrestauratiebedrijf het bijbehorende procescertificaat.
LICENTIEOVEREENKOMST
SGS INTRON Certificatie heeft sinds kort een licentieovereenkomst met Stichting Erken-
de Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) dat zich focust op de kwaliteit bij onder-
houd, restauratie en verduurzaming van monumenten. Daarnaast beheren en beoordelen
ze hieraan gerelateerde richtlijnen. Wanneer gebruikt wordt gemaakt van ERM-erkende
bedrijven, is men verzekerd van specialistische kennis en kunde in de monumentenzorg.
Het certificatieaanbod van SGS INTRON Certificatie is sinds kort uitge-
breid met URL 4005 – Historisch beton. De richtlijn sluit goed aan bij certifi-
cering voor onder meer BRL 3201 – Reparatiewerkzaamheden aan beton.
Ondertekening licentieovereen-
komst door Walter de Koning
(Stichting ERM) en Jeroen Pos
(SGS INTRON Certificatie)
SGS INTRON BULLETIN12 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
SGS HELPT BIJ ONTMANTELING FOSFORFABRIEK
THERMPHOS
MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM
HEIKELE MEGAKLUS
Bij grote hitte wordt van fosfaaterts het
element fosfor gemaakt. “De chemische
processen in een fosfaatfabriek zijn te ver-
gelijken met die in hoogovens”, legt Wil-
lem Schipper uit. “Thermphos was een
gigantische fabriek die onverwacht stil
kwam te liggen. Met als gevolg dat er
overal, ook in de installaties en op het hon-
derden hectares grote buitenterrein dui-
zenden tonnen grondstoffen, halffabrica-
ten, eindproducten, bijproducten en afval
achterbleven. Veel van dat materiaal was
licht-radioactief. Radioactiviteit is speci-
fiek voor fosforproductie: de grondstof –
fosfaaterts – is van nature licht-radioactief
en die radioactiviteit hoopt zich op in be-
paalde processtromen en installatieonder-
delen.
De laatste fosforfabriek van Europa,
Thermphos in Vlissingen, ging begin
2013 failliet. De verwachte doorstart
kwam er niet. Ontmantelen was de
enige optie die overbleef. Van Citters
Beheer kreeg de opdracht de sanering
uit te voeren en te zorgen dat de grote
hoeveelheid deels gevaarlijke materia-
len op het terrein zo goed mogelijk te-
rechtkwam. Als verkoop of hergebruik
niet mogelijk was, dan moest het
materiaal veilig gestort worden. “Een
omvangrijke en heikele klus die we nu
bijna geklaard hebben”, kijkt Manager
Chemie en Afval Willem Schipper van
Citters Beheer terug. WILLEM SCHIPPER
“SGS kan als enige licht-
radioactief materiaal
op de juiste manier
bemonsteren en keuren”
SGS INTRON BULLETIN13 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
Fosfor kan bovendien spontaan ontbran-
den, wat een uitdaging op zich vormde
voor een veilige verwerking. Mijn taak was
om voor iedere reststroom apart te be-
kijken wat ermee gedaan kon worden.”
BOUWSTOF, GRONDSTOF
OF AFVAL?
Dat betekent automatisch onderzoek. SGS
bleek de enige partij in Nederland die het
licht-radioactieve materiaal van Thermp-
hos op de gewenste manier kon onder-
zoeken en keuren. “Wij zijn bekend met
de materie, geaccrediteerd voor mon-
sterneming en partijkeuringen in het ka-
der van BRL SIKB 1000 én hebben een ei-
gen stralingsdeskundige, Erik Malta”, legt
projectleider Ulbert Hofstra uit. “Hij heeft
onze erkende monsternemers Mark Bak-
ker en Robert Voncken en de mensen
in ons laboratorium verteld welke veilig-
heidsmaatregelen ze moesten nemen en
waar ze in de omgang met het radioactie-
ve materiaal op moesten letten. Van be-
paalde materialen op het Thermphoster-
rein hebben we ter plekke onderzocht of
ze geschikt waren als grondstof voor be-
ton. De restanten fosforslakken zijn toe
te passen als (niet-vormgegeven) bouw-
stof. Daarop voeren we daarom stan-
daard bouwstofkeuringen uit. De partij-
keuringen van de afvalstromen die we
ook uitvoeren, zijn heel vergelijkbaar.
Daarbij bepalen we met wat voor ma-
teriaal we precies te maken hebben en
of het wel of niet gevaarlijk afval is.”
IEDERE RESTSTROOM APART
AFVOEREN
“Die partijkeuringen zijn belangrijk om ons
afvalmateriaal te kunnen storten”, vertelt
Willem Schipper. “Ook bij de stortplaats
voor gevaarlijk afval moet je aantonen wat
je precies aanbiedt. Ik ben chemicus, dus
ik had wel een idee wat we op het ter-
rein van Thermphos aan materialen zou-
den kunnen aantreffen. Toch zijn we in
de installaties soms nog resten en afzet-
tingen tegengekomen die we niet direct
verwachtten. Wij hebben het materiaal
steeds verzameld, iedere stroom apart.
En dan Mark Bakker van SGS INTRON ge-
vraagd om monsters te komen nemen.
De samenwerking verloopt heel soepel.”
SAMEN SANEREN
Mark is het daarmee eens: “Ik kom met
plezier. Het materiaal staat altijd netjes
voor me klaar, binnen of buiten. Normaal
gesproken neem ik aselectief twee meng-
monsters. De ene keer was dat van 100
ton materiaal in big bags, de andere keer
uit een huizenhoge berg fosforslakken van
20.000 ton. Vooraf bepaalt Van Citters Be-
heer altijd de radioactiviteit. Die ligt meest-
al ruim onder de grenswaarde van 100
becquerel per gram. Dan mag ik de mon-
sters nemen en zijn er eigenlijk geen vei-
ligheidsrisico’s. Toch neem ik altijd zo min
mogelijk radioactief materiaal mee, voor-
zien van een speciale sticker. Vooraf over-
leg ik met het laboratorium, hoeveel ze mi-
nimaal nodig hebben om de analyses uit
te voeren. Tegelijkertijd moet ik mij na-
tuurlijk houden aan beoordelingsricht-
lijn 1000, protocol 1002: monsterneming
van niet-vormgegeven bouwmaterialen,
die een minimale monstergrootte voor-
schrijft.” ‘Saneren doe je samen’, staat op
het grote bord bij Thermphos. “Dat heb-
ben wij hier met succes gedaan”, vindt
Mark. “Het is fijn om bij te dragen aan
het goed afvoeren van alle afvalstoffen.”
SGS INTRON BULLETIN14 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
AUDITS OP AFSTAND: WERKT DAT WEL?
MEER INFORMATIE: BAS VAN OOSTEN BAS.VANOOSTEN@SGS.COM
Sinds het begin van de coronacrisis
werken de kantoormedewerkers van
SGS grotendeels thuis. Zo min moge-
lijk contactmomenten is het devies.
Maar werkt dat ook voor de auditoren,
die vaak twee keer per jaar één of
meerdere dagen naar de klant toe-
gaan om productmonsters te nemen,
de administratie te controleren en/of
werkprocessen te beoordelen? “De
veiligheid van onze klanten en audito-
ren staat voorop”, zegt Operationeel
Manager Bas van Oosten van SGS
INTRON Certificatie. “Wat op afstand
kan, doen we daarom op afstand.”
We vragen twee auditoren naar hun
ervaringen met deze ‘remote audits’.
NAUWELIJKS NOG NAAR HET
BUITENLAND
Auditor William Kennis nam vóór corona
regelmatig het vliegtuig voor een audit in
het buitenland: “Mijn klanten zijn interna-
tionale producenten van dak-, gevel- en
isolatiematerialen. Ik houd mij bezig met
KOMO-productcertificering. Daarvoor
bezoek ik normaal gesproken de fabriek,
om alles van de inkoop van grondstoffen
tot en met het eindproduct én de daarbij
horende documenten en borgingsproces-
sen te zien en beoordelen. Bij de meeste
bedrijven was ik niet de enige certificeren-
de instantie (CI) die over de vloer kwam.
Er kwamen auditoren uit verschillende
landen. Veel bedrijven vonden dat een té
groot risico en besloten daarom al snel
geen bezoekers meer toe te laten in de
fabriek. Een enkele klant in Nederland,
België en Duitsland mocht ik in de afgelo-
pen maanden nog wel bezoeken. Nu doe
ik bijna alleen nog remote audits.”
COMMUNICEREN VIA EEN
BEELDSCHERM
Ideaal is het niet, vindt William. “Als ik
door de fabriek loop, zie ik veel meer dan
wat klanten mij op verzoek laten zien of
digitaal toesturen. Maar je leert natuurlijk
wel elke keer bij. Ik laat steeds vaker iets
filmen. De producttesten die de klant
uitvoert, bijvoorbeeld. Zo krijg ik al veel
meer informatie. Wat ik ook ervaar, is dat
het via een beeldscherm moeilijker is om
uit te leggen wat ik wil zien. Zeker omdat
er bij een Spaanse, Italiaanse of Russische
klant vaak ook nog een taalbarrière is. Als
je daar bent, los je dat op door bepaalde
documenten gewoon te pakken of iets
PERRY VAN DER PUT
aan te wijzen. Dat gaat vaak sneller dan
alle bewijsstukken digitaal verzamelen.
Aan de andere kant gaat het in mijn geval
natuurlijk om het product. Dat kan ik ook
gewoon hier in Nederland halen, om het
in ons laboratorium te laten toetsen. Het
hele proces vooraf toetsen blijft echter van
belang. Dat op afstand goed doen, is niet
gemakkelijk. Wat ik mij wel zou kunnen
voorstellen, is dat we van twee audits
op locatie per jaar teruggaan naar één,
aangevuld met een documentcontrole op
afstand.”
SGS INTRON BULLETIN15 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
MEER REMOTE IN DE
TOEKOMST?
“Ik denk dat we daar naartoe moeten”,
vult Bas van Oosten aan. “Er is al langer
een roep om verandering. De meeste
auditoren maken veel kilometers en lange
dagen. Remote audits – mits het goed kán
– betekenen minder reisbewegingen en
dus tijdwinst. Toch kunnen wij niet zomaar
minder audits op locatie gaan uitvoeren.
We moeten voldoen aan de eisen die in
de betreffende schema’s zijn opgenomen.
Nu, met Covid-19, vallen we tevens terug
op richtlijnen van de Raad voor Accredi-
tatie: in toelichting T051 staat wat geldt
in bijzondere omstandigheden zoals een
pandemie. Hoe lang je bijvoorbeeld een
audit uit kunt stellen en welke voorwaar-
den bepalen of een audit remote kan
worden uitgevoerd. Toch gaat er mogelijk
wel wat veranderen. Het is goed mogelijk
dat in de certificatieschema’s iets komt
te staan over audits op afstand. We zijn
in NVCi-verband (Nederlandse Vereni-
ging Certificatie-instellingen) in ieder
geval al bezig een stuk op te stellen met
basiseisen voor remote audits en remote
sampling, ofwel monstername door de
klant zelf.”
VEILIGHEID VOOROP
Auditor bodem, grond, sloop en puinrecy-
cling Perry van der Put doet veel buitenau-
dits, op sloop- en saneringslocaties en bij
recyclingbedrijven onder andere. “Die kun-
nen met een aantal aanpassingen wel nog
veilig doorgaan”, ervaart hij. “Mits de klant
dat wil én ik zelf helemaal gezond ben
uiteraard. Veiligheid creëer je zelf. Ik houd
mij altijd aan de coronaregels ter plekke en
zorg dat er steeds voldoende veiligheids-
middelen in mijn auto liggen. Het eerste
wat ik doe als ik bij de klant ben en uitstap,
is mijn handen ontsmetten. Dat geeft mij
een goed gevoel. Om ook buiten afstand
te kunnen houden, maak ik gebruik van de
digitale mogelijkheden. Ik laat machinisten
van graafmachines bijvoorbeeld een A4’tje
zien met de tekst: ‘Wil je mij even bellen?’
en mijn mobiele nummer. Als zij dat doen,
stel ik mij voor en leg ik mijn bezoek uit.
Dat wordt zeer op prijs gesteld. Docu-
menten uitwisselen, in mijn business vaak
met de hand ingevulde formulieren, doen
we vervolgens via de mail of Whatsapp.
Iedereen heeft tegenwoordig een smart-
phone en kan foto’s maken. Wil ik nog een
bepaalde map inzien? Dan vraag ik of ze
die even buiten of in een lege schaftkeet
voor mij klaarleggen. Op die manier com-
municeren we gemakkelijker met elkaar,
blijf ik op afstand en kan ik op locatie een
fatsoenlijke én veilige audit uitvoeren.”
GEMIS VAN DIRECT CONTACT
Perry mist het contact met collega’s, nu
hij vaker thuis werkt. “Maar ook de directe
interactie met de klant. Een kantooraudit,
waarbij je gegevens uitwisselt, kan prima
op afstand. Maar het is wel anders en
intensiever. Bepaalde dingen kosten meer
tijd, zeker ook voor de klant. Bijvoorbeeld
het scannen van informatie die niet digitaal
voorhanden is. Het rapporteren moet
deels nog na het interview gebeuren. En
de wijze waarop je interviews uitvoert,
via een beeldscherm, is niet te vergelijken
met hoe je dat doet als je tegenover elkaar
zit. Je mist veel verbale en non-verbale
communicatie. Die is bepalend voor de
uitvoering van een audit.”
SGS INTRON BULLETIN16 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
ONDERZOEK NAAR FORMALDEHYDE-EMISSIE
IN HERMAN TEIRLINCKGEBOUW BRUSSEL
Het duurzame Herman Teirlinckgebouw in Brussel is in 2017 opge-
leverd en door de Vlaamse overheid in gebruik genomen. Ontwik-
kelaar en destijds ook eigenaar en verhuurder Extensa Group had
rekening gehouden met de strenge eisen die de Vlaamse gemeen-
schap aan kantoorgebouwen stelt. Zo mocht in binnenruimtes niet
meer dan 10 microgram (µg) formaldehyde – een giftige stof die vrij
kan komen uit bouwmaterialen – per m3 lucht gemeten worden. Di-
rect na ingebruikname van het gebouw blijkt die grenswaarde echter
al op diverse locaties overschreden. Tegen de verwachting in is het
formaldehyde-gehalte bij een tweede meting in 2019 niet gedaald,
maar zelfs gestegen. Bram Das van Extensa Group roept de hulp in
van SGS om de concentraties nog eens heel nauwkeurig te meten
en de bron te achterhalen.
© Benjamin Struelens - Extensa
SGS INTRON BULLETIN17 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
SAMENWERKING SGS BELGIË
EN SGS INTRON
“De eerdere formaldehyde-metingen
waren uitgevoerd door een concurrent van
SGS, die in onze ogen niet proactief werk-
te”, legt Bram Das uit. “Via SGS België, in
Melsele dat het formaldehyde-gehalte in
de lucht opnieuw gemeten heeft, kwam
ik in contact met Wil Klarenaar van SGS
INTRON. Hij wist zeer goed waar het over
ging, in welke richting hij moest zoeken
en welke procedures hij moest volgen om
snel achter de oorzaak te komen.”
TOEGEPAST IN VEEL
BOUWMATERIALEN
“Formaldehyde is een klein molecuul
dat in de jaren ’90 bekend werd als giftig
‘spaanplaatgas’ maar dat in veel meer
bouwmaterialen te vinden is”, weet Wil
Klarenaar. “Het stofje kan een poly-
meer vormen en is heel nuttig in lijm of
kunsthars en relatief goedkoop. Vandaar
dat hars op basis van formaldehyde nog
steeds veel wordt toegepast, bijvoor-
beeld in wanden, plafonds, meubels en
vloeren.” Om de oorzaak van de te hoge
concentraties in het Herman Teirlinckge-
bouw te achterhalen, is Wil Klarenaar sys-
tematisch te werk gegaan. “Op basis van
de informatie die we van Extensa Group
kregen, hebben we een lijst gemaakt
van de mogelijke ‘boosdoeners’. Daarbij
hebben we gelet op materialen waarvan
bekend is dat er formaldehyde in kan
zitten én de materialen die in dit gebouw
veel zijn toegepast. Uiteindelijk zijn een
tiental materialen geselecteerd als ‘meest
waarschijnlijke verdachten’: vloer- en
wandpanelen, bureaubladen, vloerplinten
en een geluidsdempend paneel.
MEUBILAIR HOOFDVERDACHTE
Uit al die materialen heeft SGS INTRON
kleine stukjes monstermateriaal genomen.
Die monsters zijn in het eigen labora-
torium in Sittard voorbereid en door de
medewerkers van het SGS-laboratorium
in Antwerpen geanalyseerd. In de meeste
onderzochte materialen bleek formalde-
hyde te zitten. De grootste concentratie
werd gevonden in het bureaublad. Dat
hóeft geen probleem te zijn, want het gaat
erom hoeveel formaldehyde het materiaal
uitademt. Desondanks was het interieur
wel direct een belangrijke verdachte.”
ZEER TEVREDEN
“Wij hadden ook al het vermoeden dat de
formaldehyde afkomstig kon zijn uit het
meubilair”, zegt Bram Das. “Omdat de
concentratie toenam en er veel meubels
met een verlijmde houtstructuur in het
gebouw stonden. Bovendien hadden wij
vooraf eisen gesteld aan de bouwmate-
rialen die in het Herman Teirlinckgebouw
mochten worden toegepast. Die moch-
ten alleen van klasse E0 of E1 zijn: de
strengste klassen, waar geen of maar een
heel kleine hoeveelheid formaldehyde uit
kan komen. De meubels waren door de
Vlaamse gemeenschap zelf geplaatst.”
Extensa Group besluit direct al het losse
meubilair weg te halen uit één van de kan-
toren en de ruimtes goed te luchten. Wil
Klarenaar: “Toen onze Belgische collega’s
twee weken later opnieuw luchtmetingen
deden, lag het formaldehyde-gehalte on-
der de 10 µg/m3.” “Daarmee voldoen wij
aan de gestelde eisen”, zegt Bram Das.
“We zijn zeer tevreden. Over de nauwkeu-
rige werkwijze van SGS, de goed verlopen
communicatie en zeker ook over de zeer
behoorlijke rapportage achteraf, met voor
ons natuurlijk gunstige resultaten.”
BRAM DAS
SGS INTRON BULLETIN18 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
CSC-CERTIFICERINGSNIVEAU PLATINUM
BESCHIKBAAR & PILOT SCHEMA ZEEWINNING
MEER INFORMATIE: JEROEN POS JEROEN.POS@SGS.COM
Sinds september 2020 heeft de
Concrete Sustainability Council (CSC)
voor verantwoord geproduceerd
beton certificeringsniveau Platinum
beschikbaar gesteld. Het CSC-keur-
merk met niveau Platinum wordt
erkend in BREEAM op scorelevel 7
en is het hoogste erkenningsniveau
dat momenteel kan worden behaald
in BREEAM.
Opdrachtgevers die duurzaam bouwen
en hiervoor BREEAM gebruiken, kunnen
met CSC-gecertificeerd beton extra pun-
ten scoren. Ook de certificatieniveaus
van CSC op Brons (scorelevel 4), Zilver
(scorelevel 5) en Goud (scorelevel 6)
blijven in BREAAM gehandhaafd.
De Building Research Establishment
Environmental Assessment Method
(BREEAM) is één van de meest ge-
renommeerde Green Building Labels
in Europa. Het betreft een duurzaam-
heidskeurmerk voor het realiseren van
duurzame gebouwen met minimale
milieu-impact. Het verhoogt de waarde
van gebouwen, alsmede het groene
imago en garandeert een gezondere en
productievere leef- en werkomgeving.
Voor meer informatie over Platinum
CSC-certificering en erkenning in
BREEAM, zie CSC Technical Manual
2.0 of BREEAM Guidance Note 18.
CSC-SCHEMA VOOR
ZEEWINNING
Het CSC-keurmerk maakt onderscheid
tussen de productie van beton en de
verantwoorde herkomst van grondstof-
fen, te weten toeslagstoffen en cement.
Bij CSC-certificering wordt gebruik-
gemaakt van een zogeheten schema,
ontwikkeld met het oog op winning van
grondstoffen op het land. CSC werkt
momenteel aan de ontwikkeling van een
schema specifiek voor zeewinning van
toeslagstoffen. Er zal een pilotfase van
start gaan die loopt tot maart 2021.
SGS INTRON BULLETIN19 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
TERUGBLIK OP LCA-WEBINARS
MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM
In het voorjaar werd snel duidelijk
dat we door de coronacrisis niet ons
jaarlijkse SGS LCA-congres kon-
den houden. Dit congres, dat SGS
INTRON en SGS Search gezamenlijk
houden, heeft inmiddels een grote
bekendheid gekregen door de hoge
kwaliteit van informatie, zowel voor
doorgewinterde experts als voor
nieuwkomers in het veld. Ook de
locatie op het oude spoorterrein in
Amersfoort wordt zeer gewaardeerd
door de bezoekers. We hebben ge-
zocht naar andere manieren om onze
kennis op LCA-gebied met relaties
en geïnteresseerden te delen en heb-
ben gekozen om in 2020 een drietal
webinars te organiseren.
Het eerste webinar vond plaats op 13 mei
en ging over de relatie tussen levens-
cyclusanalyes (LCA) en circulariteit met
de uitdagende titel ‘Circulair bouwen
start altijd met een LCA’. SGS-adviseurs
Harry van Ewijk, Agnes Schuurmans en
Ulbert Hofstra presenteerden hun visie
en beantwoorden de vele vragen van de
actief meechattende webinarbezoekers.
Het tweede webinar op 24 juni werd
gehouden door SGS Search samen met
De Meeuw, dat bekend is vanwege het
flexibele bouwen.
Het derde LCA webinar vond plaats op
6 oktober. Harry van Ewijk en Ulbert
Hofstra vertelden over recente ontwik-
kelingen op LCA-gebied. Harry lichtte de
nieuwe versie van de Nationale Milieu-
database (NMD)-bepalingsmethode toe
en Ulbert ging in op Europese ontwikke-
lingen en ervaringen met het gebruik van
module D in de LCA. Ook hier waren de
ca. 100 deelnemers weer zeer betrok-
ken, wat bleek uit het ruime gebruik van
de chat.
Alle webinars zijn terug te kijken op het
YouTube-account van SGS Search.
TOEKOMST: DIGITALE OF
FYSIEKE BIJEENKOMST?
Ondanks de zeer positieve ervaringen
met de webinars, hopen we toch van
harte dat we volgend jaar weer een
fysiek LCA-congres kunnen houden. Het
face-to-facecontact kan niet vervangen
worden door de digitale sessies.
SGS INTRON BULLETIN20 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
UPDATE MILIEUPROFIELEN ENCI-CEMENT: BEHOEF-
TE AAN METHODOLOGISCHE AFSTEMMING
MEER INFORMATIE: BOB ROIJEN BOB.ROIJEN@SGS.COM
De afgelopen periode heeft SGS
INTRON de milieuprofielen van de be-
langrijkste cementen van ENCI op de
Nederlandse markt geüpdatet. De mi-
lieuprofielen zijn gepubliceerd middels
Milieu Relevante Product Informatie
(MRPI)-certificaten. De vorige set
milieugegevens van deze cementen
was alweer ruim vijf jaar oud. Met de
nieuwe milieugegevens kunnen ook
de komende vijf jaar betrouwbare
levenscyclusanalyses (LCA) worden
opgesteld van producten waarin
ENCI-cement is toegepast.
Hiertoe is een LCA uitgevoerd volgens
de EN 15804 – Duurzaamheid voor
bouwproducten - Milieuverklaringen van
producten. Omdat cement een half-
fabricaat is, is alleen de productiefase
meegenomen. Een van de uitdagingen
bij het opstellen van LCA-berekeningen
is het afstemmen van rekenregels en
methodologische uitgangspunten. Om
deze reden bestaat in Nederland de
Bepalingsmethode Milieuprestaties
Gebouwen en GWW-werken, zodat
uiteindelijk ook op bouwwerkniveau op
geharmoniseerde wijze wordt gerekend
aan milieuprestaties.
HARMONISATIE IN MILIEU-
PRESTATIEBEREKENINGEN
CEMENT NOODZAKELIJK
Ook binnen productgroepen is het
belangrijk om op geharmoniseerde
wijze te rekenen. Veel wordt via de
LCA-normen en de Bepalingsmethode
geregeld, maar deze zijn niet geschikt
om productspecifieke onderwerpen te
regelen. Dergelijke productspecifieke
afstemming wordt geregeld middels
zogenaamde Product Category Rules
(PCR)-documenten. Ook voor cement is
een PCR beschikbaar, maar dan nog is
er behoefte aan aanvullende afspraken.
Een reden hiervoor is dat in Nederland
vrij nauwkeurig naar de milieugegevens
in milieuprestatieberekeningen wordt
gekeken middels de milieukostenindi-
cator (MKI). Hierin bestaat de kans dat
kleine verschillen in uitgangspunten kun-
nen leiden tot (relatief) grote verschillen
tussen MKI-berekeningen.
Een voorbeeld hiervan zijn de emissies
bij de productie van de portlandce-
mentklinker. Wat doe je als op de ene
productielocatie wel bepaalde emissies
worden gemeten en op een andere
productielocatie niet? Samen met de
industrie en andere betrokken LCA-uit-
voerders wordt een document opgesteld
dat voor transparantie moet zorgen.
Hierdoor kunnen de gemaakte keuzes
en aannames door andere LCA-uitvoer-
ders gevonden worden en is de kans
op onterechte verschillen, wanneer
MKI-waardes worden vergeleken, zo
klein mogelijk.
LCA-BEREKENINGEN ENCI-
CEMENT VOLGENS NIEUWE
BEPALINGSMETHODE VOOR
BETON
Een ander interessant resultaat van
de LCA-update van het ENCI-cement
is dat de berekeningen nu ook zijn
uitgevoerd volgens de nieuwe versie van
de Bepalingsmethode met de nieuwe
set milieu-indicatoren. De komende tijd
zullen deze nog niet in de praktijk bij
aanbestedingen en MPG-berekeningen
worden gebruikt. Wel moeten vanaf 1
januari 2021 bij alle milieuprofielen voor
de Nationale Milieudatabase ook de
berekeningen volgens deze nieuwe me-
thode worden aangeleverd. De nieuwe
data van ENCI-cement maken het straks
mogelijk om de LCA-berekeningen met
de nieuwe Bepalingsmethode voor
beton uit te kunnen voeren.
SGS INTRON BULLETIN21 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
SGS INTRON INTRODUCEERT
YOUP FRIJNS
REMY ZWERUS
Youp Frijns is op 3 augustus in dienst getreden als Junior laboratoriumingenieur. Nog niet
lang geleden is hij afgestudeerd aan Zuyd Hogeschool op het gebied van materialen. In zijn
tijd op Zuyd heeft hij zich veel beziggehouden met polymeren. Hierdoor besloot hij om bij
zijn eerste stage een verdieping te zoeken in een ander materiaal en is met SGS INTRON
in aanraking gekomen. Samen met stagebegeleiders Gert van der Wegen en Natalie
Mühleisen heeft hij gewerkt aan het verduurzamen van beton door gebruik te maken van
reactieve reststoffen. Vervolgens heeft hij bij start-ups gewerkt aan het recyclebaar maken
van verpakkingsmateriaal en het 3D-printen van zachte materialen voor het gebruik als
borstprotheses. “Na mijn ervaringen zal ik bij SGS INTRON met veel enthousiasme de unit
Laboratorium gaan versterken als testexpert”, aldus Youp.
Remy Zwerus is sinds 7 september terug bij SGS INTRON Certificatie als auditor. In mei
2018 is hij bij SGS INTRON uit dienst gegaan na een dienstverband van bijna 10 jaar. In die
tijd hield hij zich bezig met advieswerk, voornamelijk gericht op het Besluit bodemkwaliteit,
accountmanagement en het uitvoeren van audits voor veel verschillende systemen en
beoordelingsrichtlijnen. Een geweldige uitdaging dicht bij huis was de reden van zijn vertrek.
Het had wat tijd nodig voordat hij erachter kwam dat deze keuze persoonlijk niet de juiste
was en is hierna rond gaan kijken. Via een recruiter vernam hij dat SGS INTRON Certificatie
extra medewerkers zocht op zijn oude vakgebied. Terugdenkend aan 10 jaar dienstverband,
hoefde hij niet lang na te denken om contact te zoeken. Door de coronamaatregelen vonden
voornamelijk digitale gesprekken via Skype en Teams plaats en werd een herintredingspro-
cedure besproken. Het juiste gevoel voor een terugkeer was gelukkig wederzijds. Remy: “Ik
ben terug in de rol van auditor en zal ook inhoudelijk meewerken aan het tot stand komen en
beheren van contracten. Daarnaast zal ik ook andere taken uitvoeren om de organisatie en
mijn collega’s te steunen.”
SGS INTRON BULLETIN22 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
SGS INTRONNER UITGELICHT
CORA VAN DER VLIET VAN SGS VEILIGHEIDSEXAMENS
WAAROM MAG JULLIE
EXAMENBUREAU BEST WEL
EENS IN DE SCHIJNWERPERS?
“SGS Veiligheidsexamens is een klein
onderdeel van SGS INTRON. Wij zijn een
ISO-gecertificeerd examenbureau dat
VCA-examens (Veiligheid, gezondheid en
milieu Checklist Aannemers) en asbest-
examens op maat verzorgt. Mijn collega
Nathalie Windster en ik runnen SGS
Veiligheidsexamens met z’n tweeën. Juist
omdat we klein zijn, zijn we heel flexibel.
We proberen de klant zoveel mogelijk te
ontzorgen. In de regel plan en organiseer
ik alles rond de VCA-examens en doet
Nathalie vooral de asbestexamens. We
helpen elkaar waar nodig en kunnen elkaar
ook vervangen. Veilig werken krijgt geluk-
kig steeds meer aandacht. Veel opdracht-
gevers willen alleen medewerkers aan het
werk zetten die het VCA-diploma hebben.
Het diploma is verplicht als je werk doet
met een verhoogd risico op letsel, bijvoor-
beeld in de bouw. Alle SGS INTRON-me-
dewerkers die inspecties of audits doen,
hebben uiteraard een VCA-diploma. Maar
wij staan ook graag klaar voor hun klanten,
als medewerkers snel examen moeten
doen.”
JIJ VERZORGT DE VCA-
EXAMENS. WAT HOUDT
DAT ALLEMAAL IN?
Ik regel alles van A tot Z. Van het plannen
van het examen zelf en het regelen van
een examinator tot en met het printen en
toesturen van de diploma’s en pasjes. Ik
heb veel contact met klanten, om alles
goed af te stemmen. In de Coronatijd
misschien nog wel meer dan voorheen.
Want in een zaal waar eerst met gemak
twintig mensen in konden, kunnen er nu
misschien nog maar zes examen doen.
Soms ga ik ook even kijken op de gekozen
locatie. We hebben een speciaal corona-
protocol opgesteld om ervoor te zorgen
dat onze examens veilig verlopen, zeker
ook voor onze examinatoren die van groep
naar groep gaan. Zelf ben ik ook exami-
nator. Ik vind het erg leuk om af en toe
een examen af te nemen. De geslaagden
horen dat direct na afloop en zijn dan
natuurlijk blij.”
WEET JE WAT DE KANDIDATEN
VOOR HUN KIEZEN KRIJGEN
TIJDENS EEN VCA-EXAMEN?
“Jazeker! Twee van de drie VCA-examens
die wij afnemen heb ik zelf ook gedaan. Ik
heb de diploma’s VCA-Basis en VCA-VOL
(Veiligheid voor Operationeel Leidingge-
vende). Voor dat laatste examen moest
ik dingen leren waar ik nog nooit van
gehoord had. Natuurlijk heb ik die kennis
niet echt nodig op kantoor. Toch is het
voor mijn functie wel heel handig dat ik
weet wat de examens inhouden. Maar als
ik tijdens een examen vragen krijg, geef
ik geen antwoord hoor. Dat mag natuurlijk
niet!”
HEB JIJ ER MOEITE MEE OM
MENSEN AAN REGELS TE
HERINNEREN?
“Nee, ik houd van regels. Ze zorgen voor
duidelijkheid: zo moet het. Dat vind ik heel
fijn. Ik heb een administratief-juridische
opleiding. Voordat ik bij SGS INTRON
begon, werkte ik enkele jaren op de afde-
ling Personeelszaken van een gemeente.
Daardoor heb ik veel ervaring met het
werken met persoonsgegevens. Ik weet
wat op dat gebied wel en niet mag. Zeker
bij een examenbureau is het belangrijk om
je aan de regels te houden. Daar worden
wij ook op getoetst. Ik probeer klanten
op alle mogelijke manieren tegemoet te
komen. Maar niemand komt onder de re-
gels uit. En natuurlijk, ik begrijp dat regels
soms lastig zijn. Daarom leg ik ze vaak uit.
Als klanten begrijpen waarom iets moet,
is het meestal goed.”
DE KLANT OP ALLE MOGELIJKE
MANIEREN TEGEMOETKOMEN,
IS DAT JOUW TWEEDE
NATUUR?
“De vele contacten, met klanten en exa-
minatoren, vind ik het allerleukste aan mijn
werk. Het is iedere keer weer fijn als je ge-
regeld krijgt wat de klant wil. Ik ben recht
door zee. Als ik iets beloof, doe ik het ook.
Dat is ook de kracht van ons examenbu-
reau. We doen wat we zeggen en zeggen
wat we doen. Natuurlijk is er ook wel eens
stress. Bijvoorbeeld als er ineens een exa-
menkandidaat opduikt die niet opgegeven
is. Dan moet ik die persoon snel alsnog
aanmelden en zorgen dat er op tijd een
inlogcode en laptop zijn om het examen te
doen. Het geeft een goed gevoel als het
dan allemaal, net op tijd, toch lukt!”
TOT JULLIE KLANTEN BEHOREN
SINDS KORT OOK ARCHEO-
LOGEN EN RESTAURATOREN.
HOE ZIT DAT?
“Dat is een taak die erbij gekomen is en
die ons werk nóg afwisselender maakt.
Wij toetsen aan de hand van specificaties
in de regelgeving of wij ze mogen opne-
men in het actoren- of restauratorenregis-
ter. Dat doen we op basis van documen-
ten die ze zelf aanleveren.”
KAN HET ZIJN DAT JOUW
NAAM BEKEND KLINKT VOOR
VEEL SGS INTRON-KLANTEN?
“Het kan heel goed zijn dat ik ze al eens
aan de telefoon heb gehad. Ik ben name-
lijk bij SGS INTRON begonnen als telefo-
niste, in 2002. Op een gegeven moment
kwam het examenbureau mensen tekort
en ben ik daar bijgesprongen. Toen er
iemand wegging, heb ik gesolliciteerd. Dat
is nu acht jaar geleden. SGS INTRON is
voor mij dus heel bekend en vertrouwd. Ik
voel mij echt onderdeel van het bedrijf en
werk er nog steeds met heel veel plezier.”
“We doen wat we zeggen
en zeggen wat we doen”
CORA VAN DER VLIET
SGS INTRON BULLETIN23 DECEMBER 2020 • NUMMER 32
SGS INTRON Bulletin is een
uitgave van SGS INTRON BV
nl.intron@sgs.com
www.sgs.com/intron
www.sgs.com/intron-certificatie
SGS INTRON BV is een onderdeel van
SGS © 2010 SGS Société Générale de
Surveillance SA – All rights reserved
Dr. Nolenslaan 126
6136 GV Sittard
Postbus 5187 6130 PD Sittard
T 088 214 52 04
Venusstraat 2
4105 JH Culemborg
Postbus 267 4100 AG Culemborg
T 088 214 51 00
Eindredactie
Ulbert Hofstra en Gert van der Wegen
Redactie
Martine Boutz (Piek tekst & PR), Paul
Cartigny, Suzanne Sideris
Vormgeving
SGS
WWW.SGS.COM
WWW.SGS.NL
©SGSSociétéGénéraledeSurveillanceSA–2020–Allrightsreserved-SGSisaregisteredtrademarkofSGSSociétéGénéraledeSurveillanceSA

More Related Content

What's hot

Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nl
Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie NlCradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nl
Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nlbobgeldermans
 
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)Rudi Vanmechelen ✉ SCIA
 
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum GroupTectum Group
 
Prisma® - kleurenkaart
Prisma® - kleurenkaartPrisma® - kleurenkaart
Prisma® - kleurenkaartArchitectura
 
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015Frank Groot
 
Renovatie is niet zaligmakend 2014
Renovatie is niet zaligmakend 2014Renovatie is niet zaligmakend 2014
Renovatie is niet zaligmakend 2014Peter Fraanje
 
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015Movares
 
ArcelorMittal - Steligence NL
ArcelorMittal - Steligence NLArcelorMittal - Steligence NL
ArcelorMittal - Steligence NLArchitectura
 
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010Peter Fraanje
 
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standWonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standABN AMRO
 
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017Innovaties die de bouw echt veranderen 2017
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017Peter Fraanje
 
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinks
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinksUSB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinks
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinksFrank Groot
 

What's hot (16)

Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nl
Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie NlCradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nl
Cradle To Cradibility Presentatie Ingekorte Versie Nl
 
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)
SCIA - artikel stabiliteit Limburg Bouwt (11/2015)
 
20180809 Cobouw - Interview met Mick Eekhout juryvoorzitter Cobouw Awards
20180809 Cobouw - Interview met Mick Eekhout juryvoorzitter Cobouw Awards20180809 Cobouw - Interview met Mick Eekhout juryvoorzitter Cobouw Awards
20180809 Cobouw - Interview met Mick Eekhout juryvoorzitter Cobouw Awards
 
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
7 vragen aan Geert-Jan Vogels, Tectum Group
 
Prisma® - kleurenkaart
Prisma® - kleurenkaartPrisma® - kleurenkaart
Prisma® - kleurenkaart
 
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015
KWS Infra - civieltechnisch 29-06-2015
 
Renovatie is niet zaligmakend 2014
Renovatie is niet zaligmakend 2014Renovatie is niet zaligmakend 2014
Renovatie is niet zaligmakend 2014
 
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015
Waterontspanner - Waterbouwdag 10 november 2015
 
ArcelorMittal - Steligence NL
ArcelorMittal - Steligence NLArcelorMittal - Steligence NL
ArcelorMittal - Steligence NL
 
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010
Steeds beter en steeds sneller bouwen 2010
 
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standWonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
 
Innovaties die de bouw echt gaan veranderen
Innovaties die de bouw echt gaan veranderenInnovaties die de bouw echt gaan veranderen
Innovaties die de bouw echt gaan veranderen
 
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017Innovaties die de bouw echt veranderen 2017
Innovaties die de bouw echt veranderen 2017
 
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinks
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinksUSB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinks
USB Magazine bedrijfsintro inclusief weblinks
 
Samen_Bouwen_mei_2013
Samen_Bouwen_mei_2013Samen_Bouwen_mei_2013
Samen_Bouwen_mei_2013
 
Experimenteel Beton 2018
Experimenteel Beton 2018Experimenteel Beton 2018
Experimenteel Beton 2018
 

Similar to SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 32

Similar to SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 32 (11)

Swz10 tcnn project_mouldcam_composit
Swz10 tcnn project_mouldcam_compositSwz10 tcnn project_mouldcam_composit
Swz10 tcnn project_mouldcam_composit
 
For Getting: drie overwegingen van industrieel ontwerper Marcel Vroom
For Getting: drie overwegingen van industrieel ontwerper Marcel Vroom For Getting: drie overwegingen van industrieel ontwerper Marcel Vroom
For Getting: drie overwegingen van industrieel ontwerper Marcel Vroom
 
BIK Advertentie Torwegge Benelux
BIK Advertentie Torwegge BeneluxBIK Advertentie Torwegge Benelux
BIK Advertentie Torwegge Benelux
 
Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 4 - mick eekhout
Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 4 - mick eekhoutRaam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 4 - mick eekhout
Raam en Deur 2014 - gevel van de toekomst 4 - mick eekhout
 
ROTIM Brochure 2015
ROTIM Brochure 2015ROTIM Brochure 2015
ROTIM Brochure 2015
 
SGS INTRON Bulletin 24
SGS INTRON Bulletin 24SGS INTRON Bulletin 24
SGS INTRON Bulletin 24
 
Metaalvervanging
MetaalvervangingMetaalvervanging
Metaalvervanging
 
Booosting 20 jaar_ oktober2008 cobouw interview boomsma en harsta
Booosting 20 jaar_ oktober2008 cobouw interview boomsma en harstaBooosting 20 jaar_ oktober2008 cobouw interview boomsma en harsta
Booosting 20 jaar_ oktober2008 cobouw interview boomsma en harsta
 
2018 stadskrant sittard geleen
2018 stadskrant sittard geleen2018 stadskrant sittard geleen
2018 stadskrant sittard geleen
 
Kennis van Jansen by ODS
Kennis van Jansen by ODSKennis van Jansen by ODS
Kennis van Jansen by ODS
 
EB#52011(MB)
EB#52011(MB)EB#52011(MB)
EB#52011(MB)
 

More from SGS

SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdfSGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdfSGS
 
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdfSGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdfSGS
 
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdf
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdfSGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdf
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdfSGS
 
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdf
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdfSGS 2023 Results and Strategic Update.pdf
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdfSGS
 
SGS 2023 Half Year Results Presentation
SGS 2023 Half Year Results PresentationSGS 2023 Half Year Results Presentation
SGS 2023 Half Year Results PresentationSGS
 
SGS 2023 Half Year Results Report
SGS 2023 Half Year Results ReportSGS 2023 Half Year Results Report
SGS 2023 Half Year Results ReportSGS
 
SGS 2022 Full Year Results Presentation
SGS 2022 Full Year Results PresentationSGS 2022 Full Year Results Presentation
SGS 2022 Full Year Results PresentationSGS
 
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS
 
SGS 2022 Full Year Results Report
SGS 2022 Full Year Results ReportSGS 2022 Full Year Results Report
SGS 2022 Full Year Results ReportSGS
 
SGS 2022 Half Year Results Report
SGS 2022 Half Year Results ReportSGS 2022 Half Year Results Report
SGS 2022 Half Year Results ReportSGS
 
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS
 
SGS 2022 Half Year Results Presentation
SGS 2022 Half Year Results PresentationSGS 2022 Half Year Results Presentation
SGS 2022 Half Year Results PresentationSGS
 
SGS 2021 Corporate Sustainability Report
SGS 2021 Corporate Sustainability ReportSGS 2021 Corporate Sustainability Report
SGS 2021 Corporate Sustainability ReportSGS
 
SGS 2021 Integrated Annual Report
SGS 2021 Integrated Annual ReportSGS 2021 Integrated Annual Report
SGS 2021 Integrated Annual ReportSGS
 
SGS 2021 Full Year Results Report
SGS 2021 Full Year Results ReportSGS 2021 Full Year Results Report
SGS 2021 Full Year Results ReportSGS
 
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance Measures
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance MeasuresSGS 2021 Full Year Results Alternative Performance Measures
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance MeasuresSGS
 
SGS Intron Bulletin
SGS Intron BulletinSGS Intron Bulletin
SGS Intron BulletinSGS
 
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One Platform
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One PlatformDanone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One Platform
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One PlatformSGS
 
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS
 
SGS 2021 Half Year Results Presentation
SGS 2021 Half Year Results PresentationSGS 2021 Half Year Results Presentation
SGS 2021 Half Year Results PresentationSGS
 

More from SGS (20)

SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdfSGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Press Release EN.pdf
 
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdfSGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdf
SGS First Quarter 2024 Sales Update Presentation EN.pdf
 
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdf
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdfSGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdf
SGS 2023 Full Year Results Earnings Release EN.pdf
 
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdf
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdfSGS 2023 Results and Strategic Update.pdf
SGS 2023 Results and Strategic Update.pdf
 
SGS 2023 Half Year Results Presentation
SGS 2023 Half Year Results PresentationSGS 2023 Half Year Results Presentation
SGS 2023 Half Year Results Presentation
 
SGS 2023 Half Year Results Report
SGS 2023 Half Year Results ReportSGS 2023 Half Year Results Report
SGS 2023 Half Year Results Report
 
SGS 2022 Full Year Results Presentation
SGS 2022 Full Year Results PresentationSGS 2022 Full Year Results Presentation
SGS 2022 Full Year Results Presentation
 
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Full Year Results Alternative Performance Measures Report
 
SGS 2022 Full Year Results Report
SGS 2022 Full Year Results ReportSGS 2022 Full Year Results Report
SGS 2022 Full Year Results Report
 
SGS 2022 Half Year Results Report
SGS 2022 Half Year Results ReportSGS 2022 Half Year Results Report
SGS 2022 Half Year Results Report
 
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2022 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
 
SGS 2022 Half Year Results Presentation
SGS 2022 Half Year Results PresentationSGS 2022 Half Year Results Presentation
SGS 2022 Half Year Results Presentation
 
SGS 2021 Corporate Sustainability Report
SGS 2021 Corporate Sustainability ReportSGS 2021 Corporate Sustainability Report
SGS 2021 Corporate Sustainability Report
 
SGS 2021 Integrated Annual Report
SGS 2021 Integrated Annual ReportSGS 2021 Integrated Annual Report
SGS 2021 Integrated Annual Report
 
SGS 2021 Full Year Results Report
SGS 2021 Full Year Results ReportSGS 2021 Full Year Results Report
SGS 2021 Full Year Results Report
 
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance Measures
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance MeasuresSGS 2021 Full Year Results Alternative Performance Measures
SGS 2021 Full Year Results Alternative Performance Measures
 
SGS Intron Bulletin
SGS Intron BulletinSGS Intron Bulletin
SGS Intron Bulletin
 
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One Platform
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One PlatformDanone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One Platform
Danone Fruit Supply Chain Mapping via Transparency-One Platform
 
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures ReportSGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
SGS 2021 Half Year Results Alternative Performance Measures Report
 
SGS 2021 Half Year Results Presentation
SGS 2021 Half Year Results PresentationSGS 2021 Half Year Results Presentation
SGS 2021 Half Year Results Presentation
 

SGS INTRON BULLETIN – NUMMER 32

  • 1. SGS INTRON BULLETIN1 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 DECEMBER 2020 Certificering asbestvrij staal van Purified Metal Company Steeds meer duurzame keuzes voor A16 Rotterdam SGS helpt bij ontmanteling fosforfabriekThermphos
  • 2. SGS INTRON BULLETIN2 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 Misschien ligt het aan mij, maar als ik het dagelijkse nieuws be- kijk, lijkt de waan van de dag te overheersen. Ik zie dagelijks wis- selende cijfers, prognoses, meningen, bezorgde en boze mensen, de discussies tussen deze twee groepen en de nabeschouwin- gen over deze discussies. Op langere termijn wordt dit een ver- moeiend verhaal. Waar zijn de mooie artikelen over degelijk on- derzoekswerk, nieuwe innovaties en vernieuwingen waar we in de toekomst echt iets aan hebben? Ze zijn er natuurlijk wel, maar ik wil er meer van lezen! Zal ik het voortouw nemen en niet ge- heel toevalligerwijs enkele projecten opnoemen waar we in de nabije toekomst met z’n allen van gaan profiteren? Mijn collega’s, echte vakmensen, zijn namelijk dagelijks in de weer om de kwaliteit van morgen te bepalen. Mooie verhalen waarbij je een positief toekomstgericht beeld kunt schetsen. Dit doen we zelf als SGS, maar soms ook met deskundige partners, want samen kun je meer dan alleen. • Wij beoordelen de kwaliteit van de stalen sluisdeuren van de in aanbouw zijnde Nieuwe Sluis Terneuzen, die momenteel in China in productie zijn. • Dagelijks beoordelen wij wapeningsconfiguraties in bestaande betonconstructies en hoeden onze opdrachtgevers voor het boren van kernen op de verkeerde plek – u wilt niet weten hoe vaak de werkelijkheid afwijkt van de bouwtekening! • We monitoren samen met Zensor gedurende de komende 10 jaar de kwaliteit van geopolymeerbeton toegepast in een con- structieve wand, op afstand, met sensortechnologie. • We beoordelen de werking van slimme oplossingen voor het saneren van constructies waar verf met chroom-6 is toegepast. • Wij beoordelen het proces bij Purified Metal Company waarbij verontreinigd metaalschroot in een uniek proces wordt ver- werkt tot asbestvrije metaalproducten. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit zijn projecten en ontwikkelingen waar ik graag over lees en te weinig in het nieuws over terugzie. Het is natuurlijk het vakgebied waarin we ons begeven, maar het zijn ook allemaal ontwikkelin- gen met de bedoeling een duurzame invulling te geven in wat wij nodig hebben als maatschappij. Dus meer van dit alstublieft. ONZEKERE TIJDEN? VERTROUW OP VAKMANSCHAP COLUMN RON LEPPERS
  • 3. SGS INTRON BULLETIN3 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 De nieuwe recyclingfabriek van Puri- fied Metal Company maakt staalpro- ductie met 75 procent minder ener- gieverbruik – en dus CO2 – mogelijk én hergebruik van grote hoeveelhe- den anders onbruikbaar staalafval. Vandaar dat Koning Willem Alexan- der eind september zelf naar Delf- zijl kwam om de fabriek te openen. “Wij zijn het eerste bedrijf ter we- reld dat op milieuvriendelijke wijze van gevaarlijk staalafval een schone premium grondstof voor de staalin- dustrie kan maken”, vertelt CEO Jan Henk Wijma enthousiast. “Bijzon- der is dat we dit ook kostenefficiënt doen: we brengen de kosten voor de samenleving omlaag. Wat wij ver- werken, hoeft niet naar de stort”. VAN STORTEN NAAR HERGEBRUIK Staalproducenten mogen staalschroot verontreinigd met gevaarlijke stoffen zo- als asbest, chroom-6, kwik of lood niet verwerken, ontdekte Wijma toen hij zelf nog bij een staalsmelterij werkte. Als schoonmaken niet lukt, is storten de eni- ge optie. Onacceptabel, vond Wijma. Kon het niet anders? Samen met zijn huidi- ge compagnons Nathalie van de Poel en later ook Bert Bult ging hij in het diepste geheim op zoek naar de puzzelstukjes die uiteindelijk samen de oplossing vorm- den. “We hebben gebruik gemaakt van bestaande en bewezen technologieën, die we samengevoegd hebben tot een uniek en volledig geautomatiseerd proces.” EXPORTPRODUCT Wijma heeft nog altijd het gevoel op goud te zitten. “Ons proces is een exportpro- duct voor de BV Nederland. We hebben het kunnen patenteren in Europa, de VS, Aus- tralië en Japan. Veel westerse economieën met een strenge milieuregelgeving kam- pen met min of meer hetzelfde probleem als wij. Staal is in het verleden veel gebruikt in combinatie met gevaarlijke stoffen die in die tijd nuttig leken, bijvoorbeeld omdat ze corrosie of slijtage tegengingen. Als dat staal aan het eind van de levensduur van een bouwwerk schroot wordt, ontstaat er een probleem. Reinigen kost vaak veel geld en als het niet lukt, moet het materiaal gestort worden. Alleen al in Nederland gaat jaarlijks 60.000 tot 80.000 ton staal met asbest per jaar naar de stort. Die hoeveelheid loopt op met de grootte van de economie. In Duitsland bijvoorbeeld is het al acht keer zoveel.” PURIFIED METAL COMPANY MAAKT SCHONE GRONDSTOF VAN GEVAARLIJK STAALSCHROOT MEER INFORMATIE: WILFRED EIJGELAAR WILFRED.EIJGELAAR@SGS.COM JAN HENK WIJMA
  • 4. SGS INTRON BULLETIN4 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 VOLLEDIG SCHOON Bij het ontwerpen van een fabriek die staalschroot met asbest zou kunnen ver- werken, hielden Wijma en zijn com- pagnons er rekening mee dat er in dat staal ook andere vervuilingen aanwe- zig kunnen zijn. Zoals chroom-6, kwik of lood. “Dat komt vaak voor. Onze fa- briek is zo opgezet dat we álle veront- reinigingen eruit halen. Zware meta- len worden tijdens het staalsmeltproces van ons product gescheiden. Alleen as- best zou er in theorie nog in kunnen zit- ten. De gevaarlijke asbestvezels verdwij- nen echter ook: ons proces zet ze om in een onschuldig mineraal. Dat willen we graag door een gerenommeerde par- tij als SGS INTRON Certificatie laten cer- tificeren. Zodat het ook geborgd is.”
  • 5. SGS INTRON BULLETIN5 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 “SGS INTRON Certificatie helpt ons aan te tonen dat er geen vezel asbest in zit” BETROUWBAAR CERTIFICAAT Voor Purified Metal Company is het be- langrijk dat SGS een wereldspeler is. “Om naar de markt toe geloofwaardig te zijn, moet je gerenommeerde partij- en aan je binden. SGS INTRON Certifi- catie heeft de expertise en kwaliteit in huis die wij zoeken.” Vóór ingebruikna- me hebben enkele SGS INTRON Certifi- catie-consultants de recyclingfabriek be- zocht. Ieder onderdeel van het proces - ook het gedeelte waar normaal geen mensen komen vanwege de gevaarlij- ke stoffen – is tot in detail bekeken. Dit om de kritische parameters te bepalen op basis waarvan SGS INTRON Certifi- catie bij audits de (asbestvrije) kwaliteit van het product en proces kan beoorde- len. “Wij hebben volledige openheid ge- geven”, zegt Wijma. “Wij gaan alleen producten leveren waar geen asbest in zit, maar willen dat ook onafhankelijk la- ten vaststellen. Tijdens het sitebezoek viel mij de deskundigheid van de SGS IN- TRON Certificatie-consultants op. Ze wa- ren positief kritisch, vroegen dóór, keken verder en lieten zich niet met een kluitje in het riet sturen. Allemaal met het doel uiteindelijk een betrouwbaar certificaat af te geven. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat eind 2020 nog gaat lukken.” ZEER GEWILD De fabriek van Purified Metal Compa- ny richt zich primair op de Nederland- se markt. “Dat is ook belangrijk”, ver- telt Wijma. “Want vanaf 2021 geldt er in ons land een stortverbod van staal met asbest. Omdat wij ook staal met bij- voorbeeld chroom-6 kunnen verwer- ken, komen we in Nederland al gemak- kelijk op 100.000 ton staalschroot per jaar. Daarvan maken wij Purified Me- tal Blocks™ ofwel PMB’s. Dat zijn blok- ken van maximaal 10 kg luxe grondstof die de staalindustrie – in plaats van ijzer- erts – kan gebruiken om nieuwe produc- ten van te maken. Verpakkingsstaal of au- to-onderdelen bijvoorbeeld. Het mooie is, dat we badges van 20 ton produce- ren die volledig gereinigd en homogeen van samenstelling zijn. Bij transport ne- men de blokken bovendien weinig ruim- te in. Al die aspecten helpen staalver- werkers om hun emissie aan de bron te reduceren. Dat maakt ons product zeer gewild.” Tegelijkertijd is ook de be- langstelling voor het proces groot. “Er komt al een paar duizend ton schaal- schroot uit België, Duitsland en Grieken- land naar ons toe. Ik ben ervan overtuigd dat er meer fabrieken moeten komen. Over de hele wereld wat mij betreft.”
  • 6. SGS INTRON BULLETIN6 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 Tussen het Terbregseplein en de A13 legt bouwcombinatie De Groene Boog de nieuwe A16 Rotterdam aan. Het wordt het eerste energieneutrale stuk snelweg inclusief tunnel ter we- reld. Zonnepanelen in het tracé gaan alle energie leveren die per jaar nodig is voor de verlichting en installaties. Daarnaast kiest de bouwcombinatie waar mogelijk voor materialen met een lage milieu-impact en probeert ze de CO₂-uitstoot tot een minimum te beperken. “We dagen onszelf, onze toeleveranciers en onderaanne- mers voortdurend uit om duurzame keuzes te maken. Hoe meer we daarmee bezig zijn, hoe meer ideeën en ook mooie resultaten er komen”, merkt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)-manager Sjoerd Gijezen. Dat maakt De Groene Boog niet alleen groen, maar ook ‘groos’: het Rotterdamse woord voor trots. MKI STIMULEERT GEBRUIK MILIEUVRIENDELIJKE MATERIALEN De Groene Boog, een consortium van Besix, Dura Vermeer, Van Oord en TBI-bedrijven Croonwolter&Dros en Mobilis, realiseert de A16 Rotterdam in opdracht van Rijkswaterstaat. Samen kre- gen ze al de ‘Duurzame Parel’ toegekend: een prijs voor de unieke manier waarop ze de Aanpak Duurzaam GWW (Grond-, Weg- en Waterbouw) in dit project toe- passen. Omdat duurzame maatregelen in de tenderfase beloond werden, heeft De Groene Boog de lat op dat punt meteen hoog gelegd. “We konden scoren op drie duurzaamheidsaspecten: materiaalge- bruik, energieverbruik en CO₂-reduceren- de maatregelen”, legt Gijezen uit. “Met betrekking tot de toegepaste bouwma- terialen hebben we een mooie belofte gedaan: die van een lage milieubelasting, vertaald in een Milieukostenindicator (MKI) van 30 miljoen euro voor het hele project bij een levensduur van honderd jaar”. Blijft de Groene Boog hieronder, dan betekent dat een bonus. Een hogere milieubelasting brengt echter een boete met zich mee, die flink op kan lopen bij de grote hoeveelheden materiaal die in dit project gaan. SJOERD GIJEZEN STEEDS MEER DUURZAME KEUZES VOOR A16 ROTTERDAM MEER INFORMATIE: BOB ROIJEN BOB.ROIJEN@SGS.COM
  • 7. SGS INTRON BULLETIN7 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 LCA’S VAN ALLE TOEGEPASTE BOUWMATERIALEN Voor De Groene Boog is dit een extra sti- mulans om binnen de randvoorwaarden op het gebied van kwaliteit en planning te kiezen voor de meest milieuvrien- delijke producten. “We gebruiken veel bulkmaterialen, zoals zand, grond, asfalt en beton, maar bijvoorbeeld ook pre- fab-elementen, damwanden, geleiderails, geluidsschermen en tijdelijke bekisting. Om aan te tonen dat we onze belofte uit de tenderfase nakomen, moeten we nu van ieder product of materiaal apart inzichtelijk maken wat de milieu-impact (de MKI-waarde) is. Dat gebeurt door projectspecifieke levenscyclusanalyses (LCA’s) op te stellen. Bob Roijen van SGS INTRON is hier al vanaf mei 2019 gemiddeld 1,5 dag per week mee bezig. Want het opstellen van zo’n LCA is een heel gepuzzel. INZICHT IN IEDERE PRODUCTFASE Gijezen: “Samen kijken we welke gege- vens we nodig hebben en hoe we die het beste boven tafel kunnen krijgen. Veel informatie moet van onze leveranciers komen. Waar halen ze hun grondstoffen vandaan? Hoe duurzaam is hun proces? Maar vervolgens kijken we ook naar het transport, hoe het product in het werk wordt aangebracht, hoe en met welke frequentie onderhoud nodig is en hoe lang het materiaal meegaat.” “We zijn een goed team als het om het verzame- len van alle benodigde informatie gaat”, vindt Bob Roijen. “Gesprekken met leveranciers gaan we vaak samen aan.” “Over het algemeen werken die goed mee en geven ze openheid van zaken”, ervaart Gijezen. “Lastiger was het om uit het project tijdig de informatie te halen die we nodig hadden. Gegevens waren soms gewoon nog niet beschikbaar, bijvoorbeeld omdat het ontwerp nog onvoldoende uitgewerkt was.” Tegelijker- tijd was er vanuit het project regelmatig behoefte aan inzicht in onze MKI-bere- keningen. Bijvoorbeeld om uit meerdere geschikte betonmengsels de meest duur- zame optie te kunnen kiezen. We hebben de milieu-impact van damwanden met dertig procent kunnen verlagen, door te kiezen voor secundair staal. En ook de overstap op biobrandstof voor veel trans- portbewegingen heeft een groot verschil gemaakt.” Inmiddels is bijna tachtig procent van de LCA’s klaar. “We hebben goede hoop dat we onder de MKI van 30 miljoen gaan uitkomen.” STEEDS MEER IDEEËN EN INITIATIEVEN In het begin leek het daar niet op. Er was veel scepsis. Loopt met al die duurzame maatregelen de planning niet in het hon- derd? Gaat het niet te veel geld kosten? “Nu zien we dat het mogelijk is om hele mooie resultaten te behalen”, vertelt Gije- zen enthousiast. Wij hebben bijvoorbeeld ingeschreven met CO₂-prestatieladder niveau 5. Dat niveau vereist dat je in je project innoveert, door middel van proeftuinen. Wij hebben dat gedaan door maandelijks thematafels over specifieke onderwerpen te organiseren. Over elek- trificatie van bouwmaterieel bijvoorbeeld. Daaruit zijn mooie initiatieven voortgeko- men die we nu in de praktijk vormgeven. We gaan een aantal elektrische graafma- chines inzetten, een hybride aggregaat en een shovel en minigraver gevoed door een mierenzuuraggregaat.” Artist impression
  • 8. SGS INTRON BULLETIN8 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 Voor SGS INTRON is het belang- rijk om met de laatste stand der tech- niek mee te gaan. Zo hebben we recentelijk een tweede nieuwe scan- ner aangeschaft voor het detecte- ren van wapening in betonconstruc- ties. Het gaat om de HILTI PS300, de opvolger van de HILTI PS200. MET DE TIJD MEE: DE HILTI PS300 MEER INFORMATIE: THEODOOR GIJSBERS THEODOOR.GIJSBERS@SGS.COM Na aanschaf van de eerste PS300 zijn wij op onze verschillende proefblokken gaan experimenteren om te kijken hoe deze werkt ten opzichte van de oude versie. De nieuwe PS300 heeft een groot display, gelijk aan de twee HILTI PS100-radars. Hierop wordt het resultaat van de meting direct weergegeven, met daarbij een in- dicatie van de betondekking op de staven en de onderlinge afstand van de staven. De PS300 kan dieper en nauwkeuriger de- tecteren, tot wel 200 mm. Hiermee is de- tecteren van voorspanning en dieper ge- legen wapening mogelijk. Het scannen kan in linescans (2D) alsook in imagescan (3D) worden uitgevoerd. De nauwkeu- righeid is afhankelijk van de staafdiame- ter en diepte. De meetnauwkeurigheid is ±1mm, bij 50 mm diepte. De betondek- king op de wapening kan tot een meet- bereik van 120 mm worden bepaald. De gemaakte scans kunnen worden opge- slagen, worden uitgelezen en nader wor- den geanalyseerd om vervolgens de re- sultaten op te nemen in een rapportage.
  • 9. SGS INTRON BULLETIN9 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 TOCH HANDELSBELEMME- RINGEN “Het hele stelsel is opgezet om ervoor te zorgen dat er geen handelsbelemme- ringen tussen de verschillende Europe- se landen zijn”, vertelt Bartels. “Maar nu ontstaan er toch weer barrières tussen landen. Voor de CPR hebben we in CEN/ TC 351 voor zowel uitloging als binnen- lucht één Europese standaard meetme- thode ontwikkeld. De meetmethode is dus in alle landen hetzelfde. Als je een Ne- derlands product naar bijvoorbeeld Duits- land exporteert, volstaat het om het alleen in Nederland te testen. Maar dan moet in de productnorm wel verwezen worden naar de te gebruiken (nieuwe) meetme- PUBLICATIE VAN NIEUWE NORMEN STAGNEERT DOOR GEPLANDE HERZIENING CPR MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM De Europese Commissie wil het stelsel voor de CE-marke- ring van bouwproducten, de Construction Products Regula- tion of CPR, compleet anders gaan inrichten. Herziening is nodig, vinden ze, omdat de bestaande geharmoniseerde normen voor bouwproducten veel vragen oproepen en tot juridische geschillen leiden. Ondertussen ligt de publicatie van nieuwe normen al meer dan een jaar stil. Er worden geen mandaten afgegeven om nieuwe productnormen te maken. En ook de opname van nieuwe meetmethodes in de productnormen stagneert. Jeroen Bartels is voorzitter van de Europese technische commissie CEN/TC 351, ter beoordeling van vrijkoming van gevaarlijke stoffen uit bouwproducten. We vragen hem wat dit betekent. thode. Nu dit niet gebeurt, zal een product dat in Nederland geaccepteerd is, minder gemakkelijk ook in Duitsland of andere Eu- ropese landen geaccepteerd worden.” NIEUWE EUROPESE UITLOOGPROEVEN Bartels loopt in de praktijk tegen dit pro- bleem aan: “Wij werken in opdracht van de Europese Commissie aan meetme- thoden voor de derde groep van essenti- ële eisen voor CE-markering: die over mi- lieu-hygiënische en gezondheidsaspecten van bouwproducten. In de afgelopen pe- riode hebben we nieuwe Europese uit- loogproeven ontwikkeld, die in laborato- ria zoals dat van SGS INTRON gevalideerd JEROEN BARTELS
  • 10. SGS INTRON BULLETIN10 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 zijn. Nederland wil trekker van de techni- sche commissie 351 ‘Dangerous Substan- ces’ zijn om de aanpak van het Besluit Bo- demkwaliteit in stand te houden. Dat is gelukt: de Nederlandse meet- en analy- semethodes voor uitloging zijn in CEN/ TC 351 overgenomen na afstemming op de Duitse aanpak. Alle instrumenten lig- gen klaar. Nu gaat het erom dat ze – via de productnormen van de verschillende product-TC’s – ook aangewezen en ge- bruikt gaan worden. Daar stokt het.” IMPLEMENTATIE NIEUWE METHODES VERTRAAGD Met als gevolg dat producenten ge- bruik blijven maken van de oude nor- men en meetmethoden. “Er is niet me- teen een hiaat in de regelgeving. Maar we staan wel stil”, zegt Bartels daarop. Toch kunnen de nieuwe proeven wel al toegepast worden. “Er liggen heel bruik- bare ‘Technical Specifications’. De nieu- we methode is iets sneller, maar levert geen significant andere resultaten op. Het zou beter zijn als de Europese Com- missie de nieuwe uitloogproeven ook zou voorschrijven, zodat producenten en re- gelgevers ernaar kunnen verwijzen.” VERIFICATIE DOOR DERDE? Wat ook nog onduidelijk is, is hoe de Eu- ropese Commissie in de herziene CPR zal omgaan met de zekerstelling van re- sultaten. Van heel veel productaspecten kan de producent zelf aangeven of het product voldoet. De Europese Commis- sie neigt ernaar dit ook voor milieuaspec- ten toe te laten. Nederland, onder an- dere Ulbert Hofstra van SGS INTRON, pleit ervoor om dit niet te doen. “Wij wil- len in het belang van mens en milieu vasthouden aan de in Nederland gehan- teerde werkwijze, waarbij een onafhan- kelijke derde partij altijd de meetresulta- ten moet verifiëren,” zegt ook Bartels. NIET ONNODIG TESTEN Daarnaast hoopt Bartels dat de Europe- se Commissie een uitspraak gaat doen over de testfrequentie van bouwmateria- len: “Wij hebben ze voorgesteld het pre- dicaat ‘Without Testing’ of ‘Without Fu- rther Testing’ in te voeren. Bijvoorbeeld als een product heel stabiel is en altijd mee- tresultaten onder de limietwaarde ople- vert. Of als bepaalde stoffen, bijvoorbeeld organische, niet in een product voorko- men. Het zou de industrie enorm helpen als ze die moeilijke en kostbare testen dan niet of minder vaak hoeven te doen.” LIEVER AANPASSEN DAN COMPLEET HERZIEN Herziening van de CPR heeft grote ge- volgen voor bouwproducenten. Vanuit de hele bouwindustrie – Europees en natio- naal – is dan ook een lobby gaande voor een pragmatische aanpak: de CPR al- leen aanpassen en niet compleet herzien. Dan komt er veel sneller duidelijkheid. “Het Standing Committee for Constructi- on (SCC), waar alle Europese landen in zit- ten, kan mogelijk ook de vaart erin bren- gen”, denkt Bartels, “door te zorgen dat de Europese Commissie weer overgaat tot de formele publicatie van de normen.” Uitloogonderzoek in het SGS INTRON laboratorium
  • 11. SGS INTRON BULLETIN11 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 UITBREIDING CERTIFICATIEAANBOD MET URL 4005 – HISTORISCH BETON MEER INFORMATIE: JEROEN POS JEROEN.POS@SGS.COM Uitvoerende Richtlijn (URL) 4005 beschrijft de werkwijze van een betonrestaura- tiebedrijf bij het restaureren en onderhouden van historisch beton in monumenten, voor zowel betonnen bouwdelen en componenten met behoudenswaardige aspec- ten, als voor beton zonder behoudenswaardige waarde en/of beton waarvan deze waarde niet behouden hoeft te worden. Na een goede beoordeling op basis van URL 4005 ontvangt men als betonrestauratiebedrijf het bijbehorende procescertificaat. LICENTIEOVEREENKOMST SGS INTRON Certificatie heeft sinds kort een licentieovereenkomst met Stichting Erken- de Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) dat zich focust op de kwaliteit bij onder- houd, restauratie en verduurzaming van monumenten. Daarnaast beheren en beoordelen ze hieraan gerelateerde richtlijnen. Wanneer gebruikt wordt gemaakt van ERM-erkende bedrijven, is men verzekerd van specialistische kennis en kunde in de monumentenzorg. Het certificatieaanbod van SGS INTRON Certificatie is sinds kort uitge- breid met URL 4005 – Historisch beton. De richtlijn sluit goed aan bij certifi- cering voor onder meer BRL 3201 – Reparatiewerkzaamheden aan beton. Ondertekening licentieovereen- komst door Walter de Koning (Stichting ERM) en Jeroen Pos (SGS INTRON Certificatie)
  • 12. SGS INTRON BULLETIN12 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 SGS HELPT BIJ ONTMANTELING FOSFORFABRIEK THERMPHOS MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM HEIKELE MEGAKLUS Bij grote hitte wordt van fosfaaterts het element fosfor gemaakt. “De chemische processen in een fosfaatfabriek zijn te ver- gelijken met die in hoogovens”, legt Wil- lem Schipper uit. “Thermphos was een gigantische fabriek die onverwacht stil kwam te liggen. Met als gevolg dat er overal, ook in de installaties en op het hon- derden hectares grote buitenterrein dui- zenden tonnen grondstoffen, halffabrica- ten, eindproducten, bijproducten en afval achterbleven. Veel van dat materiaal was licht-radioactief. Radioactiviteit is speci- fiek voor fosforproductie: de grondstof – fosfaaterts – is van nature licht-radioactief en die radioactiviteit hoopt zich op in be- paalde processtromen en installatieonder- delen. De laatste fosforfabriek van Europa, Thermphos in Vlissingen, ging begin 2013 failliet. De verwachte doorstart kwam er niet. Ontmantelen was de enige optie die overbleef. Van Citters Beheer kreeg de opdracht de sanering uit te voeren en te zorgen dat de grote hoeveelheid deels gevaarlijke materia- len op het terrein zo goed mogelijk te- rechtkwam. Als verkoop of hergebruik niet mogelijk was, dan moest het materiaal veilig gestort worden. “Een omvangrijke en heikele klus die we nu bijna geklaard hebben”, kijkt Manager Chemie en Afval Willem Schipper van Citters Beheer terug. WILLEM SCHIPPER “SGS kan als enige licht- radioactief materiaal op de juiste manier bemonsteren en keuren”
  • 13. SGS INTRON BULLETIN13 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 Fosfor kan bovendien spontaan ontbran- den, wat een uitdaging op zich vormde voor een veilige verwerking. Mijn taak was om voor iedere reststroom apart te be- kijken wat ermee gedaan kon worden.” BOUWSTOF, GRONDSTOF OF AFVAL? Dat betekent automatisch onderzoek. SGS bleek de enige partij in Nederland die het licht-radioactieve materiaal van Thermp- hos op de gewenste manier kon onder- zoeken en keuren. “Wij zijn bekend met de materie, geaccrediteerd voor mon- sterneming en partijkeuringen in het ka- der van BRL SIKB 1000 én hebben een ei- gen stralingsdeskundige, Erik Malta”, legt projectleider Ulbert Hofstra uit. “Hij heeft onze erkende monsternemers Mark Bak- ker en Robert Voncken en de mensen in ons laboratorium verteld welke veilig- heidsmaatregelen ze moesten nemen en waar ze in de omgang met het radioactie- ve materiaal op moesten letten. Van be- paalde materialen op het Thermphoster- rein hebben we ter plekke onderzocht of ze geschikt waren als grondstof voor be- ton. De restanten fosforslakken zijn toe te passen als (niet-vormgegeven) bouw- stof. Daarop voeren we daarom stan- daard bouwstofkeuringen uit. De partij- keuringen van de afvalstromen die we ook uitvoeren, zijn heel vergelijkbaar. Daarbij bepalen we met wat voor ma- teriaal we precies te maken hebben en of het wel of niet gevaarlijk afval is.” IEDERE RESTSTROOM APART AFVOEREN “Die partijkeuringen zijn belangrijk om ons afvalmateriaal te kunnen storten”, vertelt Willem Schipper. “Ook bij de stortplaats voor gevaarlijk afval moet je aantonen wat je precies aanbiedt. Ik ben chemicus, dus ik had wel een idee wat we op het ter- rein van Thermphos aan materialen zou- den kunnen aantreffen. Toch zijn we in de installaties soms nog resten en afzet- tingen tegengekomen die we niet direct verwachtten. Wij hebben het materiaal steeds verzameld, iedere stroom apart. En dan Mark Bakker van SGS INTRON ge- vraagd om monsters te komen nemen. De samenwerking verloopt heel soepel.” SAMEN SANEREN Mark is het daarmee eens: “Ik kom met plezier. Het materiaal staat altijd netjes voor me klaar, binnen of buiten. Normaal gesproken neem ik aselectief twee meng- monsters. De ene keer was dat van 100 ton materiaal in big bags, de andere keer uit een huizenhoge berg fosforslakken van 20.000 ton. Vooraf bepaalt Van Citters Be- heer altijd de radioactiviteit. Die ligt meest- al ruim onder de grenswaarde van 100 becquerel per gram. Dan mag ik de mon- sters nemen en zijn er eigenlijk geen vei- ligheidsrisico’s. Toch neem ik altijd zo min mogelijk radioactief materiaal mee, voor- zien van een speciale sticker. Vooraf over- leg ik met het laboratorium, hoeveel ze mi- nimaal nodig hebben om de analyses uit te voeren. Tegelijkertijd moet ik mij na- tuurlijk houden aan beoordelingsricht- lijn 1000, protocol 1002: monsterneming van niet-vormgegeven bouwmaterialen, die een minimale monstergrootte voor- schrijft.” ‘Saneren doe je samen’, staat op het grote bord bij Thermphos. “Dat heb- ben wij hier met succes gedaan”, vindt Mark. “Het is fijn om bij te dragen aan het goed afvoeren van alle afvalstoffen.”
  • 14. SGS INTRON BULLETIN14 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 AUDITS OP AFSTAND: WERKT DAT WEL? MEER INFORMATIE: BAS VAN OOSTEN BAS.VANOOSTEN@SGS.COM Sinds het begin van de coronacrisis werken de kantoormedewerkers van SGS grotendeels thuis. Zo min moge- lijk contactmomenten is het devies. Maar werkt dat ook voor de auditoren, die vaak twee keer per jaar één of meerdere dagen naar de klant toe- gaan om productmonsters te nemen, de administratie te controleren en/of werkprocessen te beoordelen? “De veiligheid van onze klanten en audito- ren staat voorop”, zegt Operationeel Manager Bas van Oosten van SGS INTRON Certificatie. “Wat op afstand kan, doen we daarom op afstand.” We vragen twee auditoren naar hun ervaringen met deze ‘remote audits’. NAUWELIJKS NOG NAAR HET BUITENLAND Auditor William Kennis nam vóór corona regelmatig het vliegtuig voor een audit in het buitenland: “Mijn klanten zijn interna- tionale producenten van dak-, gevel- en isolatiematerialen. Ik houd mij bezig met KOMO-productcertificering. Daarvoor bezoek ik normaal gesproken de fabriek, om alles van de inkoop van grondstoffen tot en met het eindproduct én de daarbij horende documenten en borgingsproces- sen te zien en beoordelen. Bij de meeste bedrijven was ik niet de enige certificeren- de instantie (CI) die over de vloer kwam. Er kwamen auditoren uit verschillende landen. Veel bedrijven vonden dat een té groot risico en besloten daarom al snel geen bezoekers meer toe te laten in de fabriek. Een enkele klant in Nederland, België en Duitsland mocht ik in de afgelo- pen maanden nog wel bezoeken. Nu doe ik bijna alleen nog remote audits.” COMMUNICEREN VIA EEN BEELDSCHERM Ideaal is het niet, vindt William. “Als ik door de fabriek loop, zie ik veel meer dan wat klanten mij op verzoek laten zien of digitaal toesturen. Maar je leert natuurlijk wel elke keer bij. Ik laat steeds vaker iets filmen. De producttesten die de klant uitvoert, bijvoorbeeld. Zo krijg ik al veel meer informatie. Wat ik ook ervaar, is dat het via een beeldscherm moeilijker is om uit te leggen wat ik wil zien. Zeker omdat er bij een Spaanse, Italiaanse of Russische klant vaak ook nog een taalbarrière is. Als je daar bent, los je dat op door bepaalde documenten gewoon te pakken of iets PERRY VAN DER PUT aan te wijzen. Dat gaat vaak sneller dan alle bewijsstukken digitaal verzamelen. Aan de andere kant gaat het in mijn geval natuurlijk om het product. Dat kan ik ook gewoon hier in Nederland halen, om het in ons laboratorium te laten toetsen. Het hele proces vooraf toetsen blijft echter van belang. Dat op afstand goed doen, is niet gemakkelijk. Wat ik mij wel zou kunnen voorstellen, is dat we van twee audits op locatie per jaar teruggaan naar één, aangevuld met een documentcontrole op afstand.”
  • 15. SGS INTRON BULLETIN15 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 MEER REMOTE IN DE TOEKOMST? “Ik denk dat we daar naartoe moeten”, vult Bas van Oosten aan. “Er is al langer een roep om verandering. De meeste auditoren maken veel kilometers en lange dagen. Remote audits – mits het goed kán – betekenen minder reisbewegingen en dus tijdwinst. Toch kunnen wij niet zomaar minder audits op locatie gaan uitvoeren. We moeten voldoen aan de eisen die in de betreffende schema’s zijn opgenomen. Nu, met Covid-19, vallen we tevens terug op richtlijnen van de Raad voor Accredi- tatie: in toelichting T051 staat wat geldt in bijzondere omstandigheden zoals een pandemie. Hoe lang je bijvoorbeeld een audit uit kunt stellen en welke voorwaar- den bepalen of een audit remote kan worden uitgevoerd. Toch gaat er mogelijk wel wat veranderen. Het is goed mogelijk dat in de certificatieschema’s iets komt te staan over audits op afstand. We zijn in NVCi-verband (Nederlandse Vereni- ging Certificatie-instellingen) in ieder geval al bezig een stuk op te stellen met basiseisen voor remote audits en remote sampling, ofwel monstername door de klant zelf.” VEILIGHEID VOOROP Auditor bodem, grond, sloop en puinrecy- cling Perry van der Put doet veel buitenau- dits, op sloop- en saneringslocaties en bij recyclingbedrijven onder andere. “Die kun- nen met een aantal aanpassingen wel nog veilig doorgaan”, ervaart hij. “Mits de klant dat wil én ik zelf helemaal gezond ben uiteraard. Veiligheid creëer je zelf. Ik houd mij altijd aan de coronaregels ter plekke en zorg dat er steeds voldoende veiligheids- middelen in mijn auto liggen. Het eerste wat ik doe als ik bij de klant ben en uitstap, is mijn handen ontsmetten. Dat geeft mij een goed gevoel. Om ook buiten afstand te kunnen houden, maak ik gebruik van de digitale mogelijkheden. Ik laat machinisten van graafmachines bijvoorbeeld een A4’tje zien met de tekst: ‘Wil je mij even bellen?’ en mijn mobiele nummer. Als zij dat doen, stel ik mij voor en leg ik mijn bezoek uit. Dat wordt zeer op prijs gesteld. Docu- menten uitwisselen, in mijn business vaak met de hand ingevulde formulieren, doen we vervolgens via de mail of Whatsapp. Iedereen heeft tegenwoordig een smart- phone en kan foto’s maken. Wil ik nog een bepaalde map inzien? Dan vraag ik of ze die even buiten of in een lege schaftkeet voor mij klaarleggen. Op die manier com- municeren we gemakkelijker met elkaar, blijf ik op afstand en kan ik op locatie een fatsoenlijke én veilige audit uitvoeren.” GEMIS VAN DIRECT CONTACT Perry mist het contact met collega’s, nu hij vaker thuis werkt. “Maar ook de directe interactie met de klant. Een kantooraudit, waarbij je gegevens uitwisselt, kan prima op afstand. Maar het is wel anders en intensiever. Bepaalde dingen kosten meer tijd, zeker ook voor de klant. Bijvoorbeeld het scannen van informatie die niet digitaal voorhanden is. Het rapporteren moet deels nog na het interview gebeuren. En de wijze waarop je interviews uitvoert, via een beeldscherm, is niet te vergelijken met hoe je dat doet als je tegenover elkaar zit. Je mist veel verbale en non-verbale communicatie. Die is bepalend voor de uitvoering van een audit.”
  • 16. SGS INTRON BULLETIN16 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 ONDERZOEK NAAR FORMALDEHYDE-EMISSIE IN HERMAN TEIRLINCKGEBOUW BRUSSEL Het duurzame Herman Teirlinckgebouw in Brussel is in 2017 opge- leverd en door de Vlaamse overheid in gebruik genomen. Ontwik- kelaar en destijds ook eigenaar en verhuurder Extensa Group had rekening gehouden met de strenge eisen die de Vlaamse gemeen- schap aan kantoorgebouwen stelt. Zo mocht in binnenruimtes niet meer dan 10 microgram (µg) formaldehyde – een giftige stof die vrij kan komen uit bouwmaterialen – per m3 lucht gemeten worden. Di- rect na ingebruikname van het gebouw blijkt die grenswaarde echter al op diverse locaties overschreden. Tegen de verwachting in is het formaldehyde-gehalte bij een tweede meting in 2019 niet gedaald, maar zelfs gestegen. Bram Das van Extensa Group roept de hulp in van SGS om de concentraties nog eens heel nauwkeurig te meten en de bron te achterhalen. © Benjamin Struelens - Extensa
  • 17. SGS INTRON BULLETIN17 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 SAMENWERKING SGS BELGIË EN SGS INTRON “De eerdere formaldehyde-metingen waren uitgevoerd door een concurrent van SGS, die in onze ogen niet proactief werk- te”, legt Bram Das uit. “Via SGS België, in Melsele dat het formaldehyde-gehalte in de lucht opnieuw gemeten heeft, kwam ik in contact met Wil Klarenaar van SGS INTRON. Hij wist zeer goed waar het over ging, in welke richting hij moest zoeken en welke procedures hij moest volgen om snel achter de oorzaak te komen.” TOEGEPAST IN VEEL BOUWMATERIALEN “Formaldehyde is een klein molecuul dat in de jaren ’90 bekend werd als giftig ‘spaanplaatgas’ maar dat in veel meer bouwmaterialen te vinden is”, weet Wil Klarenaar. “Het stofje kan een poly- meer vormen en is heel nuttig in lijm of kunsthars en relatief goedkoop. Vandaar dat hars op basis van formaldehyde nog steeds veel wordt toegepast, bijvoor- beeld in wanden, plafonds, meubels en vloeren.” Om de oorzaak van de te hoge concentraties in het Herman Teirlinckge- bouw te achterhalen, is Wil Klarenaar sys- tematisch te werk gegaan. “Op basis van de informatie die we van Extensa Group kregen, hebben we een lijst gemaakt van de mogelijke ‘boosdoeners’. Daarbij hebben we gelet op materialen waarvan bekend is dat er formaldehyde in kan zitten én de materialen die in dit gebouw veel zijn toegepast. Uiteindelijk zijn een tiental materialen geselecteerd als ‘meest waarschijnlijke verdachten’: vloer- en wandpanelen, bureaubladen, vloerplinten en een geluidsdempend paneel. MEUBILAIR HOOFDVERDACHTE Uit al die materialen heeft SGS INTRON kleine stukjes monstermateriaal genomen. Die monsters zijn in het eigen labora- torium in Sittard voorbereid en door de medewerkers van het SGS-laboratorium in Antwerpen geanalyseerd. In de meeste onderzochte materialen bleek formalde- hyde te zitten. De grootste concentratie werd gevonden in het bureaublad. Dat hóeft geen probleem te zijn, want het gaat erom hoeveel formaldehyde het materiaal uitademt. Desondanks was het interieur wel direct een belangrijke verdachte.” ZEER TEVREDEN “Wij hadden ook al het vermoeden dat de formaldehyde afkomstig kon zijn uit het meubilair”, zegt Bram Das. “Omdat de concentratie toenam en er veel meubels met een verlijmde houtstructuur in het gebouw stonden. Bovendien hadden wij vooraf eisen gesteld aan de bouwmate- rialen die in het Herman Teirlinckgebouw mochten worden toegepast. Die moch- ten alleen van klasse E0 of E1 zijn: de strengste klassen, waar geen of maar een heel kleine hoeveelheid formaldehyde uit kan komen. De meubels waren door de Vlaamse gemeenschap zelf geplaatst.” Extensa Group besluit direct al het losse meubilair weg te halen uit één van de kan- toren en de ruimtes goed te luchten. Wil Klarenaar: “Toen onze Belgische collega’s twee weken later opnieuw luchtmetingen deden, lag het formaldehyde-gehalte on- der de 10 µg/m3.” “Daarmee voldoen wij aan de gestelde eisen”, zegt Bram Das. “We zijn zeer tevreden. Over de nauwkeu- rige werkwijze van SGS, de goed verlopen communicatie en zeker ook over de zeer behoorlijke rapportage achteraf, met voor ons natuurlijk gunstige resultaten.” BRAM DAS
  • 18. SGS INTRON BULLETIN18 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 CSC-CERTIFICERINGSNIVEAU PLATINUM BESCHIKBAAR & PILOT SCHEMA ZEEWINNING MEER INFORMATIE: JEROEN POS JEROEN.POS@SGS.COM Sinds september 2020 heeft de Concrete Sustainability Council (CSC) voor verantwoord geproduceerd beton certificeringsniveau Platinum beschikbaar gesteld. Het CSC-keur- merk met niveau Platinum wordt erkend in BREEAM op scorelevel 7 en is het hoogste erkenningsniveau dat momenteel kan worden behaald in BREEAM. Opdrachtgevers die duurzaam bouwen en hiervoor BREEAM gebruiken, kunnen met CSC-gecertificeerd beton extra pun- ten scoren. Ook de certificatieniveaus van CSC op Brons (scorelevel 4), Zilver (scorelevel 5) en Goud (scorelevel 6) blijven in BREAAM gehandhaafd. De Building Research Establishment Environmental Assessment Method (BREEAM) is één van de meest ge- renommeerde Green Building Labels in Europa. Het betreft een duurzaam- heidskeurmerk voor het realiseren van duurzame gebouwen met minimale milieu-impact. Het verhoogt de waarde van gebouwen, alsmede het groene imago en garandeert een gezondere en productievere leef- en werkomgeving. Voor meer informatie over Platinum CSC-certificering en erkenning in BREEAM, zie CSC Technical Manual 2.0 of BREEAM Guidance Note 18. CSC-SCHEMA VOOR ZEEWINNING Het CSC-keurmerk maakt onderscheid tussen de productie van beton en de verantwoorde herkomst van grondstof- fen, te weten toeslagstoffen en cement. Bij CSC-certificering wordt gebruik- gemaakt van een zogeheten schema, ontwikkeld met het oog op winning van grondstoffen op het land. CSC werkt momenteel aan de ontwikkeling van een schema specifiek voor zeewinning van toeslagstoffen. Er zal een pilotfase van start gaan die loopt tot maart 2021.
  • 19. SGS INTRON BULLETIN19 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 TERUGBLIK OP LCA-WEBINARS MEER INFORMATIE: ULBERT HOFSTRA ULBERT.HOFSTRA@SGS.COM In het voorjaar werd snel duidelijk dat we door de coronacrisis niet ons jaarlijkse SGS LCA-congres kon- den houden. Dit congres, dat SGS INTRON en SGS Search gezamenlijk houden, heeft inmiddels een grote bekendheid gekregen door de hoge kwaliteit van informatie, zowel voor doorgewinterde experts als voor nieuwkomers in het veld. Ook de locatie op het oude spoorterrein in Amersfoort wordt zeer gewaardeerd door de bezoekers. We hebben ge- zocht naar andere manieren om onze kennis op LCA-gebied met relaties en geïnteresseerden te delen en heb- ben gekozen om in 2020 een drietal webinars te organiseren. Het eerste webinar vond plaats op 13 mei en ging over de relatie tussen levens- cyclusanalyes (LCA) en circulariteit met de uitdagende titel ‘Circulair bouwen start altijd met een LCA’. SGS-adviseurs Harry van Ewijk, Agnes Schuurmans en Ulbert Hofstra presenteerden hun visie en beantwoorden de vele vragen van de actief meechattende webinarbezoekers. Het tweede webinar op 24 juni werd gehouden door SGS Search samen met De Meeuw, dat bekend is vanwege het flexibele bouwen. Het derde LCA webinar vond plaats op 6 oktober. Harry van Ewijk en Ulbert Hofstra vertelden over recente ontwik- kelingen op LCA-gebied. Harry lichtte de nieuwe versie van de Nationale Milieu- database (NMD)-bepalingsmethode toe en Ulbert ging in op Europese ontwikke- lingen en ervaringen met het gebruik van module D in de LCA. Ook hier waren de ca. 100 deelnemers weer zeer betrok- ken, wat bleek uit het ruime gebruik van de chat. Alle webinars zijn terug te kijken op het YouTube-account van SGS Search. TOEKOMST: DIGITALE OF FYSIEKE BIJEENKOMST? Ondanks de zeer positieve ervaringen met de webinars, hopen we toch van harte dat we volgend jaar weer een fysiek LCA-congres kunnen houden. Het face-to-facecontact kan niet vervangen worden door de digitale sessies.
  • 20. SGS INTRON BULLETIN20 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 UPDATE MILIEUPROFIELEN ENCI-CEMENT: BEHOEF- TE AAN METHODOLOGISCHE AFSTEMMING MEER INFORMATIE: BOB ROIJEN BOB.ROIJEN@SGS.COM De afgelopen periode heeft SGS INTRON de milieuprofielen van de be- langrijkste cementen van ENCI op de Nederlandse markt geüpdatet. De mi- lieuprofielen zijn gepubliceerd middels Milieu Relevante Product Informatie (MRPI)-certificaten. De vorige set milieugegevens van deze cementen was alweer ruim vijf jaar oud. Met de nieuwe milieugegevens kunnen ook de komende vijf jaar betrouwbare levenscyclusanalyses (LCA) worden opgesteld van producten waarin ENCI-cement is toegepast. Hiertoe is een LCA uitgevoerd volgens de EN 15804 – Duurzaamheid voor bouwproducten - Milieuverklaringen van producten. Omdat cement een half- fabricaat is, is alleen de productiefase meegenomen. Een van de uitdagingen bij het opstellen van LCA-berekeningen is het afstemmen van rekenregels en methodologische uitgangspunten. Om deze reden bestaat in Nederland de Bepalingsmethode Milieuprestaties Gebouwen en GWW-werken, zodat uiteindelijk ook op bouwwerkniveau op geharmoniseerde wijze wordt gerekend aan milieuprestaties. HARMONISATIE IN MILIEU- PRESTATIEBEREKENINGEN CEMENT NOODZAKELIJK Ook binnen productgroepen is het belangrijk om op geharmoniseerde wijze te rekenen. Veel wordt via de LCA-normen en de Bepalingsmethode geregeld, maar deze zijn niet geschikt om productspecifieke onderwerpen te regelen. Dergelijke productspecifieke afstemming wordt geregeld middels zogenaamde Product Category Rules (PCR)-documenten. Ook voor cement is een PCR beschikbaar, maar dan nog is er behoefte aan aanvullende afspraken. Een reden hiervoor is dat in Nederland vrij nauwkeurig naar de milieugegevens in milieuprestatieberekeningen wordt gekeken middels de milieukostenindi- cator (MKI). Hierin bestaat de kans dat kleine verschillen in uitgangspunten kun- nen leiden tot (relatief) grote verschillen tussen MKI-berekeningen. Een voorbeeld hiervan zijn de emissies bij de productie van de portlandce- mentklinker. Wat doe je als op de ene productielocatie wel bepaalde emissies worden gemeten en op een andere productielocatie niet? Samen met de industrie en andere betrokken LCA-uit- voerders wordt een document opgesteld dat voor transparantie moet zorgen. Hierdoor kunnen de gemaakte keuzes en aannames door andere LCA-uitvoer- ders gevonden worden en is de kans op onterechte verschillen, wanneer MKI-waardes worden vergeleken, zo klein mogelijk. LCA-BEREKENINGEN ENCI- CEMENT VOLGENS NIEUWE BEPALINGSMETHODE VOOR BETON Een ander interessant resultaat van de LCA-update van het ENCI-cement is dat de berekeningen nu ook zijn uitgevoerd volgens de nieuwe versie van de Bepalingsmethode met de nieuwe set milieu-indicatoren. De komende tijd zullen deze nog niet in de praktijk bij aanbestedingen en MPG-berekeningen worden gebruikt. Wel moeten vanaf 1 januari 2021 bij alle milieuprofielen voor de Nationale Milieudatabase ook de berekeningen volgens deze nieuwe me- thode worden aangeleverd. De nieuwe data van ENCI-cement maken het straks mogelijk om de LCA-berekeningen met de nieuwe Bepalingsmethode voor beton uit te kunnen voeren.
  • 21. SGS INTRON BULLETIN21 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 SGS INTRON INTRODUCEERT YOUP FRIJNS REMY ZWERUS Youp Frijns is op 3 augustus in dienst getreden als Junior laboratoriumingenieur. Nog niet lang geleden is hij afgestudeerd aan Zuyd Hogeschool op het gebied van materialen. In zijn tijd op Zuyd heeft hij zich veel beziggehouden met polymeren. Hierdoor besloot hij om bij zijn eerste stage een verdieping te zoeken in een ander materiaal en is met SGS INTRON in aanraking gekomen. Samen met stagebegeleiders Gert van der Wegen en Natalie Mühleisen heeft hij gewerkt aan het verduurzamen van beton door gebruik te maken van reactieve reststoffen. Vervolgens heeft hij bij start-ups gewerkt aan het recyclebaar maken van verpakkingsmateriaal en het 3D-printen van zachte materialen voor het gebruik als borstprotheses. “Na mijn ervaringen zal ik bij SGS INTRON met veel enthousiasme de unit Laboratorium gaan versterken als testexpert”, aldus Youp. Remy Zwerus is sinds 7 september terug bij SGS INTRON Certificatie als auditor. In mei 2018 is hij bij SGS INTRON uit dienst gegaan na een dienstverband van bijna 10 jaar. In die tijd hield hij zich bezig met advieswerk, voornamelijk gericht op het Besluit bodemkwaliteit, accountmanagement en het uitvoeren van audits voor veel verschillende systemen en beoordelingsrichtlijnen. Een geweldige uitdaging dicht bij huis was de reden van zijn vertrek. Het had wat tijd nodig voordat hij erachter kwam dat deze keuze persoonlijk niet de juiste was en is hierna rond gaan kijken. Via een recruiter vernam hij dat SGS INTRON Certificatie extra medewerkers zocht op zijn oude vakgebied. Terugdenkend aan 10 jaar dienstverband, hoefde hij niet lang na te denken om contact te zoeken. Door de coronamaatregelen vonden voornamelijk digitale gesprekken via Skype en Teams plaats en werd een herintredingspro- cedure besproken. Het juiste gevoel voor een terugkeer was gelukkig wederzijds. Remy: “Ik ben terug in de rol van auditor en zal ook inhoudelijk meewerken aan het tot stand komen en beheren van contracten. Daarnaast zal ik ook andere taken uitvoeren om de organisatie en mijn collega’s te steunen.”
  • 22. SGS INTRON BULLETIN22 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 SGS INTRONNER UITGELICHT CORA VAN DER VLIET VAN SGS VEILIGHEIDSEXAMENS WAAROM MAG JULLIE EXAMENBUREAU BEST WEL EENS IN DE SCHIJNWERPERS? “SGS Veiligheidsexamens is een klein onderdeel van SGS INTRON. Wij zijn een ISO-gecertificeerd examenbureau dat VCA-examens (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers) en asbest- examens op maat verzorgt. Mijn collega Nathalie Windster en ik runnen SGS Veiligheidsexamens met z’n tweeën. Juist omdat we klein zijn, zijn we heel flexibel. We proberen de klant zoveel mogelijk te ontzorgen. In de regel plan en organiseer ik alles rond de VCA-examens en doet Nathalie vooral de asbestexamens. We helpen elkaar waar nodig en kunnen elkaar ook vervangen. Veilig werken krijgt geluk- kig steeds meer aandacht. Veel opdracht- gevers willen alleen medewerkers aan het werk zetten die het VCA-diploma hebben. Het diploma is verplicht als je werk doet met een verhoogd risico op letsel, bijvoor- beeld in de bouw. Alle SGS INTRON-me- dewerkers die inspecties of audits doen, hebben uiteraard een VCA-diploma. Maar wij staan ook graag klaar voor hun klanten, als medewerkers snel examen moeten doen.” JIJ VERZORGT DE VCA- EXAMENS. WAT HOUDT DAT ALLEMAAL IN? Ik regel alles van A tot Z. Van het plannen van het examen zelf en het regelen van een examinator tot en met het printen en toesturen van de diploma’s en pasjes. Ik heb veel contact met klanten, om alles goed af te stemmen. In de Coronatijd misschien nog wel meer dan voorheen. Want in een zaal waar eerst met gemak twintig mensen in konden, kunnen er nu misschien nog maar zes examen doen. Soms ga ik ook even kijken op de gekozen locatie. We hebben een speciaal corona- protocol opgesteld om ervoor te zorgen dat onze examens veilig verlopen, zeker ook voor onze examinatoren die van groep naar groep gaan. Zelf ben ik ook exami- nator. Ik vind het erg leuk om af en toe een examen af te nemen. De geslaagden horen dat direct na afloop en zijn dan natuurlijk blij.” WEET JE WAT DE KANDIDATEN VOOR HUN KIEZEN KRIJGEN TIJDENS EEN VCA-EXAMEN? “Jazeker! Twee van de drie VCA-examens die wij afnemen heb ik zelf ook gedaan. Ik heb de diploma’s VCA-Basis en VCA-VOL (Veiligheid voor Operationeel Leidingge- vende). Voor dat laatste examen moest ik dingen leren waar ik nog nooit van gehoord had. Natuurlijk heb ik die kennis niet echt nodig op kantoor. Toch is het voor mijn functie wel heel handig dat ik weet wat de examens inhouden. Maar als ik tijdens een examen vragen krijg, geef ik geen antwoord hoor. Dat mag natuurlijk niet!” HEB JIJ ER MOEITE MEE OM MENSEN AAN REGELS TE HERINNEREN? “Nee, ik houd van regels. Ze zorgen voor duidelijkheid: zo moet het. Dat vind ik heel fijn. Ik heb een administratief-juridische opleiding. Voordat ik bij SGS INTRON begon, werkte ik enkele jaren op de afde- ling Personeelszaken van een gemeente. Daardoor heb ik veel ervaring met het werken met persoonsgegevens. Ik weet wat op dat gebied wel en niet mag. Zeker bij een examenbureau is het belangrijk om je aan de regels te houden. Daar worden wij ook op getoetst. Ik probeer klanten op alle mogelijke manieren tegemoet te komen. Maar niemand komt onder de re- gels uit. En natuurlijk, ik begrijp dat regels soms lastig zijn. Daarom leg ik ze vaak uit. Als klanten begrijpen waarom iets moet, is het meestal goed.” DE KLANT OP ALLE MOGELIJKE MANIEREN TEGEMOETKOMEN, IS DAT JOUW TWEEDE NATUUR? “De vele contacten, met klanten en exa- minatoren, vind ik het allerleukste aan mijn werk. Het is iedere keer weer fijn als je ge- regeld krijgt wat de klant wil. Ik ben recht door zee. Als ik iets beloof, doe ik het ook. Dat is ook de kracht van ons examenbu- reau. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. Natuurlijk is er ook wel eens stress. Bijvoorbeeld als er ineens een exa- menkandidaat opduikt die niet opgegeven is. Dan moet ik die persoon snel alsnog aanmelden en zorgen dat er op tijd een inlogcode en laptop zijn om het examen te doen. Het geeft een goed gevoel als het dan allemaal, net op tijd, toch lukt!” TOT JULLIE KLANTEN BEHOREN SINDS KORT OOK ARCHEO- LOGEN EN RESTAURATOREN. HOE ZIT DAT? “Dat is een taak die erbij gekomen is en die ons werk nóg afwisselender maakt. Wij toetsen aan de hand van specificaties in de regelgeving of wij ze mogen opne- men in het actoren- of restauratorenregis- ter. Dat doen we op basis van documen- ten die ze zelf aanleveren.” KAN HET ZIJN DAT JOUW NAAM BEKEND KLINKT VOOR VEEL SGS INTRON-KLANTEN? “Het kan heel goed zijn dat ik ze al eens aan de telefoon heb gehad. Ik ben name- lijk bij SGS INTRON begonnen als telefo- niste, in 2002. Op een gegeven moment kwam het examenbureau mensen tekort en ben ik daar bijgesprongen. Toen er iemand wegging, heb ik gesolliciteerd. Dat is nu acht jaar geleden. SGS INTRON is voor mij dus heel bekend en vertrouwd. Ik voel mij echt onderdeel van het bedrijf en werk er nog steeds met heel veel plezier.” “We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen” CORA VAN DER VLIET
  • 23. SGS INTRON BULLETIN23 DECEMBER 2020 • NUMMER 32 SGS INTRON Bulletin is een uitgave van SGS INTRON BV nl.intron@sgs.com www.sgs.com/intron www.sgs.com/intron-certificatie SGS INTRON BV is een onderdeel van SGS © 2010 SGS Société Générale de Surveillance SA – All rights reserved Dr. Nolenslaan 126 6136 GV Sittard Postbus 5187 6130 PD Sittard T 088 214 52 04 Venusstraat 2 4105 JH Culemborg Postbus 267 4100 AG Culemborg T 088 214 51 00 Eindredactie Ulbert Hofstra en Gert van der Wegen Redactie Martine Boutz (Piek tekst & PR), Paul Cartigny, Suzanne Sideris Vormgeving SGS