How can chiropractic serve the sportsman

1. 1
Chiropraxie en Sport
Woensdag 9 juni 2010

2. 2
Even voorstellen:
• Michael Schotte 39 jaar
• Licentiaat Motorische revalidatie
KU Leuven
• MSc (chiropractic) U. Portsmouth/
5 jarige opleiding
• 10 jaar actief als Chiropractor in
Ieper en Waregem

3. 3
Chiropraxie?
• Chiropraxie omvat de diagnose, behandeling
en preventie van het bewegingsapparaat.
• 80 procent zijn klachten van de wervelkolom.
• Gespecialiseerd in de conservatieve
behandeling van rugklachten.
• Een Chiropractor controleert voornamelijk
functie en werkt dus minder structureel.
• De uitdaging voor de moderne sport-
chiropractor is niet alleen te focussen op de
rug maar op het totale bewegingsapparaat!

4. 4
Chiropraxie streeft ernaar
functie te herstellen. Dit
niet alleen door
segmentaal te werken
maar ook door:

5. 5
• Herstellen van mucslesimbalances
(flexoren en extensoren, add/abd,
ext/int rotatoren =houding)
• Stabilisatie thv romp, voeten, nek en
schouders (Triggerpoint therapie)
• Rehabilitatie
• Preventie (input controleren zowel
intrinsieke als extrensieke= zo weinig
mogelijk storende factoren; Milan lab/
AC-Milan

6. 6
Welke klachten brengt de
sportman bij de
Chiropractor?
• Acute klachten: Torticollis, Lumbago,
Whiplash, ribblokkade, enz.
• Chronische klachten: Nek-en
rugklachten, spierverrekingen van
bovenbeen, heupklachten,
schouderontstekingen, tennis-en
golfersellebogen, enz.

7. 7
Wat is de rol van de
chiropractor in de sport?
• Behandelen van kwetsuren: herstel
bespoedigen en oorzaak vinden
• Preventie van klachten: 65 % van alle ernstige
kwetsuren in de sport wordt voorafgegaan
door kleine verwaarloosbare klachten. Vroege
interventie
• Performantie verbeteren: input controleren
daardoor output verbeteren

8. 8
Waarom kan een
chiropractor een extra
troef zijn naast andere
experten in het veld?
• Twee redenen:
• 1.goede kennis en management van de
biomechanica van het neuromusculoskeletale
systeem
• 2. Daaruitvolgend beïnvloeden van
neuromusculaire controle en performance

9. 9
Biomechanica
• Stellen van een diagnose:
1. Waar is het letsel en wat voor letsel is
het (85% van de rugklachten komt
onder de noemer aspecifieke lage
rugpijn)
2. Belangrijker en moeilijker is bepalen
waar de plaats van de dysfunctie is en
hoeveel er zijn. Daarnaast moeten we
bepalen wat de hoofdoorzaak is en
welke de compensaties zijn.

10. 10
Biomechanica
• Na de diagnose moet er behandeld worden met “skilled
manipulative and manual care”
• Dit is een heel belangrijk onderdeel van de vijf jarige
opleiding.
- Wanneer manipuleren
- Welk gewricht
- Welke richting
- Hoe diep
- Welke houding
- Aangepast aan de patient
- Welke kant

11. 11
Neuromusculaire controle
• Gewrichtscomplex dysfunctie
(functionele spinale laesie): Om
een FSL te definiëren moeten we
weten dat een goed bewegend
gewricht een harmonieuze
interactie vertoont tussen de
spinale gewrichten en de
musculatuur.

12. 12
Neuromusculaire controle
• Mechanoreceptoren en
nociceptoren zorgen voor een
contunue feedback naar het
zenuwstelsel. Zo kan spieractiviteit
aangepast worden. Wanneer de
interactie tussen het zenuwstelsel,
de gewrichten en de musculatuur
wordt verstoord spreken we van
een FSL.

13. 13
Neuromusculaire controle
MANIPULATE:
• Door een manipulatie ga je mechanoreceptoren
stimuleren , pijnreceptoren onderdrukken. Ook
golgitendon app. en spierspindles worden als het ware
wakker geschut.
• Proprioceptie wordt daardoor verbetert (Learman et al,
2009)
• Effect op corticaal niveau (Dishman et al, 2008)
• Resulteert is verhoogde pijntolerantie en minder
gewrichtspijn (Cassidy JD et al, 1992)

14. 14
Neuromusculaire controle
• Op lange termijn zien we:
- Goede basis voor gewrichtsrevalidatie
- Opnieuw activeren van het
zenuwstelsel

15. 15
Hoe doen we dat in de
praktijk?
Voorbeeld Lage rugklachten
• RED Flags
• LOOK FEEL MOVE: functioneel
onderzoek

16. 16
LOOK
• Houding
– Voeten
– Knie positie staand zittend
– Beenlengte staand, supine, prone, zittend
– Houding rug lordose, afvlakking Lx,
deviatie, scoliose
– Hoofdpositie
– Spierhypertonie
– Atrofie
– zwelling

17. 17
FEEL
• Warmte
• Spiertonus van: erector spinae,
piriformis, gluteusspieren, psoas,
QL, Lat dorsi, adduktoren,
hamstrings, quad
• End feel en joint play van alle rug
gewrichten (facet gewrichten)

18. 18
MOVE
• ROM Lx
• Sacroiliac test : stappen, zittend buigen,
beenlengte, druk op het gewricht, cijfer
8
• Adams/Sup Adams
• Pass/ act Ext
• Facet compression P to A
• Orthop tests: SLR, heupen, knieën,
enkels
• Neurologische tests

19. 19
MOVE
• Evenwicht Op één been ogen dicht
• Vele’s reflex stability test(dead
foot)
• Squat beide benen
• Squat één been

20. 20
MOVE
• Spiertests
– Rompstabiliteit: erector sp,
piriformis,buikspieren, schuine buikspieren,
psoas, gluts, enz.
– Voorwaartse stap
– Heup abd test
– Heup extensie test
– Zijwaartse brug
– Romp flexie coordinatie test

21. 21
Patronen
• Crossed syndrome= facetsyndroom
• Lage rugpijn bij voetballers:Psoasspanning in standbeen
• SI syndrome: erectorspinae, gluts, piriformis
• Tenniselbow: kinematic chain, biceps, verkorte spieren,
polslosmaken (spieren stretchgeven)
• Schouderproblemen
• Evenwicht herstellen agonist/antagonist
• Behandelen thoracele rug (hyperkyfose)
• Stretch scaleniusspieren pect major /minor
• Stabilisatie schouderblad (levator scapula, serratus ant.
rhomboids)

22. 22
Behandeling heeft als
doel:
• uitsluiten van Red Flags
• Geruststellen van de sportman

23. 23
Ongeluk of accident
5.-Conditie van
de rug verdwijnt
-Spanning in de
rug
-spiermassa
daalt
3.De pijn geeft
angst
4.Rug wordt
hypergevoelig
en we vermijden
onze rug
2.Door de pijn
gaan we
panikeren
1.Pijn
gewaarwording

24. 24
Accident of ongeluk
4.HERSTEL
2.Geen angst
1.Pijn
gewaarwording
3.Confrontatie aan
gaan met de pijn
Bewegen zelfs met
wat pijn

25. 25
Behandeling heeft als
doel:
• Adviseren zo rap mogelijk als kan
te herstarten met aangepaste
activiteit
• Pijnvermindering door manipulatie,
medicatie indien nodig
• Revalidatie, reconditionering,
reëducatie

26. 26
Preventing hamstring injuries
in top Aus. Rules footballers
with chiropractic care
(Hoskins and Pollard, 2008)
• 59 spelers voldeden aan de criteria.
• Werden behandeld tijdens één seizoen
(2005) door de medical staff maar
kregen doorboven chiropractic care
bestaande uit
• Manipulatie van rug, bekken, extremiteiten
• Gemid. van 15 behandelingen over één seizoen
• De controle groep werd behandeld door
medical staff van de club

27. 27
Resultaat
• 27. 6 % injury rate in de controle
groep tegenover 3.6 % injury rate
in de testgroep. Dit gaf 21 gemiste
matchen tegenover 4 gemiste
matchen

28. 28
Milan Lab
• AC-Milan
• Chiropractor Pierre Meersseman
afkomstig van Koksijde
• Berlusconi patiënt van
Meersseman

29. 29
Input controle: 1 maal per
week
• Fysiek: loopafstand; springkracht,
soepelheid; reactiesnelheid, ogen,
snelheid tijdens match; bal aan de voet
L of R, coördinatie
• Beweeglijkheid van de gewrichten: joint
play en end feel
• Voeding: wat, waar, wanneer
• Slaap
• Coëtus/ relatie
• Emotionele stress
• Hij medebeslisser wie speelt en wie
niet.

30. 30
Blue Star Poperinge
• Zelf een jaar alle spelers van BS Poperinge gevolgd.
• 6 behandelingen over het seizoen met of zonder
klachten
• Bij kleine klachten kwamen ze onmidd langs, vroege
interventie ( 65% van alle ernstige klachten worden
voorafgegaan door miniscule kwaaltjes)
• Goede monitoring van alle klachten
• 54% van de kwetsuren gebeurde tijdens lopen en dus
geen contact (Nielsen en Ide, 1989; onderzoek Deense
Prof. voetbalspelers.)

31. 31
Volleybal: Dames Vlamvo
en Kerdavo Avelgem
• Behandelen van rugklachten
(facetsyndroom)
• Schouderproblemen
• Evenwicht herstellen agonist/antagonist
• Behandelen thoracele rug (hyperkyfose)
• Stretch scaleniusspieren pect major
/minor
• Stabilisatie schouderblad (levator
scapula, serratus ant.)

32. 32
Testen beste jeugd
golfspelers van
Vlaanderen VVG
• Preventie
• Specifieke tests: rompstab, evenwicht, spierkracht R en
L, pols bew en pols kracht R en l
• Ieder kreeg en oefen programma.
• Resultaat: zwakke rompstab, polskracht verschil, geen
symmetrie R en L helft