1. “Wie heeft mijn kaas gepikt?” Naar het boek “Who moved my cheese” van Spencer Johnson Omgaan met veranderingen In werk en privé
2.
3. We zoeken kaas omdat het ons gelukkig maakt.
4. De gevonden kaas maken we onderdeel van ons leven. Raken we de kaas kwijt of is het op, dan raken we in de war en kunnen we verdrietig worden.
5. In een land hier ver vandaan, waren twee muizen en twee minimensjes. Zij woonden in een doolhof . Ze renden de hele dag heen en weer op zoek naar kaas. Ze moesten hun honger stillen en werden er blij van. De muizen heetten “Snel” en “Snuffel”. De minimensjes; “Peins” en “Pieker”.
6. Elke ochtend renden de vier snel naar Kaasstation K naar hun eigen favoriete kaassoorten. k Er was zoveel kaas dat Peins en Pieker dachten dat het genoeg voor hun hele leven was. Ze verhuisden naar de omgeving van het Kaasstation, beschouwden de kaas als hun eigen Kaas en stemden hun hele leven erop af.
7. Op een ochtend toen Snel en Snuffel in het Kaasstation aankwamen, zagen ze dat de kaas op was! Ze waren niet erg verbaasd of geschrokken: ze hadden zelf al gezien dat de kaasvoorraad elke dag een beetje was verminderd. Daardoor waren ze voorbereid en wisten wat ze moesten doen. Ze gingen snel op zoek naar nieuwe kaas.
8. Toen Peins en Pieker in het Kaasstation K aankwamen, schrokken ze erg. “Wat, Geen Kaas meer? “ “Wie heeft mijn Kaas gepikt ?!” “Het is niet eerlijk!”, schreeuwde Peins. Die avond gingen ze hongerig en teleurgesteld naar huis…..
10. De volgende dag was er voor Peins en Pieker niets veranderd op Kaasstation K. Ze zagen Snel en Snuffel niet meer en vroegen zich af of die meer wisten… Pieker besloot niet langer na te denken over het probleem, maar gewoon op weg gaan om nieuwe Kaas te zoeken. Hij besloot het Kaasstation K te verlaten en in het doolhof te gaan zoeken naar nieuwe kaas. Peins vond het beter om achter te blijven.
11. Ondertussen hadden Snel en Snuffel verder in het doolhof Kaasstation N gevonden. De muizen piepten van genot: Ze hadden de grootste hoeveelheid kaas gevonden die ze ooit hadden gezien. …..Pieker werd steeds banger en vroeg zich af of hij echt wel het doolhof in wilde trekken.
13. Pieker bedacht dat hij de verandering aan had moeten zien komen. Als hij maar wat beter had opgelet en zich ingesteld op verandering dan zou hij niet zo overdonderd geweest zijn. En Peins, die zat nog te wachten op wat hem zou gaan overkomen……
14. “Houd je kaas in de gaten, zodat je het merkt als hij oud wordt”
15. Pieker rende wat twijfelend maar vastberaden de donkere gang in. Langzaam ontstond in hem een krachtig gevoel en hij werd steeds vrolijker. Hij liet zijn oude ideeën los en richtte zich naar wat er op hem lag te wachten, tafels vol met verschillende kazen.
16. “Een nieuwe weg inslaan Helpt je bij het vinden Van nieuwe kaas” “Zodra je de angst loslaat ben je bevrijd”
17. Pieker vroeg zich af waarom hij altijd gedacht had dat verandering tot iets slechts leidde. Nu realiseerde hij zich dat verandering ook tot iets beters kan leiden. Verderop zag hij een nieuw Kaasstation te zien. Het Kaasstation was echter leeg. Iemand anders was hem voor geweest en er lagen alleen nog wat stukjes achtergelaten kaas bij de ingang.
18. “Hoe sneller je afstand neemt Van je oude kaas, hoe sneller je nieuwe vindt” “Als je nieuwe kaas voorstelt Komt die dichterbij, Ook Al heb je hem nog niet gevonden”
19. Pieker ging terug naar Kaasstation K en had wat kleine stukjes kaas voor Peins meegenomen. Peins weigerde, hij wilde zijn eigen kaas terug. Pieker zuchtte teleurgesteld en ging zelf weer op pad om nieuwe Kaas te vinden. Hij bedacht: Het is veiliger om op zoek te gaan, dan zonder kaas te blijven zitten.
20. Pieker wist dat de werkelijkheid altijd minder erg is dan je voorstelling ervan. Hij besefte dat verandering een normaal en veel voorkomend verschijnsel was. Het overvalt je alleen als je hem niet verwachtte of niet op lette. Pieker had zijn opvattingen veranderd. “met oude opvattingen vind je geen nieuwe kaas” “als je ziet dat je goede nieuwe Kaas kan vinden, verander Dan van richting”
21. Pieker hoopte dat hij de goede kant op ging. Hij had alle voorgaande wijsheden op de doolhofmuren geschreven. Pieker stelde zich voor dat Peins de tekenen aan de wand zou lezen en daarmee zijn richting kon bepalen. “als je oog hebt voor de eerste Kleine veranderingen, kan Je de grote die nog komen Beter accepteren”
22. Het leek wel of hij al eindeloos aan het rennen was. En na een tijdje had Pieker een enorme voorraad nieuwe Kaas gevonden, in Kaasstation N.! Snuffel en Snel verwelkomden hem. “lang leve de moed voor verandering” Pieker schreef een samenvatting van alles wat hij geleerd had op een grote lege muur in Kaasstation N.