7. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
[images: Luis Prado, Phil Laver, Rémy Médard, MikaDo Nguyen, Noun Project]
2
8. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
[images: Aha-Soft, Noun Project]
3
5000 jr. 500 jr. 50 jr.
1 2 3 4
9. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
“It is not the strongest of the species
that survives, nor the most intelligent
that survives. It is the one that is
most adaptable to change.”
10. Waarom is mediawijsheid belangrijk?
4
Justine Pardoen:
“Mediawijsheid is het nieuwe
‘lezen en schrijven’: wie niet
kan lezen of schrijven met
media is de nieuwe analfabeet!”
12. Wat is Mediawijsheid?
“Het geheel van kennis, vaardigheden en
mentaliteit waarmee burgers zich bewust,
kritisch en actief kunnen bewegen in een
complexe, veranderlijke en fundamenteel
gemedialiseerde wereld.”
[bron: Mediawijsheid: de ontwikkeling van een nieuw burgerschap]
13. Wat is Mediawijsheid?
| 13
[bron: Padlet.com, https://nl.padlet.com/pjkoning/graafschapcollege]
16. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Mediawijsheid moet als apart
vak geroosterd worden.
Mediawijsheid moet
geïntegreerd aangeboden
worden.
Stelling
17. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: mentimeter.com]
18. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Én-én aanpak
Mediawijsheid zal én als apart
vak én geïntegreerd in alle
vakken aangeboden moeten
worden in het onderwijs.
Stelling
19. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Mediawijze
leraar
Doel Middel
20. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Pedagogische
uitgangspunten
[images: Thomas Helbig, Noun Project]
21. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Manifest Recht op mediawijsheid
• toegang tot internet;
• veilige media;
• mediawijze opvoeding;
• mediawijs onderwijs;
• online vergetelheid;
• vrijheid van meningsuiting in de media;
• online privacy;
• bescherming tegen schadelijke beelden en
teksten;
• online spelen;
• mediagrenzen.
[bron:Mediawijzer.net]
Internetiseen
basisbehoefte
23. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Positief-kritisch houding
De mediawijze internetgebruiker staat open voor
nieuwe zaken, onderzoekt nieuwe toepassingen
en de weegt de voor- en nadelen ervan
zorgvuldig af.
Negatief-kritische houding
De internetgebruiker staat niet open voor nieuwe
zaken. Sterker nog, iemand met zo’n houding
onderzoekt niet, maar wijst het nieuwe bij
voorbaat af om ongegronde en niet of slecht
beargumenteerde redenen.
Positeif-kritische
houding
+/-
24. Hoe maak je jongeren mediawijs?
2 oktober 2015 | 24
Belangvan
EchteVragen Echte Vragen
• je kunt het antwoord niet op Google opzoeken;
• je weet het antwoord zelf niet;
• het is geen verwijt dat in de vorm van een vraag
is verpakt;
• je moet bij jezelf te rade gaan om een antwoord
te kunnen geven;
• er is geen goed of fout antwoord;
• het is een vraag die niet alleen met ja of nee
beantwoord kan worden;
• je bent geïnteresseerd in het antwoord.
[bron:Fous!,JustinePardoen]
25. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Didactische
uitgangspunten
[images: Joy Thomas, Noun Project]
26. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Motivatie – activerende werkvormen & gesprek
27. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Mediawijze
leraar
Doel Middel
28. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Mediawijze
leraar
Doel Middel
29. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Doel
“Mediawijsheid in de
persoonlijke en maatschap-
pelijke context gaat over
mentaliteit, en basis kennis
en vaardigheden in kansen
en bedreigingen.”
30. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Gebruik sterke wachtwoorden
Internet Veilig
Leren focussen
31. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Gebruik sterke wachtwoorden
Internet Veilig
Leren focussen
32. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Opdracht: Bedenk een sterk wachtwoord
[bron: socrative.com]
33. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: Youtube, Laat je niet hacken]
34. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: socrative.com]
Opdracht: Stem op het sterkste wachtwoord
35. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Opdracht
Beantwoord de vragen:
1. Som de criteria waaraan een sterk
wachtwoord moet voldoen op.
2. Bedenk een nieuw veilig wachtwoord
dat je voortaan gaat gebruiken.
3. Pas je wachtwoorden aan op de diverse
internetapplicaties die je gebruikt.15 minuten
36. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Gebruik sterke wachtwoorden
Internet Veilig
Leren focussen
37. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: rtl.nl, ik heb iets heel doms gedaan]
39. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: http://goo.gl/forms/oI2JUciGhj]
40. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Gebruik sterke wachtwoorden
Internet Veilig
Leren focussen
41. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[bron: Youtube.com, https://goo.gl/EwjICL]
42. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Voer de volgende drie taken uit in 2-tallen:
1. Schrijf op: “Multitasken bestaat niet!”
2. Schrijf op: getal 1 t/m 25
3. Schrijf afwisselend op: a) letter uit eerste
taak, en dan b) cijfer uit tweede taak
De ander neemt de tijd op per taak!
[images: Edward Boatman, Noun Project]
43. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Taak 1: …. seconden
Taak 2: …. seconden
Totaal: ….. seconden
+
Taak 3: …. seconden
Totaal: ….. seconden
+
Vergelijk de uitkomst. Wat valt je op?
[images: Edward Boatman, Noun Project]
44. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Multitasken = switchtasken ;-)
Tijd ↑
Kwaliteit ↓
Stress ↑
45. Hoe maak je jongeren mediawijs?
Opdracht
Maak een persoonlijke poster met
jouw top-3 focustips voor meer
vrije tijd
30 minuten
46. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Mediawijze
leraar
Doel Middel
47. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Leraar
Mediawijsheid
Mediawijze
leraar
Doel Middel
48. Mediawijze
leraar
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Een mediawijze docent
1. verhoogt motivatie, vergroot
leerprestaties en optimaliseert het
leeproces door inzet van internet
en internetapplicaties, en
2. integreert de mediawijsheid
competenties binnen zijn/haar vak-
en/of beroepscontext.
49. Mediawijze
leraar
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Een mediawijze docent
1. verhoogt motivatie, vergroot
leerprestaties en optimaliseert het
leeproces door inzet van internet
en internetapplicaties, en
2. integreert de mediawijsheid
competenties binnen zijn/haar vak-
en/of beroepscontext.
53. Mediawijze
leraar
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Een mediawijze docent
1. verhoogt motivatie, vergroot
leerprestaties en optimaliseert het
leeproces door inzet van internet
en internetapplicaties, en
2. integreert de mediawijsheid
competenties binnen zijn/haar vak-
en/of beroepscontext.
54. Mediawijze
leraar
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Mediawijsheid in de vak- en
beroepscontext vraagt
een actieve inzet van de
lerende jongere.
55. Mediawijze
leraar
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Laat jongeren al
consumerend, participerend
en producerend experts
worden in onderwerpen.
56. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Spreek hierbij niet alleen
lagere orde denkvaardighe-
den, maar juist ook hogere
orde denkvaardigheden aan.
Mediawijze
leraar
57. Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
Mediawijze
leraar
59. Hoe implementeer je mediawijsheid?
| 59
[bron: http://linoit.com/users/pjkoning/canvases/Graafschap%20College]
60. Hoe implementeer je mediawijsheid?
Ga het experiment aan met
jongeren. Bedenk dat #fail niet
bestaat. Het is slechts een First
Attempt In Learning.”
180 minuten (exclusief 30 minuten diner)
05 min – waarom?
15 min – wat? incl. reactie uit de zaal.
15 min – hoe? alleen pedagogisch
30 min – hoe? goed wachtwoord
30 min – hoe? veilig internetten
30 min – hoe? focus
20 min – hoe? beroepscontext?
30 min – hoe implementeren? brainstorm
05 min – hoe implementeren? FAIL bestaat niet.
0, 1, 2, 3 en 4de dimensie
Uit de video 3 conclusies
Wereld wordt kleiner
Beroepen verdwijnen, veranderen en ontstaan nieuwe beroepen
Snelheid van veranderingen neemt toe.
Beroepen:
0: Jager of verzamelaar
1: Boer -> specialisatie landbouw, veeteelt, slager, bakker, handelaar
2: koopman, textielwerker, timmerman, schoenmaker, metaalbewerker, matroos, wever, handelaar, winkelier, ambachtsman, ketellapper, scharensliep, steengoedhandelaar (handelaar in kruiken en potten), paardenhandelaar, melkboer, schillenboer, glasblazer en buskruitmaker. Ook ontstonden de koopmansgilden en ambachtsgilden, zoals gilden voor bakkers, timmerlieden, meubelmakers, wevers en chirurgijns.
3: In de derde dimensie ontstonden vele nieuwe beroepen, vooral op het gebied van techniek, bestuur, administratie, verkoop en dienstverlening.
4: bijvoorbeeld professioneel blogger, vlogger, websiteontwerper, big-data-analist, cloudbeheerder, ICT-beheerder, netwerkbeheerder, softwareontwikkelaar, community manager, webshopeigenaar, desktop publisher, database administrator, IT-manager, Chief Information Officer (CIO), nanotechnoloog, roboticatechnoloog, windmolenengineer, voedingsadviseur en lean consultant.
3de dimensie:
Volgens het rapport Occupational changes during the 20th century steeg het aandeel in technische, bestuurlijke, administratieve, verkoopgerelateerde en dienstverlenende beroepen tussen 1910 en 2000 van één vierde naar drie vierde van de totale beroepsbevolking in de Verenigde Staten. Beroepen waarvan het aandeel verminderde, zijn onder andere handwerksman, voorman, arbeiders, hulp in de huishouding, boer en landarbeider.
In Nederland is een vergelijkbare trend zichtbaar, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het aandeel van beroepen in de sectoren dienstverlening, handel en horeca, bank- en verzekeringswezen, zakelijke dienstverlening, transport, opslag en communicatie is tussen 1849 en 1993 gestegen. Het aandeel van beroepen in landbouw en visserij is daarentegen gedaald. De industrie laat een ander beeld zien: het aandeel van industriële beroepen is tot 1960 gestegen, waarna een daling inzette.
De eerste dimensie duurde ruwweg vijfduizend jaar,
de tweede dimensie vijfhonderd jaar, terwijl
de derde dimensie slechts vijftig jaar duurde.
Het tempo van verandering neemt rap toe.
Wat kunnen we hieruit leren?
Dit is het tijdperk van de 4de dimensie = adaptable to change is om leren gaan met het internet.
Vraag mondeling stellen in de zaal?! Gaat sneller dan inloggen!!!!!
Leuke definitie maar wat is dan mediawijsheid precies?
Je hebt een compas nodig.
Link leggen naar vorige quote waarbij meebewegen speelt op het vlak van kansen en bedreigingen EN in de contexten: persoonlijk, maatschappelijk en vak- of beroepscontext.
Netjes uitgewerkt in het boek: kansen en bedreigingen.
Maar ook kennis, vaardigheden EN gedrag.
En: competenties beschreven.
Uit boek: blz. 233 paragraaf 7.3
Uitwisselen van meningen: waarom eens? waarom oneens?
Uit boek: blz. 233 paragraaf 7.3
Argumenten:
Mediawijsheid moet gegeven worden door een echte expert (zoals NL en rekenen) = VAK
Mediawijsheid mag er niet bij komen en dus ondersneeuwen in de waan van de dag = VAK
Mediawijsheid is geen doel op zich, maar een middel om … = GEINTEGREERD
Ik geef al een aantal jaren training bij de Red Eagles in Den Bosch. Het volgende is met opgevallen: van alleen wedstrijdjes spelen wordt je geen betere ijshockey-er. Natuurlijk leuk om te doen, maar je wordt er niet per se beter van. De wedstrijdcontext is te complex. Beter is om bij start training losse onderdelen te trainen: schaatsen, stickhandling, passen, spelregels, …. Daarna ga je combineren: schaatsen en passen. 1-op-1 situatie. …. Natuurlijk sluit je de training af met een wedstrijdje om geleerde toe te leren passen en spelers gemotiveerd te houden.
Oftwel: EN-EN-AANPAK, schaatsen als doel en schaatsen als middel, stickhandling als doel en …
achter deze aanpak zit zone van naaste ontwikkeling en transfer.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat er geen eenduidige conclusie is over welke aanpak het beste is, dus: EN-EN-AANPAK.
DOEL en MIDDEL benoemen.
DUS 2 rollen in het onderwijs: docent mediawijsheid en mediawijze docent!!!!
Beide rollen gelden 3 pedagogische uitgangspunten en een aantal didaticsche: ik zal er hiervan ook 3 uithalen.
Besef dat jongeren internet als een recht beschouwen = basisbehoefte, zoals water, eten, … -> Pyramide Maslow = verbondenheid; respecteer zoals ze het voelen.
Postief-kritische houding = growth mindset ipv. Negatief-kritisch = fixed mindset -> geen gesprekspartner meer.
Besef dat jongeren internet als een recht beschouwen = basisbehoefte, zoals water, eten, … -> Pyramide Maslow = verbondenheid; respecteer zoals ze het voelen
Besef dat jongeren internet als een recht beschouwen = basisbehoefte, zoals water, eten, … -> Pyramide Maslow = verbondenheid; respecteer zoals ze het voelen.
Postief-kritische houding = growth mindset ipv. Negatief-kritisch = fixed mindset -> geen gesprekspartner meer.
Verhaal van collega die tv, internet de deur uit gedaan heeft. En weer brieven stuurt. Die persoon probeert anderen ervan te overtuigen dat zijn keus de juiste is. Je staat niet meer open: negatief-kritisch.
Socratische benadering aan de hand van echte vragen.
Hoe vaak niet een vraag met een mening erin:
Is het wel slim op die post te plaatsen?
Ik snap niet dat die persoon zo’n post heeft geplaatst? Jij?
Vind je het ook niet raar dat …?
Anders:
Welke sociale netwerken gebruik je allemaal?
Welke gebruik je het meeste?
Wat post je zo allemaal?
Wat zijn je positieve ervaringen met posten van foto’s?
Heb je ook negatieve ervaringen met posten? Zo ja, welke?
Laat jongeren elkaar opzoeken op internet en met elkaar in gesprek gaan over wat ze posten en of dat mogelijke positieve of ook negatieve effecten zou kunnen hebben.
Eentje eruit pikken, want die is essentieel.
En wil ik jullie meegeven om over na te denken.
Denkvaardigheden (bloom): onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, creeeren.
Video’s: zowel audio als visuele info. Verschillende delen hersenen.
Practice what you preach: geloofwaardig + voorbeeld gedrag (= modelling)
Activerende werkvormen: leren is effectiever als lerende actief is.
Acitverend gesprek: leren is effectiever als lerende actief is + echte vragen
Matchen & stretchen: bewust aansluiten bij voorkeur + bewust afwijken (51%/29%: traditionalist (= consumeren), 9%/9%: gamer, 33%/52%: netwerker (=praticiperen), 8%/10% producent (=produceren). Eerste getal is jongeren; 2de getal is meisjes. Conclusie: jongens meer consumeren, meisjes meer participeren.
Motivatie: van bewust bekwaam -> bewust onbekwaam. Jongeren vinden zichzelf mediawijs. Hoe? Door kennismaking met begrip mediawijsheid en gebruik (presentaties), maar ook valletjes opzetten: bijvoorbeeld bij wachtwoord; geen uitleg; goed wachtwoord op Socrative muur, video en dan stemmen. Vervolgens in gesprek gaan. Geen instructie dus, ze ontdekken zelf. Instructie = weerstand, want zijn al bewkaam.
3 odprachten: zaal laten kiezen.
Kleur is passend bij manier van gebruik en competenties.
Opdracht is
Docent geeft de opdracht, Bedenk een zo sterk mogelijk wachtwoord.
Docent opent een “Short Answer” in socrative.
- Leerling opent socrative en voert zijn of haar bedachte wachtwoord in.
- De docent bekijkt de lijst ingestuurde wachtwoorden (maar bespreekt ze niet).
- Daarna filmpje "Laat je niet hacken kijken"
Dan vragen of de leerlingen naar de lijst ingestuurde wachtwoorden kijken en stemmen op de beste.
Docent geeft wachtwoorden terug “Vote on responses” aan de leerlingen via socrative.
- Daarna resultaat van de stemming bespreken, waarom staat het wachtwoord bovenaan, wat kan er beter, hoe is het ontstaan?
Een goed wachtwoord = 1. lang, 2. te onthouden en 3. bevat geen persoonlijke informatie zoals geboorte datum, etc..
Opdracht is
Docent geeft de opdracht, Bedenk een zo sterk mogelijk wachtwoord.
Docent opent een “Short Answer” in socrative.
- Leerling opent socrative en voert zijn of haar bedachte wachtwoord in.
- De docent bekijkt de lijst ingestuurde wachtwoorden (maar bespreekt ze niet).
- Daarna filmpje "Laat je niet hacken kijken"
Dan vragen of de leerlingen naar de lijst ingestuurde wachtwoorden kijken en stemmen op de beste.
Docent geeft wachtwoorden terug “Vote on responses” aan de leerlingen via socrative.
- Daarna resultaat van de stemming bespreken, waarom staat het wachtwoord bovenaan, wat kan er beter, hoe is het ontstaan?
Een goed wachtwoord = 1. lang, 2. te onthouden en 3. bevat geen persoonlijke informatie zoals geboorte datum, etc..
Opdracht is
Docent geeft de opdracht, Bedenk een zo sterk mogelijk wachtwoord.
Docent opent een “Short Answer” in socrative.
- Leerling opent socrative en voert zijn of haar bedachte wachtwoord in.
- De docent bekijkt de lijst ingestuurde wachtwoorden (maar bespreekt ze niet).
- Daarna filmpje "Laat je niet hacken kijken"
Dan vragen of de leerlingen naar de lijst ingestuurde wachtwoorden kijken en stemmen op de beste.
Docent geeft wachtwoorden terug “Vote on responses” aan de leerlingen via socrative.
- Daarna resultaat van de stemming bespreken, waarom staat het wachtwoord bovenaan, wat kan er beter, hoe is het ontstaan?
Een goed wachtwoord = 1. lang, 2. te onthouden en 3. bevat geen persoonlijke informatie zoals geboorte datum, etc..
3 odprachten: zaal laten kiezen.
Let op: in chrome afspelen.
Via Google Docs een enquete houden en bespreken.
Het tweede teken is een kleine letter L: l.
3 odprachten: zaal laten kiezen.
De volgende vragen:
Wie vond het lastig om de volle drie minuten te kijken en te luisteren?
Wat gebeurde er met je? Wordt je onrustig? Ging je aan andere dingen denken?
Heb je je smartphone erbij gepakt? Met je buurman gekletst? Naar buiten gestaard?
Warning: pedagogisch didactisch verantwoord, want a fool with a tool is still a fool.
Bronnen: kleppendicht van Michel van Ast koppelt DI-model aan tools.
Warning: pedagogisch didactisch verantwoord, want a fool with a tool is still a fool.
Bronnen: kleppendicht van Michel van Ast koppelt DI-model aan tools.
Warning: pedagogisch didactisch verantwoord, want a fool with a tool is still a fool.
Bronnen: kleppendicht van Michel van Ast koppelt DI-model aan tools.
Een klassikale instructie kan een hele mediawijze keuze zijn.
Pre-internet tijdperk was docent actief en aan het consumeren, participeren en produceren.
Bloom benoemen.
Mediavaardig, mediabewust en mediawijs hart onder de riem.