De wereld redden begint bij ontbijt - Gert Engelen (Socius Trefdag - 18 novem...
Erfgoed en Beeldvorming
1. Trefdag Socius
Provinciehuis Vlaams-Brabant 20 november 2009
Jan De Cock
Medewerker erfgoed
Arch’educ (Vormingplus Halle-Vilvoorde)
Erfgoedproject Wezembeek-oppem
Erfgoed en beeldvorming: cultiveren van nostalgie of beleven van
het heden
Beelden van het verleden injecteren in het heden van vandaag.
Tegenwoordig is nostalgie en de beleving ervan een cultuur op zich geworden. Van
Kvraagetaan gezongen door de Fixkes tot De jaren stillekes op de VRT. Of lachen we
liever met de satire op de nostalgie, het Gesproken dagblad vrijdagavond in Man bijt
hond? Het wordt steeds gemakkelijker om beelden van het verleden te injecteren in het
heden. De digitale beeldcultuur vereenvoudigt zowel de collectivisering als de cultivering
van de nostalgie. Met behulp van digitale media kan nostalgie bewust geëvoceerd
worden. Het verleden is een soort van projectiemachine voor wat mensen vandaag
menen te missen. Nostalgie zegt daarom meer over het heden dan over het verleden.
Hoe gaan we om met deze nostalgie bij het zien van oude filmpjes en foto’s uit ons eigen
verleden? Welke betekenis geeft iemand aan een oude foto en hoe geeft dit individu een
betekenis aan de context van deze foto? Was vroeger alles altijd beter? Via een
fotowedstrijd, een zoektocht en een praatcafé kwamen de inwoners van Wezembeek-
Oppem meer te weten over hun verleden, maar tegelijkertijd werd ook het heden in
vraag gesteld. Het project werd afgesloten met een informeel erfgoed-praatcafé, waar
oude en nieuwe foto’s met betrekking tot deze gemeente en het gemeenschapsleven
naast elkaar tentoongesteld werden. Er kwam een specifieke dynamiek op gang: mensen
namen hun oude foto’s mee, vertelden erover en wisselden hun weetjes en gedachten
uit. Heden en verleden bleken plots dicht bij elkaar te liggen.
1. Korte voorstelling Arch’educ
2. Erfgoedproject in de gemeente Wezembeek-Oppem waarin
beelden en hun betekenisgeving een belangrijke rol speelden. Wie
Wezembeek-Oppem niet weet liggen: deze faciliteitengemeente ligt
aan de oostzijde van Brussel, langs Zaventem en Tervuren
3. Waarom W-O?
- specifieke vraag om ‘iets te doen met het verleden van de
gemeente’, ‘iets met erfgoed’ bewoners hadden er wel nood
aan.
- vraag kwam van de plaatselijke KAV, KWB en het
gemeenschapscentrum ‘de Kam’ in Wezembeek-Oppem
(gemeenschapscentrum ondersteund door vzw de Rand)
- Wezembeek-Oppem is geen gemakkelijke gemeente
omdat er als faciliteitengemeente geen gemeentelijke
ondersteuning is voor bredere Nederlandstalige culturele
projecten, er is geen cultuurbeleidscoördinator, de plaatselijke
1
2. bibliotheek wordt niet gesteund door de gemeente, …
- bovendien heeft de gemeente de laatste 30 jaar een sterke
verstedelijkingsdruk ondergaan, verdwijning van het
landschap onder villawijken, toenemende bebouwing,
toenemende internationalisering, toenemende Nederlands-
onkundigheid, gegeven van de transitgemeente: jonge koppels
komen er enkele jaren wonen en verhuizen dan verder, …
Slechte term maar de ‘autochtone’ inwoners van Wezembeek-
Oppem willen op zoek gaan naar een bepaalde identiteit, er
was een zekere identiteitscrisis, en vraag hoe we moeten
omgaan met deze bedreigingen die op ons afkomen?
4. Samengezeten met plaatselijke partners: wat gaan we gebruiken
om rond en met het verleden te werken? Spontaan kwam de vraag
om iets te doen rond oude foto’s. + Voordeel aan beelden is dat ze
zeer statisch zijn en doorgaans niet veel uitleg nodig hebben. - Er
was ook weerstand tegen het idee van de foto’s: toch weer niets
met oude postkaarten, weer geen klassieke heemkundige
tentoonstelling die weinig interactief verloopt. Vrees voor een
nostalgisch onderonsje waarbij iedereen beweert dat ‘vroeger
alles beter was’.
Anderzijds hadden we ook het gegeven van de digitale media en
de daarmee samenhangende beeldcultuur. Beeldcultuur: woord
dat te pas en te onpas gebruikt wordt: waar ik zelf geen definitie
van kan geven.
- beeldcultuur is beeld en cultuur: zaken die elkaar
overlappen, trouwens zonder beeld of verbeelding is er geen
cultuur mogelijk
- beeldcultuur roept associatie op met alles was snel en
betekenisloos als pulp op ons afkomt, op een zodanige manier
dan we misschien niet meer in een beeldcultuur leven omdat
we het goed en grondig leren kijken en interpreteren van
beelden verleerd hebben of zelf niet meer tot onze cultuur
behoren.
5. Samen met het gemeenschapscentrum en de partners van het
project werd er gezocht naar een geschikte vorm om het
erfgoedproject gestalte te geven. Er werd niet geopteerd voor
spectaculaire acties, maar voor kleinere deelprojecten die dicht
bij de bevolking stonden. Er was het gegeven van oude foto’s
waarmee iets kon gedaan worden. Arch’educ had er als partner
graag ook een vorming aan gekoppeld. A) Er werd een oproep
aan de inwoners gedaan om oude foto’s (tot ongeveer 1970) van
de gemeente in te zamelen. Het moesten foto’s zijn waarin het
gemeente- en straatbeeld duidelijk naar voor kwam: foto van een
straat, huis, kerk, winkels, het gemeentehuis, de kerk, sportveld,
2
3. oude hoeves, leuke plekjes, … . Foto’s die de omgeving en de
leefwereld van de inwoners uit vroegere tijden het best
weerspiegelen. B) Na de inzamelactie werd er een korte cursus
‘digitale fotografie’ georganiseerd. Tijdens één van de lessen
werd er een parcours afgelegd langs de plekken waar de oude
foto’s genomen werden. Er was een map voorzien met de
reproducties van de oude foto’s, zodat de cursisten de huidige
situatie konden vastleggen.
6. Om de cursus ‘digitale fotografie’ wat meer tot zijn recht te laten
komen, werd er een fotowedstrijd georganiseerd om een
omgevingsfoto te nemen die het karakter van de gemeente zo goed
mogelijk zou kunnen weergeven. Geen detailopname, maar een
omgevingsfoto waar de gemeente duidelijk in te herkennen is.
7. De KWB heeft dan nog een speciale wandelzoektocht
georganiseerd langs de bekendste en mooiste plekjes van
Wezembeek-Oppem. Op deze manier kon de plaatselijke afdeling
voldoen aan het opgelegd wandelcriterium. Op deze
wandelzoektocht stond de verandering van de omgeving
centraal.
8. Op het einde van het project was er een erfgoed-praatcafé
voorzien. Dit praatcafé ging door op de zolder van het
gemeenschapscentrum. Alle oude foto’s hingen vergroot op, naast
de foto’s die genomen werden tijdens de cursus digitale fotografie
en ook de foto’s van de fotowedstrijd. Ook werden de winnaars van
de fotowedstrijd en de wandelzoektocht bekend gemaakt. Daarna
was er een informeel praatcafé waar de bewoners zelf bijkomende
oude foto’s op mochten meenemen. Het gesprek werd een beetje
gestuurd door Marc Snoeck, directeur van het
gemeenschapscentrum. Er was een kort panelgesprek waar
enkele personen hun favoriete oude en nieuwe foto mochten
aanduiden en becommentariëren.
Op de vertelavond kwam heel duidelijk naar voor hoe we ‘vroeger’
interpreteren. In deze interpretatie speelt ‘nostalgie’ een
belangrijke rol. Bij de foto’s gingen de mensen luidop commentaar
geven: dit is er veranderd, dat gebouw bestaat niet meer, hier is
een bos verdwenen, … soms subjectief (alles was mooier) soms
objectief. Er was sprake van een erfgoedbeleving, die vertrok
vanuit de omgeving, vanuit het gevoel. De digitale beeldcultuur, d.i.
de digitalisering en vergroting van de oude foto’s en de nieuw
getrokken foto’s heeft hier de collectivisering als de cultivering van
de nostalgie vereenvoudigd. Met behulp van de digitale media,
fotografie en de oude foto’s werd nostalgie bewust geëvoceerd.
3
4. Door over de ons omringende omgeving te spreken en te
discuteren, gaan we nadenken over vroeger, nu, onszelf. We
geven onszelf een specifieke plaats in een groter geheel. Op het
praatcafé kwam dan ook soms naar voor dat vroeger niet
noodzakelijke alles beter was: geen algemeen enkelvoudig
stemrecht, slechte sociale tewerkstelling, medische
ontoereikendheid. Ook comfort was niet vanzelfsprekend:
verwarming, verlichting, vervoer, … niet dat iedereen
noodzakelijk vroeger ongelukkig of nu juist gelukkiger was,
vroeger was gewoon alles ‘anders’. Arch’educ heeft mee het
project richting gegeven en mee gezocht naar een project waar
erfgoedbeleving centraal stond. Tijdens de beleving werd er
specifiek nagedacht over de mens en zijn omgeving, hoe iemand
met het verleden omgaat. Er werd over het erfgoedproject niet
gepubliceerd, de tentoonstelling werd terug afgebroken, maar de
herinnering en de ‘nuancering’ van het verleden waren zeker zo
belangrijk. Ook het proces om tot deze ‘gekanaliseerde’ nostalgie te
komen was een belangrijk gegeven in het project.
9. Toch enkele minpunten bij het project:
- enkel gewerkt met volwassenen (cfm decretale opdracht
Vormingplus), volgende keer misschien intergenerationeel
werken: een school, klas, kleinkinderen of een jeugdvereniging
betrekken kan heel verfrissend en ontwapenend werken
- nieuwe bewoners van de gemeente betrekken bij het
gebeuren, kruisbestuiving met autochtonen-allochtonen,
Nederlandstalige-Franstaligen, … iedereen heeft wel een
verhaal of een beeld van of uit zijn verleden dat hij kan
meedelen aan een ander.
Verdere lectuur ivm ‘erfgoedbeleving en nostalgie’:
- Gielen, Pascal (2007) De onbereikbare binnenkant van het verleden:
Over de enscenering van het culturele erfgoed. Leuven, Lannoo
Campus
- Van der Laarse, Rob (2005a) ‘Erfgoed en de constructie van vroeger’
in Van der Laarse, Rob (redactie) Bezeten van vroeger: erfgoed,
identiteit en musealisering. Amsterdam, Spinhuis
- Van Schuerbeek, Gert (2009) Pajottenland-Zennevallei (culturele)
slaapstreek? De betekenis van cultuur voor de ontwikkeling van een
regio. Scriptie ingediend tot het behalen van de graad Master in de
Culturele studies. Leuven (onuitgegeven)
4