SlideShare a Scribd company logo
1 of 3
Download to read offline
9
Het salonkantoor vergt per werkplek slechts 15 m2
tegenover het traditionele cellenkantoor, dat
gemiddeld 23 m2
omvat. Het kantoor met flexwerk-
plekken zit daartussen met ruim 18 m2
, aldus Fred Bos
van Bos en Alkemade Architecten. De ruimtewinst zit
in het weglaten van gangen en andere zogenaamde
verkeersruimten. Fred Bos: “Het klinkt revolutionair,
maar de gang is een uitvinding uit de 18e
eeuw.
Kastelen en landhuizen van vóór 1725 zijn bijna
allemaal gangloos ontworpen. Je bereikte bijvoorbeeld
de ‘herensalon’ via de ‘blauwe salon’. Vandaar de
naam ‘salonkantoor’ voor ons concept, dat voor het
nieuwe hoofdkantoor van de welzijnsinstelling Altra
in Amsterdam voor het eerst ook is toegepast.”
Ontevreden met flexkantoor
Het salonkantoor blijkt met name ontwikkeld te zijn,
omdat het flexkantoor in de praktijk lang niet altijd
voldeed. Bos: “In het flexkantoor worden minder
bureaus geplaatst dan het bedrijf aan werknemers
telt. Hiermee is een ruimtewinst van circa 20% te
bereiken ten opzichte van het traditionele cellen-
kantoor. Maar er is vaak veel tegenstand bij het
Wim van der Kleijn
De gang is een uitvinding uit de 18e
eeuw.
Kastelen en landhuizen van vóór 1725 zijn
bijna allemaal gangloos ontworpen
Het nadenken over kantoorgebruik staat volop in de belangstelling en was voor NeVaP (Nederlands
Vastgoedmanagement Platform) aanleiding een bijeenkomst over innovatieve kantoorconcepten te
organiseren. Het meest opvallend daarbij was de presentatie van het ‘salonkantoor’, ontwikkeld
door Bos en Alkemade Architecten. Daarmee wordt zelfs meer ruimte bespaard dan bij flexkantoren,
maar het beantwoordt aan de behoefte van veel werknemers aan een eigen vaste werkplek.
Eerder betoogde tijdens deze bijeenkomst René Stevens van adviesbureau ATELIER V bijvoorbeeld, dat
juiste huisvesting bijdraagt aan het bereiken van organisatiedoelen. Theo van der Voordt, verbonden
aan de TU Delft en het Center for People and Buildings, behandelde de plussen en minnen van
uiteenlopende kantoorconcepten.
9
NeVaP Verdieping over innovatieve kantoorconcepten
Salonkantoor bespaart meer ruimte
dan flexkantoor
10
STEEN
GOED4
10
personeel. Werknemers voelen zich vaak inwisselbaar
en worden ook wel kantoornomaden genoemd. Er is
een stoelendans om een werkplek, elke morgen weer.”
Uit het ‘Eerste Nationale Werkplekonderzoek’ uit 2007
bleek ook, dat werknemers uit overheid, zorg en
zakelijke dienstverlening het liefst een eigen bureau
willen die functioneel is en de thuissituatie benadert
door de werkplek aan te kleden met persoonlijke
voorwerpen. Werknemers willen inspraak hebben in
de toepassing van groen, design en kleur. Daar staat
tegenover, dat werkgevers vaak uit kosten-
overwegingen minder vierkante meters per werkplek
willen.
Dat allemaal was voor Bos en Alkemade de reden om
voor Altra te zoeken naar een ander concept. Bos:
“Je zit onder meer vast aan wettelijke normen voor
werkplekken. Intussen hebben we echter bereikt dat
de oppervlakte van het salonkantoor, inclusief
aanvullende ruimten zoals vergaderruimtes, koffie-
corners, sociale trefpunten en dergelijke, onder die van
een flexwerkkantoor uitkomt. Om de interne
communicatie en contacten te bevorderen, hebben
we bovendien een centrale trappartij gemaakt, die de
drie verdiepingen van Altra verbindt. De entree is
op de middelste verdieping gesitueerd, waar alle
medewerkers binnenkomen.”
Verder was het vooral een kwestie van innovatie en
slimmigheidjes om alles aaneen te rijgen tot een
prettig geheel. Verrijdbare ladekastjes bijvoorbeeld die
onder het bureau kunnen worden geplaatst, voorzien
van een zitkussen waardoor medewerkers met elkaar
een kort bureaugesprek kunnen voeren. Tussen de
wandformaties bevinden zich multifunctionele
overlegkamers en ook enkele afsluitbare kamers voor
vertrouwelijke gesprekken.
Organisatiegericht huisvesten
Dr. ir. Theo van der Voordt, senior onderzoeker bij
het Center for People and Buildings en docent/
onderzoeker bij de afdeling Real Estate & Housing van
de Faculteit Bouwkunde aan de TU Delft, analyseerde
‘het nieuwe werken’. Organisatiegericht werken, zoals
hij het noemde, vereist het continu afstemmen van
de huisvesting, ICT en andere faciliteiten op
veranderingen in de organisatie en nieuwe wijzen van
werken, waarbij uiteraard gebruik moet worden
gemaakt van technische innovaties. Hij behandelde
eerst de voor- en nadelen van diverse bekende
kantoorindelingen. Het Center for People and
Buildings heeft daarvoor ook ‘WODI’ ontwikkeld, een
‘werkomgevingsdiagnose-instrument’. Behalve een
hulpmiddel bij de keuze voor een kantoorconcept is
WODI ook geschikt om te toetsen of de doelstellingen
behaald zijn en welke verbeterplannen mogelijk zijn.
Van der Voordt legde ook een verband tussen
de invloed van (en tevredenheid over) de huis-
vestingsfaciliteiten op de arbeidsproductiviteit. Uit
verdiepende analyses naar de facilitytevredenheid
blijkt, dat vooral de psychologische kant van de
werkomgeving – prettige werkruimte, voldoende
privacy, inspirerende inrichting – daarmee een sterke
relatie heeft. In de woorden van Van der Voordt;
“Het loont de moeite om te investeren in tevredenheid
van werknemers over de faciliteiten. Een hogere
tevredenheid gaat gepaard met een als hoger ervaren
eigen arbeidsproductiviteit en een hoger percentage
van de werktijd productief (zelf geschat).”
WODI is mede ontwikkeld naar aanleiding van de
opkomst van kantoorinnovatie. Uit praktijkonder-
zoeken bleek, dat over het algemeen de meer
innovatieve kantoren goed scoren op tevredenheid
over communicatie, transparantie, fraaie architectuur
en veel vrijheid in de keuze van werkplekken en
thuiswerken. Maar relatief veel klachten zijn er over
het niet geconcentreerd kunnen werken, het gebrek
aan privacy en de grote afhankelijkheid van ICT.
Het loont de moeite om te investeren
in tevredenheid van werknemers
over de faciliteiten
11
Van der Voordt pleit voor een tevredenheidsindex voor
kantoorhuisvesting die een volwaardige plaats moet
krijgen naast kostenefficiënt ondersteunen van
organisatiedoelen en werkprocessen. Een dergelijke
index is inmiddels ontwikkeld door het Center for
People and Buildings, op basis van percentages
tevreden en ontevreden medewerkers over diverse
onderwerpen in ruim 20 kantooromgevingen.
Marktconforme kantoren voor
niemand interessant
Ir. René Stevens MBA, algemeen directeur en eigenaar
van ATELIER V, adviesbureau voor huisvesting,
vastgoed en stedelijke ontwikkeling, had als
prikkelende uitspraak onder meer, dat marktconforme
kantoren geschikt zijn voor iedereen, maar voor
niemand interessant. De keuze voor huisvesting wordt
volgens hem grotendeels bepaald door de ‘bedrijfsstijl’
en daarom is segmentatie en een marktgerichte
aanpak noodzakelijk. Huisvestingsmanagement
noemt hij dat. De kantoorbeleving is bijvoorbeeld
voor statusgevoelige professionals anders dan voor
stedelijke specialisten, of maatschappelijke
dienstverleners.
Stevens onderscheidde een zevental organisatie-
segmenten. Beleving van een gebouw is, zei hij,
vergelijkbaar met de beleving van een merk en zijn
doel is met een bijzondere balans van vormgeving en
gebruikswaarde een significante meerwaarde te
realiseren voor de gebruiker van een gebouw in
vergelijking tot de doorsnee huisvesting.
Stevens haakte in op de psychologische theorie van
Maslow, die zegt dat je jezelf als gezonde
persoonlijkheid kunt ontwikkelen via een
zogenaamde behoeftepiramide (vanuit primaire
biologische behoeften via bestaanszekerheid, sociale
behoefte en erkenning naar zelfontwikkeling).
Zijn zienswijze is, dat de evolutie van het kantoor-
gebruik grote overeenkomsten vertoont met
genoemde behoeftepiramide van Maslow. Was het
kantoor ooit primair bedoeld als een min of meer
functioneel onderkomen voor bureau-arbeid, nu is het
volgens Stevens steeds meer een plaats voor actieve
communicatie, ontmoeting en inspiratie.
Vernieuwende werkplekconcepten kunnen daaraan
volgens hem een bijdrage vormen. Maar het is volgens
hem van essentieel belang, dat de organisaties zelf en
hun adviseurs zich dat realiseren!
Het kantoor is steeds meer een plaats voor
actieve communicatie, ontmoeting
en inspiratie
Ook Stevens heeft een formule ontwikkeld: het
Strategisch Huisvestings Model. Alle stakeholders
moeten daarin bij huisvestingsvraagstukken worden
betrokken. En een huisvestingsparagraaf moet jaarlijks
deel uitmaken van het beleidsplan om tijdig ook met
de huisvesting te kunnen anticiperen op gewenste
organisatieontwikkelingen.
	 Meer Verdieping
	 Deze middag vond plaats in de reeks ‘Verdiepingen’
van NeVaP. De bijeenkomsten zijn steeds een
combinatie van theorie, praktijkervaringen en
discussie en zijn bedoeld om op alle deelgebieden
	 in het vastgoedmanagement innovatieve ideeën
aan te reiken voor vastgoedmanagement-
professionals. Ook Vastgoed Belang is als
sponsorpartner en als deelnemer in het bestuur
nauw betrokken bij de activiteiten van NeVaP.
	 Dit najaar vinden de volgende NeVaP activiteiten
plaats:
	 • dinsdag 30 september a.s.: Verdieping ‘Zorg 
Vastgoed(management)’
	 • dinsdag 25 november a.s.: NeVaP Jubileumcongres
	 Meer informatie over NeVaP treft u aan op
	 www.nevap.nl n
Bronfoto’sNeVaP

More Related Content

More from René P.M. Stevens

Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy BalancingArchitecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy BalancingRené P.M. Stevens
 
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methode
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methodeMeerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methode
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methodeRené P.M. Stevens
 
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionier
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionierIng. Frans Diekstra onstuimig pionier
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionierRené P.M. Stevens
 
Frans Diekstra ondernemer met emotie
Frans Diekstra ondernemer met emotieFrans Diekstra ondernemer met emotie
Frans Diekstra ondernemer met emotieRené P.M. Stevens
 
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerd
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerdKantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerd
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerdRené P.M. Stevens
 
How to determine quality in real estate
How to determine quality in real estateHow to determine quality in real estate
How to determine quality in real estateRené P.M. Stevens
 
Revitaal verduurzamen loont, mits...
Revitaal verduurzamen loont, mits...Revitaal verduurzamen loont, mits...
Revitaal verduurzamen loont, mits...René P.M. Stevens
 
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.Sustainability 3.0: Individuals make the difference.
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.René P.M. Stevens
 
Creëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvestingCreëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvestingRené P.M. Stevens
 
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstandVraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstandRené P.M. Stevens
 
Het Strategisch Gebouw Ontrafeld
Het Strategisch Gebouw OntrafeldHet Strategisch Gebouw Ontrafeld
Het Strategisch Gebouw OntrafeldRené P.M. Stevens
 

More from René P.M. Stevens (14)

Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy BalancingArchitecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
Architecture is a Symphony of Form - Environmental Energy Balancing
 
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methode
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methodeMeerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methode
Meerwaarde creëren met huisvesting: een holistische methode
 
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionier
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionierIng. Frans Diekstra onstuimig pionier
Ing. Frans Diekstra onstuimig pionier
 
Frans Diekstra ondernemer met emotie
Frans Diekstra ondernemer met emotieFrans Diekstra ondernemer met emotie
Frans Diekstra ondernemer met emotie
 
Rapportcijfer voor kantoren
Rapportcijfer voor kantorenRapportcijfer voor kantoren
Rapportcijfer voor kantoren
 
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerd
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerdKantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerd
Kantoorlocaties en -gebouwen bijna genormeerd
 
How to determine quality in real estate
How to determine quality in real estateHow to determine quality in real estate
How to determine quality in real estate
 
Revitaal verduurzamen loont, mits...
Revitaal verduurzamen loont, mits...Revitaal verduurzamen loont, mits...
Revitaal verduurzamen loont, mits...
 
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.Sustainability 3.0: Individuals make the difference.
Sustainability 3.0: Individuals make the difference.
 
Creëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvestingCreëer waarde met uw huisvesting
Creëer waarde met uw huisvesting
 
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstandVraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
Vraagsegmentatie cruciaal voor verminderen leegstand
 
De bezieling van de directeur
De bezieling van de directeurDe bezieling van de directeur
De bezieling van de directeur
 
Het Strategisch Gebouw Ontrafeld
Het Strategisch Gebouw OntrafeldHet Strategisch Gebouw Ontrafeld
Het Strategisch Gebouw Ontrafeld
 
Strategisch Huisvesten
Strategisch HuisvestenStrategisch Huisvesten
Strategisch Huisvesten
 

Salonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoor

  • 1. 9 Het salonkantoor vergt per werkplek slechts 15 m2 tegenover het traditionele cellenkantoor, dat gemiddeld 23 m2 omvat. Het kantoor met flexwerk- plekken zit daartussen met ruim 18 m2 , aldus Fred Bos van Bos en Alkemade Architecten. De ruimtewinst zit in het weglaten van gangen en andere zogenaamde verkeersruimten. Fred Bos: “Het klinkt revolutionair, maar de gang is een uitvinding uit de 18e eeuw. Kastelen en landhuizen van vóór 1725 zijn bijna allemaal gangloos ontworpen. Je bereikte bijvoorbeeld de ‘herensalon’ via de ‘blauwe salon’. Vandaar de naam ‘salonkantoor’ voor ons concept, dat voor het nieuwe hoofdkantoor van de welzijnsinstelling Altra in Amsterdam voor het eerst ook is toegepast.” Ontevreden met flexkantoor Het salonkantoor blijkt met name ontwikkeld te zijn, omdat het flexkantoor in de praktijk lang niet altijd voldeed. Bos: “In het flexkantoor worden minder bureaus geplaatst dan het bedrijf aan werknemers telt. Hiermee is een ruimtewinst van circa 20% te bereiken ten opzichte van het traditionele cellen- kantoor. Maar er is vaak veel tegenstand bij het Wim van der Kleijn De gang is een uitvinding uit de 18e eeuw. Kastelen en landhuizen van vóór 1725 zijn bijna allemaal gangloos ontworpen Het nadenken over kantoorgebruik staat volop in de belangstelling en was voor NeVaP (Nederlands Vastgoedmanagement Platform) aanleiding een bijeenkomst over innovatieve kantoorconcepten te organiseren. Het meest opvallend daarbij was de presentatie van het ‘salonkantoor’, ontwikkeld door Bos en Alkemade Architecten. Daarmee wordt zelfs meer ruimte bespaard dan bij flexkantoren, maar het beantwoordt aan de behoefte van veel werknemers aan een eigen vaste werkplek. Eerder betoogde tijdens deze bijeenkomst René Stevens van adviesbureau ATELIER V bijvoorbeeld, dat juiste huisvesting bijdraagt aan het bereiken van organisatiedoelen. Theo van der Voordt, verbonden aan de TU Delft en het Center for People and Buildings, behandelde de plussen en minnen van uiteenlopende kantoorconcepten. 9 NeVaP Verdieping over innovatieve kantoorconcepten Salonkantoor bespaart meer ruimte dan flexkantoor
  • 2. 10 STEEN GOED4 10 personeel. Werknemers voelen zich vaak inwisselbaar en worden ook wel kantoornomaden genoemd. Er is een stoelendans om een werkplek, elke morgen weer.” Uit het ‘Eerste Nationale Werkplekonderzoek’ uit 2007 bleek ook, dat werknemers uit overheid, zorg en zakelijke dienstverlening het liefst een eigen bureau willen die functioneel is en de thuissituatie benadert door de werkplek aan te kleden met persoonlijke voorwerpen. Werknemers willen inspraak hebben in de toepassing van groen, design en kleur. Daar staat tegenover, dat werkgevers vaak uit kosten- overwegingen minder vierkante meters per werkplek willen. Dat allemaal was voor Bos en Alkemade de reden om voor Altra te zoeken naar een ander concept. Bos: “Je zit onder meer vast aan wettelijke normen voor werkplekken. Intussen hebben we echter bereikt dat de oppervlakte van het salonkantoor, inclusief aanvullende ruimten zoals vergaderruimtes, koffie- corners, sociale trefpunten en dergelijke, onder die van een flexwerkkantoor uitkomt. Om de interne communicatie en contacten te bevorderen, hebben we bovendien een centrale trappartij gemaakt, die de drie verdiepingen van Altra verbindt. De entree is op de middelste verdieping gesitueerd, waar alle medewerkers binnenkomen.” Verder was het vooral een kwestie van innovatie en slimmigheidjes om alles aaneen te rijgen tot een prettig geheel. Verrijdbare ladekastjes bijvoorbeeld die onder het bureau kunnen worden geplaatst, voorzien van een zitkussen waardoor medewerkers met elkaar een kort bureaugesprek kunnen voeren. Tussen de wandformaties bevinden zich multifunctionele overlegkamers en ook enkele afsluitbare kamers voor vertrouwelijke gesprekken. Organisatiegericht huisvesten Dr. ir. Theo van der Voordt, senior onderzoeker bij het Center for People and Buildings en docent/ onderzoeker bij de afdeling Real Estate & Housing van de Faculteit Bouwkunde aan de TU Delft, analyseerde ‘het nieuwe werken’. Organisatiegericht werken, zoals hij het noemde, vereist het continu afstemmen van de huisvesting, ICT en andere faciliteiten op veranderingen in de organisatie en nieuwe wijzen van werken, waarbij uiteraard gebruik moet worden gemaakt van technische innovaties. Hij behandelde eerst de voor- en nadelen van diverse bekende kantoorindelingen. Het Center for People and Buildings heeft daarvoor ook ‘WODI’ ontwikkeld, een ‘werkomgevingsdiagnose-instrument’. Behalve een hulpmiddel bij de keuze voor een kantoorconcept is WODI ook geschikt om te toetsen of de doelstellingen behaald zijn en welke verbeterplannen mogelijk zijn. Van der Voordt legde ook een verband tussen de invloed van (en tevredenheid over) de huis- vestingsfaciliteiten op de arbeidsproductiviteit. Uit verdiepende analyses naar de facilitytevredenheid blijkt, dat vooral de psychologische kant van de werkomgeving – prettige werkruimte, voldoende privacy, inspirerende inrichting – daarmee een sterke relatie heeft. In de woorden van Van der Voordt; “Het loont de moeite om te investeren in tevredenheid van werknemers over de faciliteiten. Een hogere tevredenheid gaat gepaard met een als hoger ervaren eigen arbeidsproductiviteit en een hoger percentage van de werktijd productief (zelf geschat).” WODI is mede ontwikkeld naar aanleiding van de opkomst van kantoorinnovatie. Uit praktijkonder- zoeken bleek, dat over het algemeen de meer innovatieve kantoren goed scoren op tevredenheid over communicatie, transparantie, fraaie architectuur en veel vrijheid in de keuze van werkplekken en thuiswerken. Maar relatief veel klachten zijn er over het niet geconcentreerd kunnen werken, het gebrek aan privacy en de grote afhankelijkheid van ICT. Het loont de moeite om te investeren in tevredenheid van werknemers over de faciliteiten
  • 3. 11 Van der Voordt pleit voor een tevredenheidsindex voor kantoorhuisvesting die een volwaardige plaats moet krijgen naast kostenefficiënt ondersteunen van organisatiedoelen en werkprocessen. Een dergelijke index is inmiddels ontwikkeld door het Center for People and Buildings, op basis van percentages tevreden en ontevreden medewerkers over diverse onderwerpen in ruim 20 kantooromgevingen. Marktconforme kantoren voor niemand interessant Ir. René Stevens MBA, algemeen directeur en eigenaar van ATELIER V, adviesbureau voor huisvesting, vastgoed en stedelijke ontwikkeling, had als prikkelende uitspraak onder meer, dat marktconforme kantoren geschikt zijn voor iedereen, maar voor niemand interessant. De keuze voor huisvesting wordt volgens hem grotendeels bepaald door de ‘bedrijfsstijl’ en daarom is segmentatie en een marktgerichte aanpak noodzakelijk. Huisvestingsmanagement noemt hij dat. De kantoorbeleving is bijvoorbeeld voor statusgevoelige professionals anders dan voor stedelijke specialisten, of maatschappelijke dienstverleners. Stevens onderscheidde een zevental organisatie- segmenten. Beleving van een gebouw is, zei hij, vergelijkbaar met de beleving van een merk en zijn doel is met een bijzondere balans van vormgeving en gebruikswaarde een significante meerwaarde te realiseren voor de gebruiker van een gebouw in vergelijking tot de doorsnee huisvesting. Stevens haakte in op de psychologische theorie van Maslow, die zegt dat je jezelf als gezonde persoonlijkheid kunt ontwikkelen via een zogenaamde behoeftepiramide (vanuit primaire biologische behoeften via bestaanszekerheid, sociale behoefte en erkenning naar zelfontwikkeling). Zijn zienswijze is, dat de evolutie van het kantoor- gebruik grote overeenkomsten vertoont met genoemde behoeftepiramide van Maslow. Was het kantoor ooit primair bedoeld als een min of meer functioneel onderkomen voor bureau-arbeid, nu is het volgens Stevens steeds meer een plaats voor actieve communicatie, ontmoeting en inspiratie. Vernieuwende werkplekconcepten kunnen daaraan volgens hem een bijdrage vormen. Maar het is volgens hem van essentieel belang, dat de organisaties zelf en hun adviseurs zich dat realiseren! Het kantoor is steeds meer een plaats voor actieve communicatie, ontmoeting en inspiratie Ook Stevens heeft een formule ontwikkeld: het Strategisch Huisvestings Model. Alle stakeholders moeten daarin bij huisvestingsvraagstukken worden betrokken. En een huisvestingsparagraaf moet jaarlijks deel uitmaken van het beleidsplan om tijdig ook met de huisvesting te kunnen anticiperen op gewenste organisatieontwikkelingen. Meer Verdieping Deze middag vond plaats in de reeks ‘Verdiepingen’ van NeVaP. De bijeenkomsten zijn steeds een combinatie van theorie, praktijkervaringen en discussie en zijn bedoeld om op alle deelgebieden in het vastgoedmanagement innovatieve ideeën aan te reiken voor vastgoedmanagement- professionals. Ook Vastgoed Belang is als sponsorpartner en als deelnemer in het bestuur nauw betrokken bij de activiteiten van NeVaP. Dit najaar vinden de volgende NeVaP activiteiten plaats: • dinsdag 30 september a.s.: Verdieping ‘Zorg Vastgoed(management)’ • dinsdag 25 november a.s.: NeVaP Jubileumcongres Meer informatie over NeVaP treft u aan op www.nevap.nl n Bronfoto’sNeVaP