Degrees of comparison, trappen van vergelijking, English grammar, grammatica, Engels

1. vergelijken

2. vergelijken
Vorm 1
Bij woorden met maar één lettergreep:
small
I live in a small house.

3. vergelijken
Vorm 1
Bij woorden met maar één lettergreep:
small
I live in a small house.
+ …er than smaller than
His house is smaller than my house.

4. vergelijken
Vorm 1
Bij woorden met maar één lettergreep:
small
I live in a small house.
+ …er than smaller than
His house is smaller than my house.
+ the …est the smallest
Their house is the smallest house in the world.

5. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:

6. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden

7. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:

8. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:
-le simple simpler than the simplest

9. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:
-le simple simpler than the simplest
-er clever cleverer than the cleverest

10. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:
-le simple simpler than the simplest
-er clever cleverer than the cleverest
-ow narrow narrower than the narrowest

11. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:
-le simple simpler than the simplest
-er clever cleverer than the cleverest
-ow narrow narrower than the narrowest
-y happy happier thanthe happiest

12. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 1 krijg je bij: leerowysome-woorden
le/er/ow/y/some-woorden zijn woorden die eindigen op:
-le simple simpler than the simplest
-er clever cleverer than the cleverest
-ow narrow narrower than the narrowest
-y happy happier thanthe happiest
-some handsome handsomer than the handsomest

13. vergelijken
Vorm 2
Bij woorden met drie of meer lettergreep:
beautiful
That is a beautiful picture.

14. vergelijken
Vorm 2
Bij woorden met drie of meer lettergreep:
beautiful
That is a beautiful picture.
+ more … than more beautiful than
This picture is more beautiful than that one.

15. vergelijken
Vorm 2
Bij woorden met drie of meer lettergreep:
beautiful
That is a beautiful picture.
+ more … than more beautiful than
This picture is more beautiful than that one.
+ the most … the most beautiful
That is the most beautiful picture I have ever
seen.

16. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:

17. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 2 krijg je bij: niet le/er/ow/y/some-woorden

18. vergelijken
Bij woorden met twee lettergrepen gaat het om de ‘uitgang’:
- Vorm 2 krijg je bij: niet le/er/ow/y/some-woorden
Voorbeelden: boring more boring than the most boring
useful more useful than the most useful
complete more complete than the most complete

19. vergelijken
Uitzonderingen:
good  better  best
bad  worse  worst
little  less  least