Plotseling stonden ze op de Haagse politieke agenda: de bedrijventerreinen. Het ruimtebeslag ervan, de verouderingsproblematiek en de negatieve bijdrage aan de verrommeling van Nederland waren onder meer de aanleiding. In een brief aan de Tweede Kamer hebben ministers Van der Hoeven en Cramer onomwonden laten weten dat regionale planning en samenwerking essentieel is om beter met bedrijventerreinen om te gaan. Wat moet dan veranderen?
3.
3
marktconforme prijzen. De volgende redenen zouden gemeenten er toe moeten aanzetten een prijsverhoging
door te voeren:
1. sturen op kwaliteit;
2. ontmoedigen van verhuizen en nieuwe uitgiftes;
3. voeren van een kostendekkende grondexploitatie;
4. bekostigen van toekomstig beheer en de revitaliseringsopgave.
Ad 1. Sturen op kwaliteit
Door grondprijzen voor nieuwe terreinen te verhogen en daarbij te differentiëren naar kwaliteit (segmentatie)
kan beter worden aangestuurd op een gezonde mix van typen bedrijventerreinen in de regio. Daarbij gaat het
op hoofdlijnen om een onderscheid in functionele, moderne en hoogwaardige bedrijventerreinen. Als de
prijsverschillen tussen deze terreinen groot genoeg zijn kan er zelfs iets van een ‘natuurlijke selectie’
plaatsvinden waarbij bedrijven met een hoge toegevoegde waarde eerder zullen kiezen voor het hoogwaardige
terrein en bedrijven met een lage toegevoegde waarde op het functionele terrein terecht zullen komen. Een
dergelijke mix aan terreinen (eventueel wat verder verfijnd op basis van bepaalde karakteristieken,
bijvoorbeeld ligging nabij luchthaven; ligging aan water) kan alleen op regionaal niveau goed tot stand komen
en kan zo de concurrentiepositie van de regio helpen versterken vanwege de aantrekkelijke
keuzemogelijkheden voor ondernemers.
Ad 2. Ontmoedigen van verhuizen en nieuwe uitgiftes
De verdere veroudering van de bestaande voorraad kan worden tegengegaan door nieuwe uitgiftes (en dus
ook verhuizingen) te ontmoedigen. Het verhuizen van bedrijven wordt door lage kosten voor bedrijfsgrond
gemakkelijk gemaakt. Voor ondernemers is het aantrekkelijker om nieuwbouw op een uitgeefbaar kavel te
realiseren dan te herinvesteren in de bestaande bedrijfshuisvesting. Bovendien zijn bestaande
bedrijfsgebouwen moeilijk te hergebruiken door andere bedrijven en is de restwaarde van de grond en
vastgoed voor het vertrokken bedrijf zo laag dat men zich niet bekommert over de achtergelaten locatie. Bij
(aanzienlijk) hogere grondprijzen zullen ondernemers sneller geneigd kunnen zijn te (her)investeren in hun
bestaande huisvesting of in ieder geval de beoogde verhuizing nog eens kritisch tegen het licht te houden.
Ad 3. Voeren van een kostendekkende grondexploitatie
Doordat gemeenten in het verleden een te lage grondprijs hanteerden werden verliezen genomen op de
grondexploitatie. Het hanteren van lage grondprijzen wordt door gemeenten veelal verklaard vanuit een
werkgelegenheidsmotief. Dit leidt echter tot een verkapte vorm van staatssteun als die prijzen onder de
marktprijs liggen; bedrijven mogen niet met publieke middelen worden bevoordeeld bij de aankoop van
bedrijfsgronden. Overigens gaat in de meeste gevallen dat werkgelegenheidsmotief niet op omdat het veelal
gaat om regionale verplaatsingen van bedrijven. Een bedrijf kan zich binnen de regio verplaatsen, maar de
werknemers blijven veelal wonen waar ze zitten.
Ad 4. Bekostigen van toekomstig beheer en de revitaliseringsopgave
Door veroudering van de bestaande voorraad is er een gigantische revitaliseringopgave ontstaan. In het
verleden werd geen opslag in de grondprijs werd opgenomen om de beheeropgave te kunnen bekostigen. Voor
zover dat wel werd gedaan gingen die opbrengsten uit de verkoop van gronden (als er al opbrengsten waren)
vaak naar andere gemeentelijke projecten dan bedrijventerreinen. Door nu een (aanzienlijk) hogere grondprijs
te hanteren komen gelden beschikbaar die deels kunnen worden afgeroomd om het beheer van nieuwe
terreinen te kunnen bekostigen. Daar waar voldoende ruimte zit tussen kostprijs, verkoopprijs en reservering
voor beheer kan geld worden ingebracht in een op te zetten herstructureringsfonds voor de aanpak van de
verouderde bedrijventerreinen.
Het idee van een verhoging van de grondprijzen op bedrijventerreinen kreeg in 2008 een eerste sterke impuls.
Toen pleitte de Commissie Noordanus (THB: Taskforce Herontwikkeling Bedrijventerreinen) voor een verhoging
van € 10 per m² kavel. Uit onderzoek onder 64 gemeenten (Renes c.s., 2008) kwam naar voren dat 78% van