2. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis
Vaste voet aan wal
Het lezen van een ‘jaarverslag’ heeft iets dubbels. Je leest over het verleden
en beoordeelt dat met de kennis van het heden. Voor Het Waterschapshuis
geldt dat in versterkte mate. Ooit (alweer vijf jaar geleden) werd deze orga-
nisatie voorzichtig van de wal geduwd om potentiële samenwerkingsmoge-
lijkheden van de waterschappen op ICT-gebied te bundelen. Inmiddels is Het
Waterschapshuis uitgegroeid tot ‘hét vaartuig’ om samenwerking en efficiënte
winst op het vlak van de bedrijfsvoering van waterschappen te effectueren.
Het Waterschapshuis is - als tweede dochter van de Unie naast de STOWA - van
wal gegaan als een stichting, met ambitieuze bestuurders en met nog ambiti-
euzere medewerkers van de waterschappen. Zij namen tijdig het initiatief om
fundamentele randvoorwaarden binnen de ICT-ontwikkelingen te benoemen en
te groeperen: standaardisering, architectuur en (geo)informatie als drager van
onze bestuurlijke processen. Dat heeft inmiddels geleid tot tal van nieuwe pro-
ducten en aanzetten daartoe. In het ruim vinden we onder meer IRIS, WIA,
WaterschapsNet, ODB, TAX-I UBS, nieuwe e-formulieren, AHN-2 en noem maar op….
Van de wal geduwd als een onderbemand en te licht bootje, heeft Het Waterschapshuis
met goed zeemanschap en de juiste wind (denk o.a. aan E-overheid) een koers weten
te vinden die wordt erkend door alle waterschappen en collega overheden. Grote
projecten zijn voortvarend opgepakt, waarbij is geanticipeerd op de wensen van de
waterschapsgebruikers.
Het bootje is een schip geworden en van zo’n vaartuig wil iedereen wel bestuur-
der zijn. Dus wordt Stichting Het Waterschapshuis medio 2010 omgevormd tot
‘Gemeenschappelijke Regeling’. Daarmee meert Het Waterschapshuis nu aan en krijgt
het echt vaste voet aan wal in waterschapsland.
Dit jaarverslag is het ‘scheepsjournaal 2009’ van samenwerkingsverband Het Water-
schapshuis, dat eerst gehuisvest was op meerdere plekken bij de waterschappen, maar
dat zich vanaf 2010 gevestigd heeft - samen met de STOWA - in Amersfoort aan Zee.
Henk van ’t Land
Voorzitter
Groningen - 0,2 m. N.A.P.
3. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis
2009 was een heel belangrijk jaar, een sleuteljaar, een jaar van transitie. Het
was het jaar waarin Het Waterschapshuis en de waterschappen langzamer-
hand elkaars vertrouwen herwonnen, nadat we hard in aanvaring waren ge-
komen over de (afgekeurde) begroting voor 2009. Dat was voor ons een wake
up call, misschien wel een blessing in disguise.
Door de gebeurtenissen eind 2008 ervoeren we direct de noodzaak om de zaken intern
beter te organiseren, transparanter te worden, strakker te plannen en ons anders en
beter te verantwoorden naar onze broodheren. Daar zijn we hard mee aan de slag
gegaan. Onder meer door alle waterschappen te consulteren en tekst en uitleg te
geven over ons werk. Sindsdien is er een hoop veranderd. De waterschappen zijn nog
altijd kritisch, maar ook positief welwillend. Dat voelt als een heerlijke lentedag na
een koude winter.
Gemeenschappelijke Regeling
Het afgelopen jaar hebben veel mensen voor én achter de schermen keihard gewerkt
om van de stichting Het Waterschapshuis een Gemeenschappelijke Regeling te maken.
Op 1 juli van dit jaar gaan we in deze nieuwe rechtsvorm van start. Ik denk dat we
daarmee voor een belangrijk deel tegemoet komen aan de gevoelde bezwaren vanuit
de waterschappen dat ze te weinig inhoudelijke en financiële sturing hebben.
Ik kan me dat gevoel overigens goed voorstellen. We zijn, zowel projectmatig als finan-
cieel, de afgelopen jaren gegroeid als kool. Af en toe kraakte Het Waterschapshuis
organisatorisch in zijn voegen. Die groei leek iets autonooms, iets wat buiten de
waterschappen omging. Léék zeg ik met nadruk, want de groei was juist het gevolg
van het feit dat de waterschappen ons steeds meer projecten gingen toevertrouwen.
Gelijke monniken, gelijke kappen
De Gemeenschappelijke regeling is de beste rechtsvorm voor het doel dat we nastre-
ven. Ik denk dat het geweldig bijdraagt aan het onderlinge vertrouwen tussen water-
schappen en Het Waterschapshuis. Dat vertrouwen is nodig om echt te komen tot
succesvolle samenwerking op het gebied van informatievoorziening. In de nieuwe
situatie moeten we bij de verantwoording aan dezelfde regels en eisen voldoen als de
waterschappen zelf. Rechtmatigheid en doelmatigheid staan dan in het begrotings-
proces centraal. Kortom: gelijke monniken, gelijke kappen. Dat is pure winst. Eerlijk
is eerlijk: het maakt het er niet eenvoudiger op, maar ik vind dat de waterschap-
pen recht hebben op een gedegen verantwoording, zeker gezien het gestaag groeiende
budget.
One team, one task!
Het Waterschapshuis is sinds begin 2010 gevestigd is op één centrale locatie in het
land, Amersfoort. De verhuizing, die het afgelopen jaar werd voorbereid, is van enorm
belang voor onze verdere ontwikkeling en positionering binnen Waterschapsland. We
zijn ineens zichtbaar voor de waterschappen, je kunt naar Het Waterschapshuis toe!
Er kan hier worden vergaderd en overlegd. Ook voor de interne organisatie en de
bedrijfscultuur is heel belangrijk dat we als club bij elkaar zitten. We hebben met
elkaar sinds de verhuizing een beetje het slogangevoel van de marine: One team one
Task! Ik weet dat medewerkers soms grote offers moeten brengen, bijvoorbeeld omdat
ze veel langer moeten reizen. Maar ik vind dat het belang van Het Waterschapshuis
als organisatie hier boven dat van individuele medewerker gaat. Ik heb overigens
enorm veel respect voor de wijze waarop de medewerkers hiermee om gaan. Iedereen
werkt ongelofelijk hard en met zeer veel passie.
Directeur Joris Van Enst over het ‘sleuteljaar’ 2009
Een heerlijke lentedag na een koude winter
IRIS: van verwarring naar rust
Toen eind 2008 duidelijk werd dat we geen financiële goedkeuring zouden krijgen om te starten met het verbeterplan voor
het geografisch informatiesysteem IRIS, moest iedereen flink slikken. Er heerste behoorlijke verwarring over de vraag hoe
we nu verder moesten. Maar deze gedwongen pas op de plaats gaf ons wel de rust en ruimte om onze plannen ten aanzien
van IRIS nog eens goed te bekijken en te heroverwegen. Ik denk dat we daar uiteindelijk heel blij mee moeten zijn. Want
er ligt inmiddels een duidelijke, goed doortimmerde visie op de toekomst van IRIS, inclusief een stappenplan waar we de
komende jaren mee aan de slag gaan.
TAX-I ODB: duwen en trekken
De ontwikkeling van het nieuwe belastingsysteem TAX-I en de onderliggende Overheidsdatabase, verliep in 2009 stroef.
Het was duwen en trekken. Er was, zeker aan het begin van het jaar, onduidelijkheid over elkaars rollen, verantwoorde-
lijkheden en verwachtingen in dit project. We hebben veel energie gestopt om helderheid te krijgen over deze zaken. Op
dit moment ligt de nadruk gelukkig weer op de inhoud. Ik ben ervan overtuigd dat de waterschappen met TAX-I een goed
en up-to-date belastingsysteem krijgen. De onderliggende Overheidsdatabase wordt bovendien een zeer toekomstvaste,
gedegen en kosteneffectieve basis voor informatievoorziening. Niet alleen voor waterschappen, maar ook voor andere
overheden. En we merken dat daar ook bij andere overheden, in toenemende mate belangstelling voor bestaat.
E-overheid: chaos en bewondering
Chaos en bewondering. Zo kijk ik naar het programma E-overheid. Die chaos heeft vooral te maken met de ontwikkelin-
gen op nationaal niveau. Het Rijk heeft met het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid ambiti-
euze doelstellingen neergelegd. Te ambitieus wat ons betreft. Daarbij schoot de aansturing van het Rijk naar lagere over-
heden in 2009 te kort, er was veel te weinig regie. Tegelijkertijd stel ik vast dat we er desondanks met de waterschappen
in geslaagd zijn veel zaken op dit gebied verder te brengen. Wij doen het heel goed, zeker vergeleken me andere overheden.
Vandaar mijn bewondering.
Architectuur en Standaarden: stilte voor de storm
De effectiviteit, kwaliteit en financiële winst van samenwerking wordt grotendeels bepaald door de mate waarin water-
schappen voor hun informatievoorziening dezelfde onderliggende basis gebruiken. In het afgelopen jaar hebben we
waterschapsbestuurders het belang van zo’n uniforme onderliggende informatiearchitectuur steeds duidelijker kunnen
maken. Daarmee is ook het wantrouwen afgenomen ten aanzien van ICT: het is ingewikkeld, het doet nooit wat het moet
doen en het kost altijd meer geld dan verwacht. Ik verwacht dat we de komende jaren echt werk kunnen gaan maken van
een gezamenlijke informatiearchitectuur en daarmee over de volle breedte de vruchten van samenwerking kunnen gaan
plukken. Er staat kortom op dit terrein heel wat te gebeuren.
Was 2009 het jaar van de professionalisering, 2010 is wat mij betreft het jaar van de transitie. Ik denk dat we met de
komst van de GR een organisatie hebben die staat, die inhoudelijke deugt en die een goede, zakelijke relatie heeft met de
waterschappen. 2011 wordt het jaar waarin we Het Waterschapshuis verder consolideren en ons voorbereiden op de ver-
dere uitbouw. Binnen waterschapsland is steeds meer belangstelling voor het zogenoemde Shared Service Concept, zeker
in het kader van de actie STORM. Het Waterschapshuis zal bij het uitwerken van dat concept zeker een rol spelen.
Joris van Enst
Directeur
Amersfoort + 10,4 m. N.A.P.
4. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis
Joseph Vos, voorzitter commissie aansturing en bestuurlijke borging:
‘Bestuurders willen terecht meer financiële en
inhoudelijke sturing’
‘Waar de stichtingsvorm in de eerste jaren van pionieren prima voldeed, begon
diezelfde vorm de laatste tijd bestuurlijk steeds meer te knellen. Vandoor ons
advies Het Waterschapshuis om te vormen tot een Gemeenschappelijke rege-
ling’, aldus Dijkgraaf Joseph Vos van waterschap Brabantse Delta. Als voorzit-
ter van de Commissie aansturing en bestuurlijke borging boog hij zich in 2009
over de organisatorische en bestuurlijke toekomst van Het Waterschapshuis.
Een vraaggesprek.
Waarom is bij de oprichting van Het Waterschapshuis gekozen voor een
stichtingsvorm?
De waterschappen kozen destijds terecht voor een bestuurlijk-juridische vorm die
goed paste bij een pionierende organisatie. Het Waterschapshuis kreeg als algemene
opdracht mee om de mogelijkheden voor verdergaande samenwerking op het gebied
van informatievoorziening in kaart brengen, en om twee GEO-informatiesystemen
- Gis Zes en Intwis - verder te ontwikkelen tot één overkoepelend systeem voor alle
waterschappen. Als stichting kon Het Waterschapshuis snel inspelen en anticipe-
ren op de markt en op de mogelijkheden die zich aandienden. Dat werkte voor die
fase heel goed. Er was veel gezamenlijke gedrevenheid van medewerkers van Het
Waterschapshuis en waterschappers om met elkaar aan de slag te gaan. Er kon snel
worden geschakeld en er werden allerlei kansen gegrepen.
Waar en wanneer ging het knellen?
Er was bij de betrokken waterschappers en waterschapshuizers volop enthousiasme,
maarerwasgeenduidelijkeopdrachtgever-opdrachtnemerrelatietussenwaterschap-
pen en Het Waterschapshuis. Dat betekende dat niet altijd even duidelijke afspraken
waren over op te leveren producten en bijbehorende kosten. Tegelijkertijd groeide Het
Waterschapshuis als kool, er kwamen steeds meer projecten. Waaruit bleek hoe groot
de behoefte was aan een organisatie als deze. De begroting ging in korte tijd van een
paar ton naar een paar miljoen. Vanuit de ledenvergadering van de Unie, waar de
begroting en rekeningen van Het Waterschapshuis werden besproken, kwam steeds
meer kritiek. De bestuurders hadden het gevoel dat te weinig zicht hadden op het
reilen en zeilen van de club waarin alsmaar grotere bedragen omgingen. Iemand ver-
geleek de situatie met een timmerman die zelf mag bepalen hoeveel hout, spijkers
en schroeven hij gebruikt voor een tafel of stoel. De bestuurders wilden terecht meer
financiële en inhoudelijke sturing op het werk en meer waarborgen dat het geld ook
juist werd besteed. Kortom: een meer zakelijke relatie tussen Het Waterschapshuis en
waterschappen. De stichting als organisatievorm paste daar niet meer bij.
Waarom een GR?
We hebben als commissie allerlei juridische vormen beschouwd. Die hebben allemaal
hun voors en tegens. De uitdaging was om te komen tot een organisatie en bestuurs-
vorm die Het Waterschapshuis enerzijds voldoende ruimte biedt om samen water-
schappers te werken aan goede en op de werkvloer gedragen producten en diensten,
zonder al te veel bestuurlijke drukte eromheen. Tegelijkertijd moeten bestuurders wel
dat kunnen doen waarvoor zij zijn aangenomen: voldoende sturing en borging van
kosten, kwaliteit, en doelmatigheid. Uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen dat
de vorm die we nu hebben gekozen, een gemeenschappelijke regeling, daarvoor de
beste garanties biedt.
Het Waterschapshuis krijgt met de GR een Algemeen Bestuur waarin alle waterschap-
pen zijn vertegenwoordigd. Leidt dat niet tot bestuurlijke stroperigheid en gaat dat
niet ten koste van de slagvaardigheid van Het Waterschapshuis?
Ik ben daar niet bang voor, zolang de organisatie het traject om een programma of
project te starten, zorgvuldig uitvoert. De op te richten Programmaraad speelt daar-
in wat mij betreft als adviseur van het dagelijks bestuur, een cruciale rol. Die heeft
een antennefunctie als het gaat om de vragen en behoeften die er bij waterschap-
pen leven op het gebied van de informatievoorziening en moeten aan het Dagelijks
bestuur advies uitbrengen of het de moeite waard is daar in gezamenlijkheid een
antwoord op te vinden. Op basis van dat advies, besluit het dagelijks bestuur om al
dan niet via een businesscase de haalbaarheid en betaalbaarheid te onderzoeken. Als
ook de businesscase positief uitpakt, moeten sluitende afspraken worden gemaakt
met de deelnemende waterschappen over product, prijs en kwaliteit. Als dit traject
goed wordt doorlopen, biedt dat bestuurlijk voldoende waarborgen en kan het alge-
meen bestuur op afstand blijven. Daarbij vind ik dat de grondhouding van een AB-lid
ook moet zijn geen onnodige blokkades op te werpen en zich niet te bemoeien met de
interne bedrijfsvoering van Het Waterschapshuis.’
Tot slot: hoe kijkt u aan tegen de toekomst van Het Waterschapshuis?
Heel positief. Ik denk dat we nog maar aan het begin staan van gezamenlijke infor-
matievoorziening. Ik denk dat er daarin nog heel veel slagen te maken zijn wat betreft
kwaliteit, doelmatigheid en kosten. Het Waterschapshuis kan daarin een heel belang-
rijke rol vervullen. Vooral als ze zichtbaar weten te maken wat hun werk de water-
schappen oplevert aan kwaliteit en geld.
Breda + 4,5 m. N.A.P.
5. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis
De jaarlijkse Netwerkdag van Het Waterschapshuis vond plaats
op 1 oktober 2009 in De Fabrique in Utrecht. Het thema was ‘Uw rol
- Samen Werken aan vooruitgang’. Nieuw was dat deze keer ook
een aantal waterschapsbestuurders en medewerkers van Rijks-
waterstaat de netwerkdag bezochten. Een inspirerende, verras-
sende en leerzame dag, zo gaven de meeste bezoekers aan.
Het gemêleerde publiek besloeg in totaal 270 bestuurders, directeuren,
proceseigenaren, ICT-ers, staf- en beleidsfunctionarissen van water-
schappen en vertegenwoordigers van andere (semi-)overheidsinstellin-
gen en bedrijven. De doelstelling van de netwerkdag was om functio-
narissen van verschillende niveaus binnen de overheid- en watersector
met elkaar in contact te brengen. Zij spraken met elkaar over ieders rol
bij het proces om tot samenwerking te komen in de informatievoor-
ziening en daarmee vooruitgang te boeken. Dat gebeurde zowel tijdens
workshops als in de wandelgangen. De verschillende stands van betrok-
ken bedrijven en instellingen trokken eveneens veel bezoekers. Nieuw
was dat de netwerkdag was te volgen op YouTube.
HetWaterschapshuismochtuiteindelijktevredenterugkijkenopeeninspi-
rerende, verrassende en leerzame dag, zo gaf ruim zeventig procent van
de bezoekers op de evaluatieformulieren aan. De netwerkmogelijkheden
werden goed benut en er heerste volgens de aanwezigen een plezieri-
ge, open en ontspannen sfeer. De dag leverde een lijst op van concrete
leerpunten bij deelnemers en Het Waterschapshuis. Conclusie was dat
samenwerking complex is, maar dat het tot mooie resultaten kan leiden
als het goed wordt aangepakt. Samenwerking wordt in de watersector
en in de informatievoorziening steeds belangrijker en noodzakelijker.
Verschillende sprekers gingen in op het belang van samenwerken. Twee
van hen lichten we hier er uit: Stefan Kuks en Gerard van den Brandhof.
Netwerkdag: inspirerend, verrassend en leerzaam Watergraaf en hoogleraar Stefan Kuks: ‘Innovaties door ICT
vergroten de bestuurskracht’
Bestuurders beleven ICT vaak als technisch en moeilijk te begrijpen. Het kost
veel geld en er kleven financiële risico’s aan. Kortom: ICT is iets waar je liever
niet je vingers aan brandt. Watergraaf en hoogleraar Stefan Kuks liet op de
Netwerkdag 2009 van Het Waterschapshuis een heel ander geluid horen. ICT
en informatievoorziening zijn volgens hem de sleutel tot innovatieve mogelijk-
heden om bestuurskracht te vergroten.
‘Een waterschap is niet alleen een technocratische expert-organisatie, maar ook een
bestuurlijke organisatie die belangen moet afwegen. Goede informatievoorziening
geeft beter inzicht en leidt tot betere bestuurlijke afwegingen,’ stelt Kuks. Voorwaarde
is wel dat de ICT-voorzieningen de informatie genereren die bestuurders nodig hebben
om die afweging te kunnen maken. Daaraan ontbreekt het nog wel eens, constateert
hij: ‘Bij de ontwikkeling van informatiesystemen is niet altijd helder op welke beleids-
vragen ze een antwoord moeten leveren. Daardoor sluit zo’n systeem niet altijd goed
aan bij de behoefte. Organiseer als Het Waterschapshuis communicatie over de juiste
functionaliteit.’
Vraaggestuurd
Om succesvol te kunnen zijn, moeten ICT-ers meer rekening houden met de mogelijke
koudwatervrees van bestuurders voor ICT, zegt Kuks. ‘Dat kan door om te schakelen
van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde informatievoorziening: informatie die
bestuurlijk begrijpbaar is en die aansluit bij de maatschappelijke beleving van het
waterschap. Een praktijkvoorbeeld: een informatiesysteem voorspelt voor bepaalde
gronden droogteschade als gevolg van te lage grondwaterstanden. Deze constatering
moet dan wel aansluiten bij wat de grondgebruikers in het veld zien. Als hun bele-
ving een andere is, wordt de validiteit van de kennis die het informatiesysteem voort-
brengt al snel in twijfel getrokken. Om tot acceptabele kennis te komen, is dikwijls
‘kennisonderhandeling’ tussen aanbieders en gebruikers nodig. Het Waterschapshuis
moet zodoende niet alleen oog hebben voor de technische prestatie van informatiesy-
stemen, maar ook voor de houdbaarheid van informatie in de beleidspraktijk.’
Slimmer besturen
Inzet van ICT is nodig om te kunnen voldoen aan de Nederlandse code voor goed
openbaar bestuur. In het contact met burgers speelt ICT een steeds grotere rol bij digi-
tale dienstverlening, terugkoppeling (zoals klachtenbehandeling) en bij het laten zien
van transparantie en integriteit. Op het gebied van participatie, meningsvorming
en interactieve beleidsontwikkeling biedt ITC volgens Kuks ongekende mogelijkhe-
den om tot uitwisseling van standpunten en samenspraak te komen. ‘Door inzet van
ICT kunnen we slimmer gaan besturen, beleid beter legitimeren en weerstanden eer-
der onderkennen. Hier liggen innovatiekansen voor Het Waterschapshuis, waarvan
bestuurders kunnen profiteren. Informatievoorziening moet niet alleen gericht zijn op
de rationele onderbouwing van beleid, maar ook op het verkrijgen van draagvlak.’
Digitale overheid
Waar waterschappen en bestuurders ook mee te maken hebben, is de steeds verder-
gaande digitalisering en informatisering. Dit vraagt om harmonisatie, ontsluiting
en selectie van informatiestromen. Kuks: ‘Denk aan de koppeling van de overheids-
database met bijvoorbeeld het Kadaster en de gemeentelijke basisadministratie. De
ruimtelijke ordening vraagt om gebiedspecifieke gegevens, zoals bij de ontwikke-
ling van Geo-portalen. De sector heeft zelf ook behoefte aan harmonisatie en bete-
re uitwisselbaarheid, bijvoorbeeld om bedrijfsvergelijking beter mogelijk te maken.
Burgers vragen om ontsluiting van informatie over
het waterschapswerk in brede zin of specifieke infor-
matie over projecten in hun omgeving. Daarbij ver-
dient het interpreteren van informatie aandacht. Het
Waterschapshuis kan zich inzetten voor selectiviteit,
om een informatie overload te voorkomen.’
Samenwerking
Het belang van waterschappen voor samenwerking
in Het Waterschapshuis is volgens Kuks evident:
‘Samenwerking zorgt voor stroomlijnen van infor-
matie, voor betere informatieprocessen, voor kos-
tenbesparing door harmonisatie. Daarbij moeten
we voortbouwen op wat er al is: 26 waterschappen
met zo’n 2000 verschillende servers. Dat maakt har-
monisatie tot een complexe klus. Het gezamenlijke
belastingkantoor Lococensus is een voorbeeld van ICT-
harmonisatie op stroomgebiedniveau, waarbij Het
Waterschapshuis een rol heeft gespeeld. Daarnaast
kan Het Waterschapshuis helpen bij het vormgeven
van het digitale waterloket bij gemeenten. Zodoende
draagt de samenwerking bij aan betere maatschappe-
lijke dienstverlening en grotere bestuurskracht.’
Almelo + 9,8 m. N.A.P.
6. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 10 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 11
Amersfoort + 10,4 m. N.A.P.
Gerard van den Brandhof, heemraad waterschap Veluwe: ‘Veel
voordeel te halen bij beheer en ondersteuning’
Het Waterschapshuis en de waterschappen hebben de afgelopen jaren op het
gebied van ICT belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Maar volgens Ge-
rard van den Brandhof, heemraad bij Waterschap Veluwe, projectmanager in
de ICT-branche en spreker op de laatste Netwerkdag, is pas de eerste stap
gezet: ‘Gezamenlijke inkoop van beheer en ondersteuning kan nog veel voor-
deel opleveren.’
De samenwerking tussen waterschappen op ICT-gebied moet volgens hem verder
gaan dan het opstellen van een gemeenschappelijke visie, gezamenlijke inkoop en het
laten ontwikkelen van ICT-toepassingen. ‘De lijn die de waterschappen kleinschalig
hebben ingezet met de laboratoria, belastingkantoren, hosting, WaterschapsNet en
dergelijke moet worden vastgehouden en versterkt. In de praktijk blijkt echter dat bij
de implementatie, het onderhoud en het beheer de ICT-wegen van de waterschappen
uit elkaar gaan lopen en daar niet, net zoals bij de inkoop en ontwikkeling, voordeel
wordt behaald.’
Bestuurders maken zich volgens Van den Brandhof vooral zorgen om de investeringen
die ICT-toepassingen met zich meebrengen. Zij moeten volgens hem meer oog krijgen
voor de operationele kosten die voortvloeien uit die investering. ‘Een bekende regel,
die ook voor ICT geldt, is dat het bedrag van een investering in vijf jaar nog eens
wordt betaald aan beheer en ondersteuning. Gezamenlijke inkoop van producten en
diensten kan zodoende ook in die fase nog veel voordeel opleveren. Waterschappen
moeten niet alleen ICT-oplossingen gezamenlijk inkopen of ontwikkelen, maar ook
de diensten voor ondersteuning en beheer. De noodzaak daartoe wordt nog sterker
door fusies in waterschapsland. Als waterschappen van dezelfde dienstverlening en
infrastructuur gebruik maken, is later veel minder inspanning nodig om omgevingen
met elkaar te integreren.’
Parallel
Volgens van den Brandhof kan een aardige parallel gemaakt worden met de trolley-
bussen in Arnhem. Deze bussen worden elektrisch aangedreven en rijden alleen als ze
ook verbonden zijn met de bovenleiding. Ze kunnen dus niet van hun route afwijken.
Energievoorziening is centraal geregeld. Ook het onderhoud wordt centraal aange-
pakt. De passagiers weten welke lijn ze moeten nemen om van A naar B te kunnen.
Het type bus en ook de bestuurder is uitwisselbaar. ‘Daarmee is ook een uitvalscon-
cept geregeld en kun je met minder chauffeurs af om ook ziekte en vakantie op te
vangen. Centralisatie, standaardisatie, integratie, uitwisselbaarheid en robuustheid
zijn aspecten die je ook in de ICT terug wilt zien.’
Naast de factoren tijd, geld en kwaliteit kunnen de aspecten efficiëntie en effectiviteit
meer aandacht krijgen van de bestuurders, meent Van den Brandhof. ‘Door goede
samenwerking en een goede rolverdeling tussen alle betrokkenen, kan de informatie-
voorziening in korte tijd tegen lagere kosten op een kwalitatief hoger niveau worden
gebracht. Het Waterschapshuis kan hierin een cruciale rol spelen, maar het is aan de
bestuurders om aan de gewenste ontwikkeling daadwerkelijk richting te geven.’
De verhuizing: ‘Cowboylaarzen uit,
kantoorschoenen aan’
Veel energie ging in de tweede helft van 2009 zitten in het voorbereiden van
de verhuizing naar Amersfoort, die op 4 januari 2010 een feit was. De verschil-
lende organisatieonderdelen zijn hierbij samengevoegd, waardoor Het Water-
schapshuis van een ‘virtuele’ organisatie met mensen op allerlei plekken een
‘echte’ organisatie is geworden op één plek. Een belangrijke stap in de ver-
dere professionalisering, meent manager bedrijfsontwikkeling Piet Reijers:
‘De cowboylaarzen zijn verruild voor kantoorschoenen.’
Door de verhuizing, maar ook vanwege de voortgaande professionalisering en de
uitbreiding van het aantal medewerkers, werd zowel het personeelsbeleid als het
organisatiebeleid in 2009 op de schop genomen. Zo wordt de organisatie meer resul-
taatgestuurd, krijgen managers een meer coachende rol en komt meer verantwoor-
delijkheid voor de projecten te liggen bij de medewerkers zelf. In 2009 voerde Het
Waterschapshuis een nieuw beoordelingssysteem ingevoerd, wat in 2010 een vervolg
zal krijgen met het functiewaarderingsysteem Fuwater.
De nieuwe locatie leidde direct tot efficiencywinst. De afstemmingsprocessen van
de werkvelden gaan vlotter, omdat de medewerkers dicht bij elkaar zitten. De open
ruimten langs de gang nodigen uit tot meer onderlinge communicatie. Maar er is
ook meer (informeel) overleg met binnenwandelende waterschappers die langskomen
voor vergaderingen. De verwachting is dat doublures bij wensen van waterschappen
daardoor sneller worden onderkend. Daarnaast worden allerlei secundaire processen
- zoals financiën, PO en de begrotingscyclus - strakker georganiseerd, waardoor snel-
ler en efficiënter kan worden gewerkt.
Werkcultuur
Een nieuwe, centrale werkplek voor alle medewerkers leidt tot een nieuwe werkcul-
tuur. Die is te omschrijven als betrokken én zakelijk. Er ligt een mooie uitdaging om
de culturen van verschillende locaties te vermengen en ook de nieuw aangestelde
medewerkers hun plek te laten vinden in de organisatie. Richting de waterschappen
worden de contacten wat formeler, in die zin dat duidelijker wordt waar zij aan toe
zijn op het gebied van de projecten en werkvelden.
Stationsplein 89 wordt snel een begrip in de waterwereld. Hier zetelt niet alleen Het
Waterschapshuis, maar eveneens het vergadercentrum voor de waterschappen, en
sinds 1 maart ook de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, beter bekend als
STOWA. Het vergadercentrum had een vliegende start. In maart 2010 maakten bij-
voorbeeld zo’n 1500 mensen gebruik van de zalen in talrijke overleggroepen, werk-
groepen, commissies et cetera. Zo is het centrum in een mum van tijd een ‘smeltkroes
van interactie’ geworden in de waterschapswereld.
Apeldoorn + 9,0 m. N.A.P.
7. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 12 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 13
Unie van waterschappen voorzitter Peter Glas: ‘Een grote stap
gezet in de volwassenwording’
Op maandag 4 januari 2010 nam Het Waterschapshuis na maanden van voor-
bereiding haar intrek in een centraal gelegen pand in Amersfoort. Daarmee
werd Het Waterschapshuis van een ‘virtuele’ organisatie met mensen op al-
lerlei plekken in het land een ‘echte’ organisatie op één plek. Oud-bestuurslid
van Het Waterschapshuis Peter Glas, vooral bekend als watergraaf van Water-
schap De Dommel en in december benoemd tot voorzitter van de Unie van Wa-
terschappen, geeft zijn visie op de rol en positie van Het Waterschapshuis.
‘De verhuizing naar Amersfoort en het samenvoegen van de verschillende organisa-
tieonderdelen op één plek markeren een bijzonder moment in de ontwikkeling van
Het Waterschapshuis Het is een belangrijke stap in volwassenwording van de organi-
satie. Door de inbedding met STOWA en de vergaderfaciliteiten waarvan ook de Unie
van Waterschappen gebruik maakt, is Het Waterschapshuis nu echt een onderdeel
van het waterschapbestel geworden. Dit zal de effectiviteit van de organisatie zeker
positief beïnvloeden,’verwacht Peter Glas.
De nieuwe voorzitter van de Unie proeft bij bestuurders geen twijfel over het
bestaansrecht van Het Waterschapshuis. ‘Daarom is het ook een logische stap dat Het
Waterschapshuis een Gemeenschappelijke Regeling wordt. Het is positief dat bestuur-
ders meer binding krijgen met wat er daar gebeurt, want met ICT hebben zij van
nature niet zoveel. Maar het wordt voor het adequaat functioneren van waterschap-
pen en het goed lopen van de werkprocessen wel steeds belangrijker. Je hebt binnen
waterschappen te maken met veel gelijksoortige werkprocessen. Het ligt voor de hand
de ICT en informatievoorziening rondom die processen gezamenlijk vorm te geven.
Als de Gemeenschappelijke Regeling er is, moeten bestuurders niet achterover gaan
leunen en zeggen: ‘nu is het klaar’. De betrokkenheid moet wel blijvende invulling
krijgen. En ik hoop dat Het Waterschapshuis met een groot algemeen bestuur van
26 leden voldoende slagkracht houdt. Dat is bijvoorbeeld het mooie van STOWA, de
nieuwe buren van Het Waterschapshuis. Dat kan als stichting met een klein bestuur
heel slagvaardig optreden.’
Behoedzaam
Een valkuil voor Het Waterschapshuis is volgens Glas dat de organisatie in alle
enthousiasme teveel hooi op de vork neemt. ‘Toen ik nog bestuurslid was, zei ik altijd
al: doe de goede dingen goed en dus niet van alles een beetje. Het Waterschapshuis
is een vraaggerichte organisatie, maar dat betekent niet dat je elke vraag die je op
je afkrijgt ook moet oppakken. De organisatie moet kritisch zijn op wat ze wel en
niet doet. Er is een tendens om het werkterrein te verbreden, maar ik denk dat Het
Waterschapshuis daarin behoedzaam moet zijn. Mijn gevoel zegt dat de organisatie
nog wat robuuster, wat steviger moet worden voordat het kan besluiten meer taken
op zich te nemen. Laat de organisatie kwaliteit leveren bij de dingen die het nu doet.
Dan bewijs je jezelf het best.’
Was er in de eerste jaren nog wel een gevoel van ‘wij’ van de waterschappen tegen
‘zij’ van Het Waterschapshuis, nu is er – zeker op de werkvloeren - steeds meer spra-
ke van ‘wij met zijn allen’, proeft Glas. ‘Vergeet niet dat rond Het Waterschapshuis
een hele netwerkorganisatie zit met professionals uit de waterschappen. Zij werken
samen aan het ontwikkelen van zo optimaal mogelijke producten en werkprocessen.
Dat kan betekenen dat een ICT-afdeling een stuk van haar werk moet delen of afstaan
en dat kost wel eens wat moeite. Maar het is ook uitdagend en interessant om je
expertise met vakgenoten te delen. Dat gebeurt steeds meer en dat is positief.’
Reclame
Op allerlei bestuurlijke podia buiten het waterschapsbestel maakt Glas reclame voor
Het Waterschapshuis. ‘Deze club bewijst namelijk dat samenwerking een heel goed
middel kan zijn om efficiënter en goedkoper te werken. Onze ICT-processen hebben we
nu landelijk geregeld en dat scheelt ons miljoenen per jaar. Ik heb dit provincies en
gemeenten op deze schaal nog niet zien doen. Of het nou gaat om ICT, of laboratoria
of onderzoek, wij redeneren in de waterschapswereld steeds langs bedrijfsprocessen
om tot een optimale schaal te komen.’
Glas zou het mooi vinden als beter kan worden onderbouwd wat het gezamenlijke
ICT-beleid de waterschappen concreet aan besparingen oplevert. ‘De begroting van
Het Waterschapshuis groeit tot nu toe elk jaar. Die begroting is duidelijk afgezonderd
en heel transparant en dus is er gemakkelijk op te schieten. Maar aan de andere kant
moeten de waterschappen merken dat ze in hun begroting kosten besparen. Het is
goed als dat wordt bijgehouden en dat we elkaar daarover actief informeren. Ik wil
zeggen tegen Het Waterschapshuis: vier je successen en laat zien wat de gezamenlijke
aanpak oplevert. Maar dat moeten de waterschappen dan ook zelf inzichtelijk willen
maken.’
Glas heeft het gevoel dat Het Waterschapshuis nu vaste voet aan wal heeft gezet in de
sector. ‘Maar vertrouwen moet je blijven verdienen. Het is bijvoorbeeld van belang dat
er duidelijke rapportages van de projecten komen, dat bestuurders op tijd de stukken
krijgen over zaken waarover ze moeten beslissen. Dan kunnen ze in een zekere rust
hun afwegingen maken.’
Boxtel + 7,1 m. N.A.P.
8. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 14 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 15
AHN-2 :
Ontwikkeling Actueel Hoogtebestand Nederland goed op schema
Het Waterschapshuis werkte in 2009 in opdracht van Rijkswater-
staat en de waterschappen verder aan een nieuwe, sterk verbe-
terde versie van het Actueel Hoogtebestand Nederland. Het AHN-
2, dat begin 2013 klaar moet zijn, geeft via laserhoogtemeting
vanuit de lucht een nauwkeurig en gedetailleerd overzicht van de
maaiveldhoogte. Volgens AHN programma-manager René van der
Velden ligt de realisatie van AHN-2 goed op schema.
Het AHN is een onmisbaar instrument voor zowel het watersysteem-
als het waterkeringenbeheer. Bijvoorbeeld voor het nemen van peil-
besluiten en de vijfjaarlijkse veiligheidstoets waterkeringen. Het
Waterschapshuis liet begin 2009 de beheersgebieden van de water-
schappen Brabantse Delta, Zeeuws Vlaanderen, Zuiderzeeland, Hunze
en Aa’s en Noorderzijlvest ‘invliegen’. De verzamelde data werden in de
loop van 2009 verwerkt en gecontroleerd. De data zijn inmiddels gro-
tendeels uitgeleverd. Eind 2009 begon de volgende vliegronde. Daarbij
staan de beheersgebieden van de waterschappen Rijn en IJssel, Groot
Salland, Veluwe, Vallei en Eem en Waternet op het programma. Door het
slechte vliegweer (sneeuw, regen) liep dit helaas vertraging op. Gelukkig
konden alle geplande vluchten worden uitgevoerd voor het einde van
het vliegseizoen (ca 1 april). Door blad- en vooral grasgroei is het vanaf
april tot eind november niet mogelijk nauwkeurige laserhoogtemetin-
gen van het maaiveld te verrichten.
Belangstelling
In de loop van 2009 bleken steeds meer publieke en private partijen
belangstelling te hebben voor AHN-2 gegevens. Gemeenten kunnen
de gegevens bijvoorbeeld gebruiken voor het maken van 3D-stadsmo-
dellen, bij WOZ-volumebepaling en voor het controleren van (il)legale
bebouwing. Verzekeringsmaatschappen kunnen perceelshoogtes bekij-
ken voor het vaststellen van verzekeringspremies, en voor archeologen
blijkt AHN-2 een prachtig instrument bij het ontdekken van landschaps-
patronen. RWS en de Waterschappen startten in het najaar daarom
een onderzoek naar de mogelijkheden om AHN-data vrij te geven voor
gebruik door derden.
Overeenkomst
Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen en Het Waterschaphuis
ondertekenden begin 2010 twee overeenkomsten om de succesvolle
samenwerking op AHN-gebied een structureel en formeel karakter te
geven. In het convenant ‘AHN voor veilig watersysteem in Nederland’
spraken ze de intentie uit voor onbepaalde tijd samen te werken op het
gebied van hoogtebestanden. Het Waterschapshuis en Rijkswaterstaat
Data ICT Dienst sloten een overeenkomst om samen te werken bij het
inwinnen van data voor AHN-2.
2010 staat vooral in het teken van het vergoten van de bekendheid van
het AHN-instrument en het stimuleren van het gebruik. Daarvoor komt
in het najaar onder meer een AHN-congres, waarin uitgebreid wordt
stilgestaan bij het gebruik van hoogtedata voor uiteenlopende doelein-
den.
Gerdy Harteveld HID Data-ICT-Dienst Rijkswaterstaat:
‘Vrijgeven geo-data goed voor burgers en overheden’
Gerdy Harteveld is sinds juni 2008 Hoofdingenieur-Directeur van de Data-ICT-
Dienst van Rijkswaterstaat. Deze dienst sloot vorig jaar een overeenkomst met
Het Waterschapshuis voor het inwinnen van AHN-2 data. Burgers en overhe-
den kunnen een hoop plezier beleven aan het vrijgeven van die data, zegt ze.
Gerdy Harteveld benadrukt dat het vrijgeven van geo-gegevens die betaald zijn met
belastinggeld, een verplichting is vanuit de Europese Kaderrichtlijn Inspire. Deze
richtlijn moet ervoor zorgen dat geo-informatie van de lidstaten onderling beschik-
baar, vindbaar en bruikbaar is. ‘Maar,’ zegt ze: ‘We zien er ook het belang van in. Door
het vrijgeven, krijgen bedrijven de kans waarde aan de gegevens toe te voegen via
allerlei nieuwe, slimme toepassingen. In de VS staan alle overheidsdata al lang ter
beschikking aan derden. Dat geeft bedrijven een voorsprong op bedrijven in andere
landen. Daar hebben overheid en burgers uiteindelijk profijt van.’
De manier waarop AHN-2 een vervolg krijgt, is volgens Gerdy nog niet uitgekristal-
liseerd: ‘Alle overheden zijn nu bezig met bezuinigingen. Vanuit die optiek moet je in
iedergevalzorgendatjehetinwinnenvanAHN-datadoelmatigorganiseert.Belangrijk
hierbij is ook welke nauwkeurigheid je nodig hebt om je werk naar behoren te kunnen
doen. Meer nauwkeurigheid betekent over het algemeen hogere kosten.’
Gerdy is ervan overtuigd dat er steeds slimmere, betere en hopelijk goedkopere inwin-
technieken zullen komen. ‘Maar welke technieken we in de toekomst voor AHN gaan
gebruiken, is aan onze partners in de markt. Rijkswaterstaat probeert haar vragen
aan marktpartijen zo te stellen, dat die zelf kunnen beoordelen welke technieken de
laagste kosten opleveren en welke innovaties hierbij kansrijk zijn.’
Delft + 1,9 m. N.A.P.
9. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 16 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 17
Voor IRIS gaat 2009 de boeken in als het jaar waarin er voor het
eerst echt vooruit kon worden gekeken. ‘Tot dan toe waren we
vooral onder de motorkap bezig om te zorgen dat IRIS goed ging
lopen. Het afgelopen jaar is er ruimte gekomen om te kijken waar
we met IRIS naartoe willen en wat daarvoor nodig is,’ aldus ma-
nager beheer Simon Bouwman. IRIS bevat en ontsluit alle moge-
lijke geografische informatie die waterschappen nodig hebben
voor het uitoefenen van hun primaire taken.
In 2009 werd hard gewerkt aan de Evaluatie kwaliteit IRIS modules.
Daarbij werd de technische kwaliteit, maar ook de functionaliteit van
de modules beoordeeld. De evaluatie gaf een verdere onderbouwing aan
het verbeterplan IRIS. Het Waterschapshuis stelde dit plan al in 2008 op,
maar in 2009 was geen geld beschikbaar voor de uitvoering. Gelukkig
kon begin 2010 wel gestart worden met (het eerste deel van) de uitvoe-
ring van het plan.
2009 was ook het jaar waarin de programmacommissie IRIS een langter-
mijn visie presenteerde op IRIS. Centraal hierbij staat het aanhaken van
IRIS bij de meest recente visie op informatiearchitectuur. Hierbij worden
programmatuur en gegevensbestanden zo veel mogelijk losgekoppeld.
Op deze wijze kunnen gegevensbestanden veel sneller en eenvoudiger
voor andere toepassingen worden gebruikt. Verder wordt de weg inge-
slagen van het ontwikkelen van specifieke functionaliteiten naar meer
generieke programmacomponenten die meerdere bedrijfsfuncties kun-
nen ondersteunen.
De visie op IRIS werkte Het Waterschapshuis samen met de waterschap-
pen uit in de ‘Roadmap toekomst Werkveld IRIS’, een concreet stappen-
plan. In het kader van de Roadmap werd eind 2009 en begin 2010 ook
een aantal workshops gehouden. Centraal daarbij stond de vraag wat
er de komende tijd op de waterschappen afkomt (denk aan de nieuwe
Waterwet), wat dat betekent voor de uitoefening van de primaire taken,
welke ondersteuning dat behoeft en of modules van IRIS daarvoor moe-
ten worden aangepast of vernieuwd. De Roadmap geeft ook input aan
het eerder genoemde verbeterplan.
Het Waterschapshuis sloot eind 2009 en begin 2010 voor IRIS distributie-
overeenkomsten af met meerdere leveranciers. Dat betekent dat water-
schappen voor het kopen van IRIS-modules, maar ook voor training,
opleiding en implementatie nu terecht kunnen bij meerdere marktpar-
tijen. In de overeenkomst is onder meer bepaald dat de resellers ten min-
ste één gekwalificeerde fulltime medewerker in dienst hebben die de
werking van de modules uiteen kan zetten en vragen kan beantwoor-
den. Het Waterschapshuis verwacht met deze nieuwe overeenkomsten
meer marktwerking en de ontwikkeling van meer specifieke IRIS-des-
kundigheid in de markt. Voorheen konden waterschappen zaken doen
met maar één partij, een erfenis uit het verleden.
IRIS kijkt vooruit
Tamar Bakker, voorzitter beheergroep IRIS:
‘Functioneel beheer goed regelen’
Tamar Bakker is de nieuwe voorzitter van de beheergroep IRIS. Als gegevens-
coördinator bij waterschap Noorderzijlvest hield ze zich de afgelopen jaren
vooral bezig met het op orde krijgen van de kerngegevens binnen IRIS. Dat
vereist volgens haar waterschapsbreed nog de nodige aandacht. Ook het func-
tioneel beheer kan én moet volgens haar beter.
‘Het is eigenlijk heel basaal werk: zorgen dat je de juiste IRIS-kolommen en -tabellen
vult met de juiste gegevens. Het Waterschapshuis moet daarvoor samen met expert-
groepen uit de waterschappen en de InformatieDesk standaarden Water (IDsW: behe-
ren en ontwikkelen informatiestandaarden voor het Nederlandse Waterbeheer) strak-
ke richtlijnen opstellen. De gegevensbeheerders van de waterschappen moeten zich
daaraan conformeren. Een eenvormig datamodel is cruciaal, want pas dan kun je IRIS
echt heel gemakkelijk koppelen aan andere datamodellen,’ stelt ze.
Tamar is blij dat er in 2011 weer geld beschikbaar is voor het verbeteren van de func-
tionaliteit van IRIS: ‘Het succes van IRIS wordt bepaald door het antwoord op de vraag
hoe goed het systeem de bedrijfsprocessen ondersteunt. Er moet tijd en geld zijn om
het functioneel beheer te verbeteren en de functionaliteit aan te passen aan verande-
rende wet- en regelgeving, maar ook aan de wensen van de gebruikers. Dat vergroot
de draagkracht, want zonder draagkracht is er geen IRIS.’
Enkele waterschappen zijn geneigd weer alleen of in klein verband zaken te gaan
regelen op het gebied van Geo-informatie, constateert Tamar spijtig: ‘Begrijpelijk en
op korte termijn vanwege de snelheid wellicht aantrekkelijk. Maar op de lange ter-
mijn zal er ook in deze nieuwe ontwikkelingen weer samenwerking tot stand komen.
Dan is het mooi als er faciliteiten zijn om de samenwerking te ondersteunen. Het
Waterschapshuis biedt deze faciliteiten nu, dus laten we die ook aanwenden. Mijn
dringende advies: loop nu niet weg, maar laten we de komende jaren met elkaar hard
werken om van IRIS een goed en functioneel systeem te maken.’
Groningen - 0,2 m. N.A.P.
10. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 18 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 19
De aanloop voor de sprong naar het ingebruiknemen van een com-
pleet nieuwe Overheidsdatabase (ODB) werd in het voorjaar van
2009 afgebroken. Het tot dan toe geleverde framework voor de
toekomstige informatievoorziening van de waterschappen bleek
niet aan de verwachtingen te voldoen. De leverancier ervoor een
volledig nieuwe datavoorziening te bouwen. Daarmee werd in
september gestart. De naam veranderde daarmee ook van Water-
schapsdatabase (WDB) in Overheidsdatabase (ODB).
In de ODB worden data uit basisregistraties (onder andere uit de GBA en
het Kadaster) samengebracht, gecontroleerd en vervolgens via de zoge-
noemde Enterprise Service Bus uitgewisseld met de nieuwe belastingap-
plicatie TAX-I UBS. Deze applicatie maakt het in combinatie met de in
de ODB ondergebrachte data ook mogelijk gemeentelijke aanslagen (bij-
voorbeeld OZB en rioolheffing) en waterketenfacturen te versturen.
In het voorjaar van 2009 werden de specificaties waaraan de ODB moet
voldoen, in verschillende workshops nogmaals tegen het licht gehou-
den. Op basis van de aanbestedingsafspraken en blauwdrukken ging
leverancier Logica medio 2009 bouwen. De leverancier maakte daar-
bij geen gebruik van de broncode van de niet functionerende WDB en
van de daaromheen geplakte componenten van andere leveranciers.
Daardoor ligt het intellectueel eigendom van de Overheidsdatabase bij
de waterschappen zelf. Gezien het strategisch belang van deze voorzie-
ning voor de gehele informatievoorziening van de waterschappen van
groot belang.
Omdat het niet mogelijk was om het systeem in één keer te maken,
werd besloten incrementeel - dat wil zeggen per belastingsoort – te
ontwikkelen. Het ontwerp en bouwproject zijn opgedeeld in een aan-
tal deelproducten en deze worden afzonderlijk van elkaar ontworpen,
gebouwd en opgeleverd. Dit verkleint het risico dat het eindproduct niet
is wat de waterschappen nodig hebben.
TAX-I UBS
Met de ontwikkeling van TAX-I UBS (Universeel Belasting Systeem) - het
nieuwe, centrale systeem voor heffen en innen van belastingen - maak-
te Het Waterschapshuis in 2009 een flinke sprong. In het najaar leverde
ontwikkelaar Logica wekelijks nieuwe testversies uit. Op delen van de
waterfacturering na was alle UBS-functionaliteit in oktober opgeleverd,
inclusief de gemeentelijke belastingfunctie. Deze werd in het najaar ook
getest. Ook werd hard gewerkt aan het gebruiksgemak van de scher-
men.
De eerste waterschappen die overstappen op het nieuwe belastingsy-
steem, zijn Brabantse Delta en Lococensus, het gemeenschappelijke
belastingkantoor van Groot Salland, Reest Wieden, Regge Dinkel,
Velt Vecht en Rijn IJssel. Deze twee partijen waren in het voorjaar
van 2010 druk bezig het systeem te implementeren. Het systeem moet
de komende jaren de vijf huidige waterschapsbelastingsystemen gaan
vervangen.
Belastingen, TAX-I Overheidsdatabase
Eén stap terug, twee stappen voorwaarts
Bert Groeneveld, directeur Tricijn: ‘Samenwerken maakt
belasting efficiënter en goedkoper’
De voordelen van samenwerken bij het heffen en innen van waterschapsbe-
lastingen zijn volgens Bert Groeneveld evident: ‘Het is efficiënter en goedko-
per’. De samenwerking binnen de waterschapsector komt volgens hem dan
ook al behoorlijk op gang. Maar de gemeenten zijn als toekomstige ketenpart-
ners nog huiverig.
‘We moeten het vertrouwen van de gemeenten winnen,’ zegt de directeur van Tricijn
- het gezamenlijke belastingkantoor van de waterschappen Vallei Eem, Veluwe en
Zuiderzeeland - en tevens lid van de begeleidingscommissie Belastingen. ‘De vertra-
ging bij het ontwikkelen van de ODB en TAX-I UBS maakt dat wel lastig. Gemeenten
kiezen liever voor bewezen technieken. Tricijn gaat vanaf volgend jaar samenwerken
met Nijkerk, Leusden en Dronten, maar we maken daarbij voorlopig nog gebruik van
het belastingpakket dat de gemeenten zelf inzetten.’
De voorgenomen samenvoeging van Tricijn en Lococensus (het gezamenlijke belas-
tingkantoor van waterschappen Reest Wieden, Groot Salland, Regge en Dinkel, Rijn
en IJssel, Velt en Vecht) zal volgens Groeneveld een gunstig effect hebben op de voor-
ziene ontwikkeling naar één aanslag voor waterbeheer en gemeentelijke belastingen.
‘Als die gezamenlijke belastingheffing en inning daar goed gaat, volgen zeker meer
gemeenten elders in het land. Als de nieuwe organisatie op orde is, gaan we het pri-
maire proces van heffen en innen samenvoegen. De besparingen kunnen we herinves-
teren of gebruiken voor lastenverlichting. In dat laatste geval heeft de belastingbeta-
ler er direct voordeel van.’
Harderwijk + 2,6 m. N.A.P.
11. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 20 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 21
Binnen het werkveld E-overheid is in 2009 veel gebeurd. Onder meer in het
kader van het Geo-portaal en het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienst-
verlening en E-overheid (NUP), een ambitieus programma van het Rijk om de
elektronische dienstverlening van overheden te verbeteren. Daarnaast wer-
den nieuwe voorzieningen opgeleverd voor de productencatalogus (het Wa-
terschapsloket) en de e-formulieren.
Vierentwintigvandezesentwintigwaterschappengavenin2009HetWaterschapshuis
de regie over de implementatie van het NUP in waterschapsland. Het betreft daarbij
vooral het uitwisselen van informatie tussen de programma’s en de waterschappen
en tussen de waterschappen onderling. Verder gaat het om het ondersteunen van
waterschappen - individueel en collectief - bij het realiseren van de NUP-doelstellin-
gen. De bijeenkomsten van de e-coördinatoren spelen hierin een belangrijke rol.
Geo-portaal
In 2009 liet Het Waterschapshuis een business study uitvoeren voor het Geo-portaal,
nadat eerst een enquête was gehouden onder de waterschappen. Veel waterschappen
zijn al langere tijd bezig met het verspreiden van geo-informatie via het internet. De
toegang tot deze gegevens wordt vaak met de term ‘geo-portaal’ aangeduid.
De conclusie van de business study was dat er geen feitelijke verplichting is om tot
een gezamenlijk geo-portaal te komen. Waterschappen hebben wel een grote wens
voor een gezamenlijke aanpak, vooral vanwege het reduceren van kosten in termen
van geld en inzet (rendement door samenwerken).
Hoewel een aantal waterschappen al investeerde in eigen voorzieningen, is de ver-
wachting dat een gezamenlijke voorziening op langere termijn aanzienlijk goedkoper
is. Het streven is eind 2010 een gezamenlijke geo-voorziening te hebben gerealiseerd.
Publicatie vergunningen
Voor het project ‘Publicatie vergunningen’ stond in 2009 de aansluiting op een back-
officesysteem (bijvoorbeeld IRIS) gepland. InfoProjects kreeg de opdracht voor de ople-
vering van de gewijzigde modulen Vergunningen en Bekendmakingen (VH). Deze
zijn uitgebreid met locatiegegevens (perceel id en coördinaten) en geschikt gemaakt
voor het ontvangen van gegevens van het back-officesysteem IRIS VH. Het is de
bedoeling dat ook andere marktpartijen kunnen ‘inpluggen’ op het systeem.
WaterschapsNet
Een belangrijke directe verbetering aan WaterschapsNet, het content management
systeem (CMS) van alle waterschappen, was in 2009 het implementeren van hulpmid-
delen voor redactionele ondersteuning, zodat webrichtlijnen conform ingevoerd kun-
nen worden. Ook kwam in 2009 een oplossing om de calamiteitenberichtgeving op de
websites van de waterschappen efficiënter te maken.
Het Waterschapshuis begon eind 2009 de positie op langere termijn in kaart te bren-
gen van WaterschapsNet binnen de e-dienstverlening van de waterschappen. Dit om
nieuwe investeringen in WaterschapsNet en daaraan gerelateerde systemen beter te
kunnen toetsen. Belangrijke grotere oplossingen zijn het implementeren van een nieu-
we versie van het basisplatform en het aan de webrichtlijnen aanpassen van dit plat-
form. De resultaten van dit onderzoek worden voor de zomer van 2010 verwacht.
E-overheid
Hard gewerkt aan uitbouwen elektronische dienstverlening
Jan Geluk, lid bestuurlijke Regiegroep: ‘Niet tevreden
achterover leunen’
De waterschappen werken hard aan het verbeteren van de digitale dienstver-
lening. Met succes, want zij zijn daarin verder dan gemeenten, provincies en
veel ministeries. ‘Maar we moeten niet tevreden achterover leunen. Er is nog
genoeg werk aan de winkel. We zijn er nog lang niet,’ zegt Jan Geluk, namens
de waterschappen lid van de landelijke Bestuurlijke Regiegroep dienstverle-
ning en e-overheid.
‘In die regiegroep valt op dat we als waterschappen koplopers zijn. Ook de voorzitter,
staatssecretaris Ank Bijleveld van BZK, is daar positief over. Dat is mooi om te zien.
Alle overheden zien het belang in van het gezamenlijk verbeteren van de digitale
dienstverlening, maar in de praktijk blijkt dat lastig. Het kost tijd en geld en het
raakt aan bevoegdheden van allerlei organisaties,’ stelt de dijkgraaf van Hollandse
Delta vast.
Dat de waterschappen het zo goed doen, is volgens Geluk vooral te danken aan de
schaalgrootte. ‘Het blijkt heel lastig om meer dan vierhonderd gemeenten op één lijn
te krijgen, maar dat geldt ook voor twaalf provincies. De 26 waterschappen hebben
kennelijk een goede schaal. Zij zagen op tijd in dat het samen goedkoper en efficiënter
is om de digitale dienstverlening verder te ontwikkelen.’
Dat neemt volgens Geluk niet weg dat waterschapsbestuurders dikwijls nog aanhik-
ken tegen de hoge kosten. ‘Ik moet nog wel eens uitleggen dat het om minder meer
gaat. Als elk waterschap voor zich zou investeren in digitale dienstverlening, zouden
we jaarlijks veel en veel duurder uit zijn.’
Ridderkerk - 1,1 m. N.A.P.
12. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 22 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 23
Binnen de waterschapswereld groeide in 2009 - mede door de inspanningen
van Het Waterschapshuis - het besef dat een gezamenlijke onderliggende
ICT-architectuur en standaarden bijdragen aan duurzame, robuuste informa-
tiseringsoplossingen. Hierdoor kan de gewenste informatievoorziening flexi-
bel blijven aansluiten op veranderende omstandigheden en blijven de kosten
onder controle.
Het Waterschapshuis coördineert de inzet van architecten in projecten. Deze archi-
tecten ondersteunen de waterschappen bij het ontwikkelen van de architectuur van
de informatievoorziening, zij faciliteren de werkgroep en de programmacommissie
Architectuur en Standaarden (AS). Samen met de CoPWA (de Community of Practice
WaterschapsArchitecten) organiseert Het Waterschapshuis bijeenkomsten om het
werken onder architectuur te stimuleren en te ontwikkelen. Daarnaast onderhouden
de architecten van Het Waterschapshuis contacten met andere organisaties en instel-
lingen over de ontwikkelingen in het werkveld.
In 2009 stelde de programmacommissie AS een speciaal werkprogramma op met
drie belangrijke speerpunten. Het eerste is het praktisch en zichtbaar maken van
architectuur voor de waterschappen. Dat gebeurt onder meer via het opstellen van
een notitie over werken onder architectuur voor de waterschappen: wat is het en wat
mag je van de programmacommissie verwachten. Ook worden de architectuurinitia-
tieven van Het Waterschapshuis en de waterschappen in kaart gebracht met het doel
om er lijn in te brengen, onder meer via het ontwikkelen van referentiearchitectuur.
Het derde en laatste speerpunt is het concreet maken van Standaarden Protocollen,
bijvoorbeeld via het bekend maken van besluiten over standaarden en protocollen
van buiten watersector.
Afhankelijk van de behoeften van de waterschappen worden onderdelen van het
werkplan verder ingevuld. Zo voerde Het Waterschapshuis met de Vereniging van
Zuiveringsbeheerders een project uit, waarin de gezamenlijke visie is beschreven op
de toekomst van de informatievoorziening in het zuiveringsproces. De visie is ver-
taald naar een programma van eisen en de bestaande applicaties werden hieraan
getoetst. De zuiveringsbeheerders besloten om voor de toekomst gezamenlijke keuzes
te maken. In het voorjaar van 2010 is dit traject afgerond.
Om als waterschappen gezamenlijk keuzes te kunnen maken, is het noodzakelijk de
werkprocessen, de gegevens en gegevensstromen in kaart te brengen en te standaar-
diseren. De programmacommissie AS besloot een pilot te starten waarin de proces-
sen, gegevens en gegevensstromen voor het werkveld Keringen worden beschreven.
Het gaat om vragen als: welke ontwikkelingen zijn er, wat is de samenhang, wie zijn
de spelers in dit veld, welke processen, gegevens en gegevensstromen spelen er een
rol?
De architectuur van de informatievoorziening van de waterschappen moet aanslui-
ten op die van de ketenpartners. Voor de elektronische dienstverlening aan burgers en
bedrijven, is een Nederlandse Overheid Referentie Architectuur ontwikkeld, de NORA.
Hiervan afgeleid worden referentie-architecturen opgesteld voor de rijksdiensten, de
provincies (PETRA) en gemeenten (GEMMA). In 2010 volgen de waterschappen met
WILMA. De bestaande WIA, de Waterschaps Informatie Architectuur, wordt daarvoor
aangepast en uitgebreid. Op basis van de concrete behoefte van de waterschappen
wordt WILMA de komende jaren in samenwerkingsprojecten geleidelijk opgebouwd.
Architectuur en Standaarden
‘Werken onder architectuur’ krijgt vorm
Paul Spaan, voorzitter programmacommissie: ‘Kennis en krachten
bundelen voor AS’
Een eenduidige architectuur en het consequent gebruiken van standaarden
vormen de basis van alle gezamenlijke ICT-activiteiten bij de waterschappen.
In het licht van de omvorming naar een Gemeenschappelijke Regeling, wordt
sinds 2009 druk nagedacht over de vraag hoe het werkveld ‘architectuur en
standaarden’ na de zomer moet worden aangestuurd. ‘We neigen naar één
sterke ‘unit’ voor de integrale toepassing van architectuur en standaarden,’
stelt Paul Spaan, voorzitter van de programmacommissie AS en secretaris-
directeur van Waterschap Veluwe.
‘Er is hoe dan ook een andere invulling nodig. We willen kennis en krachten bundelen
van de stuurgroep, de werkgroep en de CopWA. Die laatste groep zal een meer toet-
sende taak krijgen. Het architectuurdenken op zich heeft wel zijn weg gevonden naar
de waterschappen. Nu is het vooral zaak dat we toetsen of we ons er bij alle projecten
ook aan blijven houden.’
Spaan pleit voor een integrale aanpak. ‘Bij informatisering heeft alles met alles te
maken. Ik zie er niet zoveel in om de architecten bijvoorbeeld te groeperen rond func-
ties als waterkeringen en oppervlaktewaterbeheer. Zij moeten in de breedte blijven
werken.’
Eén van de grootste uitdagingen is het op orde brengen van de gegevenshuishouding,
stelt Spaan vast. ‘Elk waterschap doet veel aan monitoring en gegevens verzamelen.
Vanwege de nieuwe Waterwet werken alle waterschappen bijvoorbeeld aan een nieu-
we legger voor de dijken en watergangen. Deze gegevens worden echter niet conse-
quent en eenduidig opgeslagen en beheerd. Het is goed als er strikte afspraken komen
hoe we dat wel kunnen doen,’ aldus Spaan.
Apeldoorn + 9,0 m. N.A.P.
13. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 24 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 25
Het jaar 2009 stond wat betreft personeel en organisatie vooral in
het teken van groei en de verhuizing naar Amersfoort. Vanwege
de uitbreiding van het aantal projecten, trok Het Waterschapshuis
in totaal twaalf nieuwe mensen aan, zowel met een zakelijke als
een ambtelijke achtergrond. Door hun relatief jonge leeftijd (ge-
middeld 32) zorgden de nieuwkomers voor een behoorlijke ver-
jonging van de organisatie.
Het Waterschapshuis greep en grijpt de groei en de verhuizing aan om
een nieuwe visie te ontwikkelen op het personeels- en organisatiebeleid.
Door de groei en door het bijeen brengen van verschillende organisa-
tieonderdelen en subculturen verandert immers de verhouding tussen
de managers en de medewerkers en tussen de medewerkers onderling.
Van de managers wordt meer verwacht op het gebied van coachend
leiderschap. Leiding geven betekent in de nieuwe organisatie niet meer
zozeer controleren en beheersen, maar vooral faciliteren. Het sturen op
fysieke aanwezigheid op kantoor behoort tot het verleden. In 2009 is
zodoende begonnen met het sturen op resultaten. Dit betekent ook dat
meer verantwoordelijkheid bij de medewerkers zelf komt te liggen.
Verhuizing
Het samenvoegen van de verschillende onderdelen van Het Waterschaps-
huis op één nieuwe, centraal gelegen locatie heeft voor een aantal
medewerkers flinke consequenties, vooral op het gebied van reistijden.
Vooruitlopend op de verhuizing stelde Het Waterschapshuis een prak-
tisch verhuis- en sociaal plan op, waarin de sociale en financiële conse-
quenties van de centrale huisvesting in Amersfoort werden vastgelegd.
Daarnaast werd een nieuwe beoordelingssystematiek geïntroduceerd:
het SAW (Sectorale Arbeidsvoorwaarden Waterschappen). Met alle
medewerkers zijn in 2009 resultaat- en ontwikkelinggesprekken en
beoordelingsgesprekken gevoerd. Tevens is bekeken in hoeverre zij vol-
doen aan de gevraagde competenties en welke ontwikkelingen nog wor-
den gevraagd. Ook werd een aanvang gemaakt met het beschrijven van
functies conform Fuwater, het functiewaarderingssysteem dat is voor-
geschreven voor alle waterschappen.
Ten slotte begon Het Waterschapshuis met de voorbereidingen voor
de Gemeenschappelijke Regeling. Ook deze overgang heeft voor het
personeel consequenties. Het betreft zowel de nieuwe inrichting van
de organisatie als de gevolgen voor de rechtspositie. Daarnaast werd
doorgegaan met het verder professionaliseren van de administratieve
organisatie, die vanaf 1 januari 2011 bij Het Waterschapshuis zelf zal
worden gevestigd.
Personeel organisatie
Een jaar in het teken van groei en verhuizen
Personeelsconsulent Fleur Snelders: ‘Voorwaarden scheppen
voor de nieuwe organisatie’
Voor Fleur Snelders, personeelsconsulent bij Het Waterschapshuis, was
2009 een zeer uitdagend jaar. Samen met het management zijn voorwaarden
geschept om Het Waterschapshuis om te vormen van een groeiende, virtuele
organisatie met verschillende subculturen en achtergronden tot één hechte
organisatie op één locatie met één gezamenlijke visie.
‘Veranderingen die extern worden opgelegd zonder zelfsturing en communicatie,
leiden gegarandeerd tot weerstand. Zeker als dat raakt aan de basismotieven van
medewerkers, zoals ergens bij willen horen en de behoefte aan harmonie,’ stelt Fleur.
Daarom zijn de medewerkers al in een vroeg stadium betrokken bij het verhuis-soci-
aal plan. ‘Dit ook om mogelijke ‘afweermechanismen’ tijdig te signaleren.’
Bij het opstellen van het verhuis-sociaal plan is gekozen voor een duurzame benade-
ring, aldus Fleur: ‘Dat betekent onder andere dat Het Waterschapshuis wil investeren
in eigentijdse werkvormen, waarbij steeds meer wordt samengewerkt in netwerken
die los staan van de centrale plaats. Een kantoor als enige werkplek biedt daarvoor
geen oplossing. Daar staat tegenover dat Het Waterschapshuis een aantal program-
ma’s uitvoert waartussen een sterke samenhang bestaat. Verder is van belang dat we
vindbaar en aanspreekbaar moeten zijn voor de waterschappen. Werken in splendid
isolation is geen optie.’
Voor 2010 is het zaak dat de medewerkers uit de verschillende subculturen en de
nieuwe garde samen één nieuwe organisatie gaan vormen, aldus Fleur. ‘Het wordt
een gezamenlijke zoektocht om te zien hoe we elkaar kunnen ontmoeten en bereiken.
Dat vereist van een ieder eerlijkheid en zelfkennis.’
Andere kerngegevens per 31-12-2009:
Fulltime/parttime*
Fulltime 23
Parttime 5
*exclusief 5 inhuurkrachten
Aantal mannen 25*
Aantal vrouwen 8
*inclusief 5 inhuurkrachten
Leeftijdsontwikkeling*
Gemiddelde leeftijd 2007 46,2 jaar
Gemiddelde leeftijd nieuwkomers 2008 38,8 jaar
Gemiddelde leeftijd nieuwkomers 2009: 32,0 jaar
Gemiddelde leeftijd 31-12-2009 41,4 jaar
*exclusief 5 inhuurkrachtenT = tijdelijk diensverband voor 1 jaar, met intentie tot vast contract
TD = tijdelijk dienstverband voor bepaalde tijd (maximaal 3 jaar)
Stand van zaken
Stand 31-12-2008:
In vaste dienst 15
TD 0
T 3
Inhuur 5
Totaal 23
Mutaties in 2008:
Vertrokken 5
nl. 1 vast en 4 TD
Nieuw 6
nl. 3 vast en 2 TD en 1 T
Stand 31-12-2009:
In vaste dienst 17
TD 8
T 3
Inhuur 5
Totaal 33
Mutaties in 2009:
Vertrokken 2
nl. 1 vast en 1 T
Nieuw 12
van wie 8 TD, 3 vast en 1 T
Amersfoort + 10,4 m. N.A.P.
14. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 26 Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 27
In 2009 groeide binnen Het Waterschapshuis de aandacht voor het financiële reilen en zei-
len van de organisatie en voor de financiële aspecten van projecten. Om deze ontwikkeling
kracht bij te zetten, werden de administratieve organisatie en de interne controle van Het Wa-
terschapshuis beschreven.
De cyclus van voorbereiding, uitvoering en verantwoording van de begroting, evenals het proces van
planning control, inclusief regelmatige rapportages, zijn nu duidelijk omschreven. In 2010 wordt dit
verder geïmplementeerd. De administratieve achterstand, zoals genoemd in het jaarverslag 2008, bleek
ernstiger dan verwacht. Het Waterschapshuis zette in 2009 extra capaciteit in om deze achterstand weg
te werken. Het Waterschapshuis streeft ook naar betere bereikbaarheid voor financieel-administratieve
vragen van de waterschappen.
Begroting
Het Waterschapshuis besteedde samen met de programmacommissies veel aandacht aan het voor-
bereiden van de begroting 2010. Er werd daarbij een nieuwe lijn uitgezet, om alle betrokkenen vol-
doende mogelijkheid te geven om te reageren. Tijdens de totstandkoming van de kaderbegroting 2010,
zoals deze in juni 2009 aan de Algemene Ledenvergadering (ALV) werd gepresenteerd, konden het Het
Waterschapshuis-bestuur, de Adviesraad en de Commissie BCF een toelichting geven. In de ALV van de
Unie van Waterschappen van juni 2009 werd vervolgens de bureaukostenbegroting geaccordeerd.
Het Waterschapshuis benaderde de besturen van de afzonderlijke waterschappen per brief om in te
stemmen met de omvang van, en deelname aan de diverse werkvelden, zoals gepresenteerd in de kader-
begroting. Door de vernieuwde procedure konden de waterschappen in de eigen begrotingsvoorberei-
ding voor 2010 optimaal rekening houden met de gepresenteerde kosten van samenwerking in Het
Waterschapshuis.
De nieuwe werkwijze droeg eraan bij dat het contact met de waterschappen is geïntensiveerd en over
en weer informatie werd gedeeld en vragen konden worden beantwoord. Op basis van het akkoord van
de waterschappen, werd de begroting in de ALV van de Unie van Waterschappen van december vrijwel
zonder aanvullende vragen geaccordeerd.
Enkele waterschappen leverden tijdens voornoemd proces zeer constructieve adviezen voor de begro-
ting van 2011. Het Waterschapshuis zal in de begroting 2011 mede op basis van deze adviezen de doelen,
resultaten, benodigde middelen en risico’s van de projecten en activiteiten nog scherper beschrijven.
Facturering
Het Waterschapshuis gaf in 2009 gehoor aan het verzoek van de waterschappen om meer structuur
aan te brengen in het factureren. In het verleden ontbrak hierin een duidelijke lijn. De administratie
verrichtte veel voorwerk om de bijdragen ten behoeve van de begroting 2010 in één keer in rekening te
brengen. Met uitzondering van de kosten voortvloeiend uit het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP)
is dit bewerkstelligd. Ten tijde van de accordering van de begroting 2010 was het definitieve aantal
deelnemers en daarmee de kostenverdeling voor het NUP nog niet bekend.
Gemeenschappelijke Regeling
Ook begin 2010 wordt hard gewerkt aan het voorbereiden van de beoogde transitie van een stichting
naar een Gemeenschappelijke Regeling. Niet alleen op juridisch, maar ook op financieel-administratief
gebied worden veel eisen gesteld aan deze transitie. Daarnaast wordt overheveling van de boekhouding
- per 1 januari 2011 - naar de centrale locatie in Amersfoort voorbereid.
Financiën
Groeiende aandacht voor de centen
Ruud Viergever, penningmeester Het Waterschapshuis:
‘Financiën nu transparant en betrouwbaar’
De financiële administratie van Het Waterschapshuis heeft in 2009 forse stap-
pen vooruit gezet, stelt Ruud Viergever als penningmeester van Het Water-
schapshuis vast: ‘Het registreren van de processen en betrouwbaar maken van
de cijfers gaat steeds beter. Ook de begrotingscyclus is heel goed gegaan. De
financiële administratie is transparant en betrouwbaar geworden.’
Volgens de penningmeester, tevens secretaris-directeur van waterschap De Dommel,
doet Het Waterschapshuis er alles aan om betrouwbaar en transparant te blijven:
‘Vertrouwen komt immers te voet en gaat te paard. De controlekant is nu vrij goed op
orde, maar er is zeker bij de projecten nog veel te winnen op het gebied van de finan-
ciële planning en het aanleveren van gegevens.’
De zorgvuldige en tijdige begrotingscyclus leverde in 2009 veel positieve reacties op
vanuit de waterschappen. ‘Door vroeg met de begroting te komen, konden we vragen
en feedback vanuit de waterschappen verwerken en is het begrotingsproces nog beter
geworden.’
2010 wordt volgens hem een echt overgangsjaar. ‘Als de Gemeenschappelijke Regeling
een feit is, wordt de huidige stichting ontmanteld. Financieel en administratief moet
dat netjes worden afgehandeld. Intussen gaat dan ook de nieuwe administratie van
de GR draaien. Daar komt bij dat Het Waterschapshuis met ingang van 1 januari
2011 de financiële administratie zelf gaat doen en dus niet langer uitbesteedt aan De
Dommel. De organisatie is groot en sterk genoeg geworden om dat zelf te doen. Door
de nieuwe, centrale huisvesting zijn de lijntjes bovendien lekker kort en dat is alleen
maar gunstig.’
Apeldoorn + 9,0 m. N.A.P.
15. Jaarverslag 2009 Het Waterschapshuis 28
Dit is een uitgave van:
Het Waterschapshuis
info@hetwaterschapshuis.nl
www.hetwaterschapshuis.nl
Teksten:
Bert-Jan van Weeren Eric Boekel, Deventer
Eindredactie:
Piet Reijers, Het Waterschapshuis
Eric Boekel, Deventer
Fotografie:
Casper Cammeraat Fotografie, Gouda
Meindert van Dijk Fotografie (p. 8), Sexbierum
Istockphoto (p. 3)
Vormgeving:
Studio B, Brigitte Beenen, Nieuwkoop
Druk:
Zwarthoed grafische communicatie, Edam
Eindhoven
Amersfoort, juni 2010
Colofon